“Er komt een nieuw museum over de marine”: Defensieminister Theo Francken bezoekt Oostende

Burgemeester John Crombez, minister Theo Francken en schepen Charlotte Verkeyn. © EFO
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

Er zijn plannen om de geschiedenis van de marine en ook het maritieme verleden een plaats te geven in een nieuw museum in het stadhuis. Daarover werd woensdag overleg gepleegd door het stadsbestuur en Minister van Defensie Theo Francken (N-VA).

Minister voor defensie Theo Francken (N-VA) bracht op uitnodiging van het stadsbestuur een bezoek aan Oostende. “We bespraken het dossier rond de drone-technologie en het plan om nog meer innoverend te zijn. Als we bedrijven in die sector kunnen clusteren met als doel jobs te creëren kunnen we verder geraken”, zo stelde hij. Burgemeester John Crombez (Vooruit) : “We hadden het over de rol van Oostende in de plannen van defensie. We hebben heel wat technologie, de aanwezigheid van de marine met een opleidingscentrum met virtual reality en de ontwikkelingen rond drones. Er zijn mogelijkheden om dat te koppelen aan opleidingen. Er wordt ook gekeken naar meer aanwezigheid van marineschepen in Oostende.” Theo Francken bracht vervolgens een bezoek aan de mijnbestrijdingsschool Eguermin op het Hazegras. De verplaatsing van het stadhuis naar het Hazegras maakte hij te voet, in aanwezigheid van burgemeester Crombez en eerste schepen en kamerlid Charlotte Verkeyn.

Marine museum

Een tweede dossier was dat van een maritiem, marinemuseum. “We hebben een mooie collectie bij het War Heritage Institute, het nationaal legermuseum. Er is ook een hele mooie maritieme collectie die nu in een kelder in Brussel stof ligt te vergaren. Het zou prachtig zijn als dit zou kunnen getoond worden. Het zou prachtig zijn als fat zou kunnen getoond worden op deze toplocatie in Oostende”, zegt de minister. En met ‘deze locatie’ bedoelt hij het stadhuis. “Het is pijnlijk om te zien dat er rond de marine geen museale werking bestaat in ons land. Het stadhuis is wel een goede locatie. Er is veel passage, het ligt vlakbij de Mercator en vlakbij het station.” Theo Francken was lovend over het stadhuis als gebouw en als locatie voor het museum.

Stadhuis

Er is in het stadhuis wel plaats : op de benedenverdieping zijn er best wel wat ruimtes die vrij kunnen gemaakt worden, waaronder de conferentiezaal of drukkerij. Burgemeester John Crombez (Vooruit) bevestigt de plannen maar pint zich niet vast op locaties: “We hebben al gepraat met verschillende partners en moeten nu de plannen beginnen ontwikkelen om het concreet te maken in Oostende.” De burgemeester bevestigt ook de locatie van het stadhuis : “Het staat in de kinderschoenen. Er is wel degelijk plaats in het stadhuis maar er nog geen locatie. Het is een goede locatie naast de Mercator, vlakbij de visserijschool en marinebasis. Er mag ook een link komen met de brede maritieme geschiedenis zoals de koopvaardij, visserij en de RMT.”

Marine in Oostende

De Zeemacht ontstond na de Tweede Wereldoorlog en had tot de jaren ’90 verschillende basissen in Oostende voor beroepsmilitairen en dienstplichtigen. Later trok de marine naar Zeebrugge, maar bleef wel de internationale mijnbestrijdingsschool Eguermin. De laatste jaren won die instelling aan belangstelling. De nieuwe mijnenjager van defensie heet ‘Oostende’ en wordt begin september in de haven verwacht.

Oostendebezoeker

Theo Francken bekende dat hij een zeer regelmatige bezoeker is van Oostende. Hij mocht ook het gulden boek tekenen. Daarin stond een kunstwerk waarvoor Francken veel bewondering had. Als geschenk kreeg hij een kader met datzelfde kunstwerk van Bart Simoens.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content