Koppen focust op florerend oorlogstoerisme in de Westhoek

Redactie KW

Vrijdag wordt het einde van de Eerste Wereldoorlog herdacht. In de Westhoek raakten meer dan een miljoen soldaten verwond, vermist of gedood. Elk jaar bezoeken zo’n 350.000 toeristen de oorlogskerkhoven, de slagvelden en musea over WO I. Maar liefst 4 op de 10 toeristen zijn Britten.

Koppen volgt de London Nautical School tijdens een georganiseerde rondreis in de Westhoek. Evan, een van de leerlingen van de Engelse school, verloor een familielid in de Grote Oorlog. “Mijn overgrootvader stierf in de slag om Passendaele en daarom voel ik me enorm verbonden met deze plek. Ik kom dan ook naar hier om mijn respect te betuigen.”

Big business

Maar het oorlogstoerisme is ook big business, jaarlijks goed voor zo’n 35 miljoen euro. “Zonder het oorlogstoerisme zou de Westhoek allicht het achtergestelde gebied gebleven zijn wat het was in de jaren ’60 en ’70”, zegt conservator van het Memorial Museum Passchendaele, Franky Bostyn. Of zoals de oudste Last Post-blazer van Ieper zegt: “Zonder de Menenpoort zou Ieper al lang dood zijn geweest.”

>> Koppen, donderdag 10 november om 20.45 uur op één