Met tentoonstellingen in Londen, Duitsland en de Biënnale van Venetië spreidt kunstenares Martine Bossuyt steeds meer haar vleugels uit naar het buitenland, maar door deel te nemen aan Yper Art vergeet ze ook haar Iepers publiek niet.
Vandaag valt het doek over de achtste editie van Yper Art. 69 Ieperse kunstenaars namen deel aan de expositie, onder wie Martine Bossuyt (73). “Eigenlijk zou ik ieder jaar moeten meedoen, maar voordien dacht ik dat Yper Art eerder een platform was voor beginnende kunstenaars”, vertelt Martine in haar atelier in de Maloulaan. “Nu dacht ik: ik sta overal op tentoonstellingen. Waarom zou ik niet in mijn eigen stad meedoen? Het Perron is ook vlakbij, dus doe ik met plezier daar een keer aan mee.”
(Lees verder onder kader)
Privé
Martine werd geboren als jongste in een gezin van zes in Kortrijk op 5 augustus 1950. Ze is getrouwd met gepensioneerd chirurg Piet Casaer. Ze hebben vier kinderen: Ilse, Kim, Ellen en Julie, en zeven kleinkinderen.
Loopbaan
Ze begon als lerares Nederlands en Engels, maar is ondertussen al vele jaren beroepskunstenares.
Vrije Tijd
Martine bezoekt graag tentoonstellingen en is daarnaast ook lid van Moeders voor Vrede, Professional Women’s Association, De Zilveren Passer…
Met wat ben je nu allemaal bezig?
“Ik sta nu op een tentoonstelling in Londen. Volgend jaar sta ik drie weken in Duitsland in een kasteel, samen met 25 andere internationale kunstenaars. Daarnaast mag ik ook meedoen aan de Biënnale van Venetië. Goed hé? Maar ik blijf met mijn twee voeten in de Vlaamse klei staan. Omdat ik niet meer zoveel in eigen stad doe, zette ik deze maand mijn atelier open voor mensen die graag eens binnenkomen. Deze tijd van het jaar is er veel werk in mijn atelier.”
Hoe kom je op de Biënnale van Venetië terecht?
“Ik heb echt geen idee. Toen ik gevraagd werd voor een tentoonstelling in Rome, heb ik me honderd keer afgevraagd: hoe kom je in godsnaam plots in Rome terecht. Ik kan daar geen antwoord op geven. Hetzelfde met Londen. Men had het al drie keer gevraagd, maar het paste nooit. Door Londen sta ik nu in Venetië. Ik denk dat eens je naam ergens circuleert, er waarschijnlijk een beetje scouting rond gebeurt. Ik weet het niet.”
Exposeer je overal waar je gevraagd wordt?
“Ik ben een beetje selectiever geworden. Ik doe niet meer alles. Ik ben ook geen twintig meer. Ik doe het nog steeds met hart en ziel, maar ik moet goed weten waar de opbrengst naartoe gaat. Alles wat ik doe, is voor het goede doel. Dat blijft. Dat is de fil rouge. Ik zit nog altijd niet in het commerciële circuit, omdat ik graag mijn vrijheid behoud. Ik kies zelf of ik meedoe en met welk werk. Niemand hoeft tegen mij te zeggen: nu ga je tien keer dat maken of die stijl verkoopt het best. Dat beperkt mijn vrijheid. Ik ben eigenzinnig op dat gebied.”
Je bent een laatbloeier en begon pas met kunst als dertiger. Had je gedacht dat je ging staan waar je nu staat toen je begon?
“Nee. Maar mocht het tegengevallen zijn, dan ging ik niet ongelukkig geweest zijn. Je leven heb je niet in de hand. Ik blijf heel nederig. En ik vergelijk mezelf met niemand. Ik probeer altijd een boodschap mee te geven. Daarbij is de titel van je werk belangrijk. De titel moet de boodschap opentrekken, zodat de mensen er een keer over nadenken. Dat is misschien nog mijn vorige leven als leerkracht Nederlands dat er nog een beetje in zit. Spelen met taal doe ik nog steeds graag.”
Ondertussen maakte je honderden werken. Waar vind je nog inspiratie?
“Ik kan daar geen zinnig antwoord op geven. Mijn hoofd barst van de inspiratie. Mijn handen kunnen niet rap genoeg volgen. Soms maak ik er een tekeningetje van om ervan af te zijn en het uit mijn hoofd te zetten. Een kind in de kleuterklas kan zelfs boetseren. Maar de afwerking, ideeën en inspiratie onderscheidt de kunstenaar van een kleuter. Dat is het enige.”
“Ik ben een beetje selectiever geworden, ik ben ook geen twintig meer”
Ben je nog steeds betrokken bij Moeders voor Vrede?
“Ik zit nog altijd in het dagelijks bestuur, maar mijn werk was vooral de centen verdienen voor ons project in Afghanistan. Zoals iedereen weet, is dat nu wel stilgevallen. Meisjes mogen niet naar school, maar we zijn voorzichtig aan het heropstarten met kleine klasjes op verborgen plaatsen. Het is zeer miniem. Zeker als je het vergelijkt met een paar jaar geleden toen we 3.000 à 4.000 leerlingen hadden. Nu zijn het er misschien dertig. Maar mijn werk voor Moeders voor Vrede doe ik nog steeds met hart en ziel.”
Voor jouw maatschappelijk engagement ben je ooit uitgeroepen tot Vredesvrouw. Ben je daar trots op?
“Ik vond dat de mooiste eretitel die ik kon krijgen. Ik ben daar nog altijd heel trots op. Zeker als je ziet in welk rijtje van andere vrouwen ik mag staan: Jennie Vanlerberghe, zuster Jeanne Devos, Marleen Temmerman… Trouwens, sinds begin dit jaar ben ik jonkvrouw geworden, voor de Orde van de ‘t Manneke van de Mane, een ridderorde die al honderden jaren bestaat. En die eigenlijk uitsluitend voor mannen was, maar nu ook openstaat voor vrouwen. Ik ben trots met alles. Ook om moeder en echtgenote te zijn.”
Ben je ook trots om Ieperling te zijn?
“Waar ik ook ben, ik zeg altijd met trots: ik ben van Ieper. Vooreerst vind ik Ieper een mooie stad, met een prachtig maar triestig verleden. Het is misschien goed dat die herdenking 14-18 een beetje afgerond is, zodat de aandacht meer gaat naar andere facetten van het rijke Ieperse verleden. Ook goed vind ik het speelse dat Ieper als Kattenstad brengt. Ik leef daar echt naartoe. Ik voel me geprivilegieerd dat ik in een vredestad woon, dat het hier goed wonen is, dat we gelukkig zijn en dat ik mag bezig zijn met wat ik met liefde en passie doe.”