In hun expo ‘Tegenpolen, een artistieke tijdreis naar Antarctica’ stellen fotograaf Mike Louagie en auteur Lien De Ruyck dat het artistieke parcours van kunstschilder James Ensor en de avontuurlijke route van poolreiziger Adrien de Gerlache elkaar op het einde van de 19de eeuw moeten hebben gekruist. De schilder van het licht versus de expeditieleider die de maandenlange poolnacht trotseerde.
De tentoonstelling is een tweeluik waarbij het duo de band tussen de honkvaste Oostendse kunstschilder en de pionierende ondernemende Zuidpoolreiziger Adrien de Gerlache in woord en beeld illustreren.
Gemeenschappelijke vrienden
Oostendenaar Ensor (1860-1949) en de in Hasselt geboren De Gerlache (1866-1934) hebben elkaar zo goed als zeker zowel in Oostende als bij gemeenschappelijke vrienden in Brussel ontmoet. Van 1890 tot 1902 woonde De Gerlache in de Rogierlaan 60 in Oostende en voer hij als luitenant op de mailboten van de Oostende-Doverlijn. Wat vroeger studeerde hij trouwens al aan de Oostende Zeevaartschool.
Vanuit deze havenstad vertrok hij op 16 augustus 1897 ook op zijn memorabele Zuidpoolexpeditie met de driemaster Belgica. Maandenlang zouden hij en zijn bemanning, gevangen in het pakijs, de immer donkere poolwinter moeten trotseren. Ondertussen ving Ensor het heldere Noordzeelicht in zijn schilderijen. De twee moeten elkaar dus in het relatief kleine kuststad ontmoet hebben. Beiden deelden alvast de liefde voor Oostende en de zee.
Voor Adrien
Maar ook in Brussel hadden ze gemeenschappelijke vrienden. Tijdens zijn studies aan de Koninklijke Academie was Ensor kind aan huis bij de familie Rousseau. Vader Ernest was rector en professor aan de Vrije Universiteit. Zijn zoon Ernest jr. was bevriend met Ensor en woonde op een boogscheut van Adrien. Tijdens de vele avondlijke reünies ten huize Rousseau waar politici, kunstenaars, anarchisten, wetenschappers met elkaar discussieerden, plannen smeedden en musiceerden ging er een nieuwe wereld voor de jonge James open.
Ensor was ook lid van de avant-gardekunstgroep Les XX. Hoogstwaarschijnlijk hebben Ensor en De Gerlache, die veel kunstenaars kende, elkaar op een van die kunstsalons ontmoet. Zeker is dat de Oostendenaar zijn ets Les Patineurs opgedragen (‘voor Adrien’) en geschonken heeft aan De Gerlache. Als kunstminnend man heeft De Gerlache in het interbellum zowel in Noorwegen als Italië nog diverse kunstexpo’s georganiseerd waarbij ook werken uit Ensors oeuvre werden tentoongesteld.
Ongerepte schoonheid
De in Oostende geboren en getogen maritiem fotograaf Mike Louagie (62) en auteur Lien De Ruyck (38) kregen dankzij rederij Ponant de kans om de poolgebieden, en Antarctica in het bijzonder, te verkennen in het kielzog van de Belgica. De tentoonstelling focust ook op Antarctica vandaag, met een reeks indrukwekkende foto’s van Mike Louagie.
“Een eeuw later kijken we met een dubbel gevoel naar de laatste plek op aarde die officieel aan niemand toehoort: enerzijds is er de onvoorstelbare ongerepte schoonheid van dit continent tegenover de smeltende ijskappen en inklappende biodiversiteit waar de mens schuldig pleit”, stellen de twee curatoren van de expo.
De tentoonstelling, die deel uitmaakt van het Festival Ensor 2024, is ook een unieke gelegenheid om een van de mooiste art-nouveaugebouwen van Oostende te ontdekken, het LIGO, beter bekend als de Albertschool, ontworpen door stadsarchitect Achille-Emile Raoux in het begin van de twintigste eeuw.
De expo loopt van 1 mei tot 16 juni, elk weekend en op feestdagen van 10 tot 17.30 uur in LIGO, Ooststraat 29 (zijstraat van de Kapellestraat) Oostende.Toegangsprijs: 8 euro. Tickets zijn verkrijgbaar via deze link.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier