Langverwachte Vlaamse Canon voorgesteld, maar hoe West-Vlaams kleurt die?

Jan Van Eyck is zonder twijfel Vlaams erfgoed, met onder meer dit schilderij in het Groeningemuseum. © BELGA
Bert Vanden Berghe

In Genk werd dinsdag de langverwachte en felbesproken Vlaamse Canon voorgesteld. Het document is een soort samenvatting van wat de regio Vlaanderen behelst, of wat ons zo eigen maakt. Er is ook aandacht voor West-Vlaanderen. Al had dat wat ons betreft nog wat meer mogen zijn…

Niet in marmer gebeiteld. Een referentiekader. Geen sacrale lijst. Er worden geen woorden gespaard om aan te geven dat de Vlaamse Canon een ‘levend’ document is. Dat dit niet definitief is. Het verhaal begint ‘Verhaal van Vlaanderen’-gewijs al bij de Neanderthalers en loopt helemaal door tot in de hedendaagse tijd.

De duizenden jaren aan geschiedenis en gebeurtenissen werd gecapteerd in 60 zogenaamde ‘vensters’, zo genoemd omdat ze symbolisch zijn voor een ruimere blik naar buiten. Daarnaast zijn er ook blikvangers en focuspunten. Het gaat heel breed (en chronologisch), van de eerste nederzettingen tot het homohuwelijk.

Inclusief

Wat meteen opvalt is dat het document inclusief is, en in tegenstelling tot veel klassieke geschiedenisboeken ook aandacht is voor vrouwen. Meer nog: er zijn meer ‘vensters’ met een vrouwelijke insteek, van keizerin Maria Theresia tot Paula Sémer, dan met een mannelijke insteek. Ook andere geloofsbelevingen dan het Christendom komen aan bod.

Professor Emmanuel Gerard, met West-Vlaamse roots, is voorzitter van de commissie.
Professor Emmanuel Gerard, met West-Vlaamse roots, is voorzitter van de commissie. © BELGA

Uiteraard mag onze provincie niet ontbreken in het verhaal. Al in ‘Het verhaal van Vlaanderen’ met Tom Waes was al snel duidelijk dat West-Vlaanderen op veel vlakken een cruciale rol heeft gespeeld in de loop van de Vlaamse geschiedenis. Meer nog: de voorzitter van de commissie voor de Vlaamse Canon is een West-Vlaming: professor Emmanuel Gerard, met roots in Roeselare.

In de Canon komen West-Vlamingen als Hugo Claus en James Ensor logischerwijze aan bod. En toch valt ons tegelijkertijd op dat het woord ‘West-Vlaams’ nergens aan bod komt, terwijl we toch het meest gesproken dialect van ons land hebben, en dat die bijdraagt aan de eigenheid van dit landsdeel. En terwijl we het toch over taal hebben: zonde dat Stijn Streuvels slechts een voetnoot is, en dat er van Guido Gezelle zelfs helemaal geen sprake is. Verder zien we ook aandacht voor de Antwerpse volkszanger Wannes Van de Velde, terwijl ‘onze’ Willem Vermandere in dat stuk minstens een vermelding waard was.

Geen garnalen

Ook enigszins vreemd dat de Keizer van het Vlaamse lied, Will Tura, ondanks zijn indrukwekkende carrière en dito repertoire, nergens aan bod komt. De eerste Belg in de ruimte? Geen spoor van. En pakweg een Kamagurka of Herr Seele misten we ook in het rijtje. Er wordt overigens wel gewag gemaakt van strips als Suske & Wiske, Nero of Jommeke, maar eerder ter illustratie. Terwijl onze tekenaars tot in de VS gelauwerd worden.

Wat dichter bij huis, misten we tot slot ook aandacht voor onze Belgische kustlijn. Op veel vlakken uniek in de wereld. Denk maar aan de kusttram, de langste tramlijn ter wereld, of onze garnaalvissers. Garnalen, het roze goud uit onze zee, krijgt nergens een vermelding terwijl het toch een even klassiek gerecht is als stoofvlees met frieten.

We pareren evenwel meteen onze eigenste kritiek: een landsdeel, diens bekende inwoners en cultuur, valt simpelweg niet samen te vatten op 300 pagina’s. Het illustreert meteen ook de rijkdom die we hebben en de verhalen die nog verteld kunnen worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier