Oostende gezien door Duitse expressionist Heckel

Lieven Van Den Abeele bij het portret van Ensor dat Heckel maakte. © ML
Marc Loy
Marc Loy Medewerker KW

Oostendenaar en kunsthistoricus Lieven Van Den Abeele is de curator van een kunsttentoonstelling over Erich Heckel in het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Tijdens WOI verbleeft deze Duitse expressionist lang en geregeld in Oostende en raakte er bevriend met James Ensor.

Erich Heckel (1883-1970) krijgt daarmee voor het eerst zijn grote retrospectieve buiten zijn eigen vaderland. Als een van de hoofdfiguren van het Duits expressionisme is hij ook medestichter van de kunstenaarsvereniging Die Brücke. Tijdens WOI reist hij als verpleger van het Rode Kruis geregeld naar Gent, Roeselare en vooral Oostende. Met de trein sporen nog meer schilders en schrijvers naar onze bezette kust. Zo groeit in het noodhospitaal in het station Oostende-stad aan het tweede handelsdok een echte kunstenaarskolonie.

“Tijdens de oorlog blijft Heckel ook artistiek actief. Naast zijn schilderijen zijn ook heel wat gouaches, aquarellen, tekeningen en grafisch werk bewaard met zichten op Oostende. Zo recupereert hij voor zijn houtgravures het mahoniehout dat uit de lambrisering van de wachtzaal van het nog maar pas in 1913 geopende maar al kapotgebombardeerde maritiem station”, zegt Lieven Van Den Abeele. In Oostende inspireren vooral de zeedijk, haven, visserskaai en gewonde Duitse soldaten, als het menselijk gelaat van een verschrikkelijke oorlog, de expressionist. “In onze stad verblijft Heckel in hotel Ellen in de Van Iseghemlaan bijna rechtover het hoekhuis van de familie Ensor. Die twee onderhouden intense contacten en Heckel bemiddelt voor hem voor opdrachten in Duitsland. En in Heckels marines duiken Ensoriaanse elementen op”, aldus de curator. In 1924 en 1930 maakt de Duitser een portret van Ensor. Alleen dit laatste schilderij is bewaard gebleven en te zien in de expo: Ensor als een al oudere man met wat verwilderde baard die de schilder vragend aankijkt.

Madonna van Oostende

Voor het kerstfeest in het lazaret van het Oostendse treinstation schildert Heckel in 1915 op twee aaneengenaaide tentzeilen een Madonna met de kleine Jezus op de arm die uit de golven oprijst. Wat later maakt hij er ook een houtsnede van. In de jaren 20 wordt het schilderij ook als prentbriefkaart verspreid. Maar het origineel werk zelf gaat in 1945 in een Duits zoutmijndepot in vlammen op.

De tentoonstelling loopt t.e.m. 26 januari 2025 in het Museum voor Schone Kunsten Gent. www.mskgent.be Het Mercatorfonds presenteert een boeiend gedocumenteerde catalogus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier