Prestigieuze expo Rose, Rose, Rose à mes yeux opent Ensorjaar in Oostende: “Stillevens zijn belangrijk deel van oeuvre van Ensor”

Curator Stefan Huyghebaert: “Over de stillevens van Ensor wordt te gemakkelijk heen gekeken.” © EFO
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

Met Rose, Rose, Rose à mes yeux, een tentoonstelling die een minder bekend deel van het oeuvre van James Ensor belicht, opent het Ensorjaar in Oostende. Mu.ZEE bracht nooit eerder een expo van die omvang. Het stilleven staat centraal en er worden meer dan 160 werken getoond.

“De voorbereiding van deze expo startte meer dan twee jaar geleden, toen het Ensorjaar 2024 er zat aan te komen, in navolging van het Rubens-, Bruegel- en Van Eyckjaar. Men mag Ensor ook op dat niveau inschatten”, zegt Stefan Huyghebaert van Mu.ZEE. Hij is curator samen met filosoof Bart Verschaffel (professor emeritus Universiteit Gent die zijn hele leven rond architectuur en kunst werkt en al publiceerde rond Ensor) en Sabine Tavernier (Ensorexperte en oprichtster van het Ensorcomité, dat waakt over de authenticiteit van Ensor). “We willen Ensor op een andere manier tonen. De stillevens vormen een heel belangrijk deel van zijn oeuvre, waar men te gemakkelijk over kijkt. Van de 800 werken die hij schilderde, zijn er meer dan 200 stillevens. Bovendien beoefende hij zijn hele leven dat genre. Het vroegste werk dat we hier tonen, dateert van 1876. Hij was toen pas 16 jaar. Hij schilderde zijn laatste stilleven toen hij 81 was. Het stilleven is een genre dat toelaat om te experimenteren en dat heeft Ensor ook gedaan.” Mu.ZEE toont Ensor samen met voorlopers, tijdgenoten en de modernisten.

Topstukken

De expo bestaat uit 50 schilderijen en 24 tekeningen van Ensor, gecombineerd met meer dan 90 werken van zijn collega’s. “Ensor was een begenadigd tafelredenaar. Rose, Rose, Rose à mes yeux komt uit een lofzang naar aanleiding van een prijsuitreiking aan een dichteres. Het citaat wijst op de meervoudige betekenis van ‘rose’, als een bloem, kleur en vrouwennaam. Het past ook perfect bij het campagnebeeld van deze expo.”

“158 werken kregen we in bruikleen uit musea en privécollecties uit negen landen”

Een van de topstukken uit de expo is Pierrot en skelet in een gele toga uit 1893, een recente aankoop van de Vlaamse Gemeenschap. “We zien een Pierrot en masker, maar daarachter bevindt zich een stilleven dat verlevendigd wordt door Ensor. Veel van wat we nu ‘Ensoriaans’ noemen, start in de stillevens. Voor veel bezoekers wordt de expo een ontdekking, maar er komen uiteraard ook veel bekende Ensors terug zoals De rog, het werk dat we hier tonen in combinatie met het werk van Willy Finch. Beiden schilderden hetzelfde tafereel, maar vanuit een andere invalshoek.” Ook Dode Haan, normaal in de Kunsthalle in Mannheim, wordt getoond.

Vrouwelijke schilders

Het is uitzonderlijk dat zoveel Ensors zijn samengebracht. De expo toont acht werken uit de eigen collectie (twee tekeningen en twee schilderijen van Ensor en vier van tijdgenoten). 158 werken zijn allemaal in bruikleen uit musea – en erg veel uit privécollecties – uit negen landen. “Le Parasol is één van zijn vroege werken uit 1880. Hij was net 20 en schildert op zijn zolderkamer. Maar hij gebruikte wel al pure kleuren”, duidt Huyghebaert. De expo brengt ook verschillende werken met hetzelfde onderwerp samen die Ensor op verschillende momenten in zijn leven schilderde. “We tonen 34 kunstenaars, waarvan tien vrouwen. Het stilleven is een vrouwelijk genre: vrouwen zaten in de 19de eeuw in de privésfeer en hebben dus makkelijker toegang tot interieurscènes en portretten.” Worden verder getoond: Antoine Wiertz, Jean Brusselmans, Frans Mortelmans, Jean Robie, Hubert Bellis.

Het is voor het eerst dat er een expo is over de stillevens van James Ensor, meteen de grootste qua aantal Ensors. Mu. ZEE verwacht 50.000 bezoekers, maar gaat daar wellicht los over. De opstelling is opvallend: midden op de eerste verdieping worden alle Ensors getoond, met daarrond de andere kunstenaars. Geen wanden, maar houten structuren dragen de kunstwerken. Het museum wil daarmee terug naar de roots: het gebouw was voorheen een grootwarenhuis. Er is ook een drietalige catalogus met essays van de curatoren over het stilleven in België tussen 1830 en 1930, Ensor en de stillevens en biografieën over de andere kunstenaars.

Rose, Rose, Rose à mes yeux is te zien tot en met 14 april 2024 (daags na zijn sterfdatum 75 jaar geleden). Dagelijks open van 10 tot 17.30 uur, behalve op maandag. Tickets: 15 euro.