Op 21 maart opent de derde locatie van Het Kunstuur in Vlaanderen. Na Mechelen en Hasselt komt er in de ontwijde Sint-Amandskerk in Roeselare een derde kunstbeleving van de broers Hans en Joost Bourlon. Liefst 29 absolute topwerken die geschilderd werden tussen 1850 en 1950 worden op een schitterende manier voorgesteld aan het publiek. Wij mochten in avant-première Het Kunstuur ervaren.
In Het Kunstuur kunnen iedere twintig minuten maximum acht personen met een bezoek starten. In precies een uur zien ze 29 schilderijen en krijgen ze commentaar over ieder schilderij van bekende en minder bekende Vlamingen.
We komen de Sint-Amandskerk binnen via de hoofdingang en verantwoordelijke Ellen heet ons hartelijk welkom. Vroeger was dit een koud portaal maar nu een lekker warme ontvangstruimte. We zijn een kwartiertje te vroeg, maar dat wordt ook zo gevraagd. Nog even vlug naar het (nieuwgebouwde) toilet, een klapstoeltje nemen en de digitale klok in het oog houden die de seconden aftelt tot het ogenblik dat de deur van de eerste tentoonstellingsruimte opent. Mijn zeven medebezoekers stappen mee de vroegere kerk binnen die in drie goed verwarmde ruimtes is onderverdeeld waar ook de luchtvochtigheid perfect op peil is. We nemen plaats in het midden van de eerste ‘black box’ en tellen in de duisternis tien schilderijen aan de wanden. Plots zwelt de muziek, gecomponeerd door Dirk Brossé, aan en een eerste schilderij licht op. We zien eveneens een hologram verschijnen van Joost en Hans Bourlon die in een minuut vertellen waarom dit schilderij ‘Vrouw die naar zichzelf in de spiegel kijkt’ van Leon De Smet belangrijk is voor hen. De muziek zwelt opnieuw aan en zet op die manier het werk nog meer in de verf. Na twee minuten is het werk van De Smet opnieuw in duisternis gehuld en licht het volgende meesterwerk op: De slachter van Prosper De Troyer en … ex-slager Karel Robberechts geeft commentaar.
Historisch kader
Na twintig minuten zijn alle schilderijen in de eerste ruimte de revue gepasseerd en schuift een gordijn naar de tweede black box geruisloos open. Ook in deze ruimte hangen tien schilderijen. We zitten amper neer of het eerste werk licht al op. Na twintig minuten stappen we derde ruimte binnen en hier merken we dat we ons echt in een historisch pand – de Sint-Amandskerk – bevinden. We wandelen immers langs de prachtige preekstoel vooraleer we aan het eerste schilderij komen. Hier geen gastcommentatoren per schilderij maar wel de warme stem van Jo De Meyere die ieder werk bespreekt. Vooral de visuele aspecten bij de bespreking van ‘Het hanengevecht’ van Emile Claus zijn een technisch hoogstandje waarbij de monden van de bezoekers openvallen. Net wanneer we denken dat we alles hebben gehad, zorgen Joost en Hans Bourlon persoonlijk voor een mooie uitsmijter met de Sint-Amandskerk als mooi verlicht decor.
Langs de zijbeuk wandelen we opnieuw naar de ontvangstruimte waar we ons klapstoeltje terugzetten en we ook een catalogus met de werken en bijhorende besprekingen en commentaren kopen. We zijn precies een uur binnen geweest. Met de catalogus op ons tafeltje genieten we nog even na in een Roeselaarse horecazaak die een Het Kunstuur-arrangement aanbiedt. We kijken nu al uit naar de tweede tentoonstelling binnen een half jaar in dezelfde kerk.
Conclusie
Het Kunstuur brengt op een zeer toegankelijke manier kunst bij de bezoekers. Je hoeft helemaal geen kunstkenner te zijn om 100 procent te genieten van Het Kunstuur. De broers Bourlon putten natuurlijk volop uit hun Studio 100-ervaring om kunst te verpakken als topentertainment. Dergelijke belevingen zijn toe te juichen en zeker een stad als Roeselare staat open voor dit initiatief: de meer dan 2.000 tickets die in voorverkoop zijn verkocht, bewijzen dit. Ook voor de scholen is dit een prima zaak: het maakt de lessen esthetica meteen een pak breder.
“De broers Bourlon putten natuurlijk uit hun Studio 100-ervaring”
De prijszetting verraadt dan weer het toerismeverleden van Joost Bourlon: bij luchtvaartmaatschappijen is yield management (het afstemmen van de inkomprijs op de vraag en het aanbod, red.) al lang ingeburgerd en dat begrip doet ook een beetje bij Het Kunstuur zijn intrede. Een ticket kost tussen 10 en 15 euro per persoon afhankelijk van het tijdstip en uur van bezoek.
Uitgelicht
Alle schilderen zijn meer dan de moeite, maar voor ons waren er twee die er bovenuit staken. Ten eerste het huis van mijn buur (1923) van Valerius De Saedeleer en besproken door Tom Boonen. Dit schilderij uit 1923 van Valerius De Saedeleer toont het uitzicht vanuit villa Tynlon, zijn woonplaats in Etikhove. Aan de horizon ziet u de voor de wielerliefhebbers mythische Koppenberg. Maar de weg vooraan heeft een bijzondere betekenis, weet ex-wielrenner Tom Boonen. De droom van Tom Boonen, een standbeeld van hem op de Taeyenberg, is intussen verwezenlijkt. “U vraagt zich vast af wat een coureur zoals ik te maken heeft met het schilderij van Valerius De Saedeleer. Wel, we zijn verbonden door de plaats die is afgebeeld: de uitloop van de Taaienberg. De Taaienberg was een helling die mij echt goed lag en waar ik vroeger vaak het verschil maakte. Ik ben misschien wel honderd keren als eerste bovengekomen. De Taaienberg ligt in een prachtig landschap. In de wedstrijden hadden we zelden of nooit de tijd om rond te kijken, maar op de trainingstochtjes die we organiseerden met de ploegmaats in de streek hadden we natuurlijk wel voldoende tijd om te genieten van de mooie uitzichten. Soms vraag ik mij ook wel af of Valerius De Saedeleer ooit de tijd heeft genomen om naar de Ronde van Vlaanderen te gaan kijken. Die passeerde tenslotte vlak voor zijn deur.”
Ten tweede is er Het Hanengevecht in Vlaanderen (1882) van Emile Claus en besproken door Jo De Meyere. “Dit schilderij dateert van 1882 en etaleert een verbluffende techniek in een fotografisch realistische stijl. Claus portretteerde één voor één 35 Waregemse notabelen in zijn atelier en maakte daarna pas de compositie van hun hoofden en handen. Als thema koos hij voor een bekend Vlaams volksvermaak: een hanengevecht, zoals dat toen werd gehouden in de achterkamer van het Café De Groene Lanteern. Spaarzaam licht valt uit een raampje rechts boven. Roken was nog toegestaan. Beneden volgen de mannen ernstig de strijd. Notaris Leo Dufaux, zeepzieder Missiaen, grafmaker Deconinck en meester Hoornaert, met chronometer in de hand. ‘Het Hanengevecht’ werd geprezen van Hamburg, Berlijn en Wenen tot in Parijs maar lag daarna jaren opgerold in de kelder van het kasteel van Potegem: vergeten. Nooit kon het publiek het zien, maar nu neemt het als sluitstuk van Het Kunstuur opnieuw zijn prominente plaats in.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier