Ellen Duininck vindt als verantwoordelijke van Het Kunstuur haar passie voor kunst terug

Ellen Duininck in de aangepaste Sint-Amandskerk van Het Kunstuur. © Stefaan Beel
Peter Soete

Ellen Duininck heeft na een diverse carrière haar oorspronkelijke schoolliefde teruggevonden. Ellen wilde als jong meisje kunstgeschiedenis studeren, maar heeft dat uiteindelijk niet gedaan. Nu is ze de operationeel verantwoordelijke van Het Kunstuur in Roeselare.

Je hebt een niet zo voor de hand liggende familienaam?

Ellen Duininck: “Duininck hoor je inderdaad zelden of nooit in onze streken. Op de helft van mijn zwembrevetten staat trouwens ‘Deceuninck’ (lacht). Mijn opa is Nederlander. Hij komt uit Zeeland, maar kwam snel in Knokke wonen. Mijn papa woonde dus in Knokke en mijn mama was een Gentse: ze zijn dan gewoon tussen Gent en Knokke gaan wonen en kwamen uit in Brugge. Daar ben ik ook opgegroeid.”

Je was als jong meisje ook snel geboeid door kunst?

“Toen ik veertien of vijftien jaar was, leerde ik de werken van Salvador Dali kennen én waarderen. Er was een tentoonstelling in de Halletoren en ik ging er regelmatig kijken. Later heb ik de impressionisten ontdekt op de site van Oud Sint-Jan en kunst heeft me eigenlijk altijd geboeid.”

Je wilde zelfs kunstgeschiedenis studeren?

“Ja, maar mijn mama zag dat niet echt zitten. Ik had in het middelbaar Latijn-wiskunde en later Latijn-moderne talen gestudeerd en mama vond dat ik best Romaanse, Germaanse of vertaler-tolk zou studeren. Ze vond dat ik daardoor meer kans zou hebben om een ‘echte job’ te vinden. Ik ben dan gestart met de studies vertaler-tolk, maar na twee jaar hield ik het voor bekeken. Die richting was mij veel te theoretisch.”

Werken was dan de boodschap!

“Ik had als jobstudent als enkele keren in een kledingzaak in Knokke gewerkt en ik mocht daar voltijds beginnen. Dat heb ik een zestal jaar gedaan en ik ben gestopt toen ik twee kinderen had. Maar eerlijk, het was een heerlijke periode in Knokke. Ik deed de job graag en het contact met de klanten was zalig. Het was wel keihard werken en dat zes dagen op zeven. Zeker in het zomerseizoen was het soms hectisch. Maar de verdiensten waren ook goed.”

“Maar zoals gezegd: ik werd in 2001 en 2003 mama en mijn eigen mama werd in die periode ook zwaar ziek en had bijstand nodig. Ik ben ook enig kind en heb dan meer dan een jaar niet gewerkt om voor mijn kinderen en mijn mama te zorgen.”

En toen kwam je op een heel toevallige manier in contact met de hotelsector?

“Als ik daar nu aan terugdenk, is het wel een vreemd verhaal. Ik was op een dag op wandel in Brugge met mijn twee kinderen in de buggy. Er moest één van hen plassen en ik wilde geen café of tearoom binnenstappen met die buggy met twee kinderen in. Dat zou veel te omslachtig zijn. Ik koos voor een hotel waarvan het sanitair dicht bij de lobby was. Ik liep er een kennis van vroeger tegen het lijf die me vertelde dat ze iemand zochten voor de front office en enkele dagen ben ik daar gestart aan de receptie. Na een half jaar vroeg men mij om de housekeeping mee in goede banen te leiden. Ik werd assistent-gouvernante en groeide door naar de functie van hotelgouvernante.”

En daar leerde je ook je huidige man kennen?

“Thomas werkte er op de sales van Martin’s Hotels Brugge. Toen hij General Manager werd van Martin’s Patershof in Mechelen kon ik meegaan als gouvernante naar Mechelen, maar ik heb het niet gedaan. We hadden net een huis gekocht in Krottegem, we hadden vier kinderen en ik zag het niet zitten om met alles en iedereen in Mechelen te wonen.”

Er volgde dan een heftige periode?

“Thomas pendelde dan tussen Roeselare en Mechelen: hij vertrok om vijf uur ‘s morgens en kwam meestal niet voor tien uur ‘s avonds thuis. Ik bracht de kinderen tegen zeven uur naar de crèche, reed naar mijn werk in Brugge en was tegen zeven uur ‘s avonds aan de crèche om de kinderen op te halen. Dergelijk leven slorpte ontzettend veel energie op. We hebben dan eens gerekend en geteld en we besloten dat ik best zou thuisblijven.”

Maar ook dat duurde niet zo lang?

“Toen ik op een dag in 2013 een bord langs de E403 zag dat men medewerkers zocht voor een nieuw Mercurehotel heb ik gesolliciteerd en ik werd ook daar verantwoordelijk voor de housekeeping. Toen die opstart was gebeurd, vroeg men mij in Hotel Broel in Kortrijk voor dezelfde functie, heb ik vanaf 2020 voor de Kringwinkel Midwest gewerkt tot ik op de VDAB-site een sollicitatie van Het Kunstuur zag staan. Joost Bourlon wilde me zien en spreken en de rest is geschiedenis.”

Je hebt een droomjob te pakken?

“Het is de perfecte combinatie van administratie, klanten ontvangen en samenwerken met medewerkers. Nu is het nog een beetje druk en zijn weken van 70 werkuren geen uitzondering. Maar Joost zegt dat er een tijd komt dat dit op 24 uren per week zal komen. En ik heb geen enkele reden om aan zijn woorden te twijfelen. (lacht)

Privé

Geboren in Brugge op 5 oktober 1977 en er ook opgegroeid. Echtgenote van Thomas Berteloot en dit gezin heeft vier kinderen. Ze wonen in Rumbeke.

Opleiding

Lager en middelbaar onderwijs in Brugge (latijn-moderne talen in Sint-Jozef Brugge). Hoger onderwijs vertaler-tolk in Gent. Werkervaringen in een kledingzaak, diverse hotels en Kringwinkel Midwest. Nu operationeel verantwoordelijke van Het Kunstuur.

Vrije tijd

Passie voor architectuur en

interieurarchitectuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier