Vlaams minister van onroerend erfgoed Diependaele start de procedure om de Askoy II, het voormalige zeiljacht van Jacques Brel, te erkennen als beschermd erfgoed. Het wrak werd in 2008 door de gebroeders Wittevrongel opgegraven in Nieuw-Zeeland opgegraven. Sindsdien wordt het in Zeebrugge met vrijwilligers gerestaureerd om in de lente van 2022 weer in volle glorie te varen.
In 2008 ondernamen de Blankenbergse gebroeders Staf en Piet Wittevrongel een naar eigen zeggen “gek plan” om het zeiljacht van Jacques Brel te redden. De beroemdste liedjeskunstenaar van België was twee jaar lang eigenaar van de Askoy II. Met 18,66 meter lengte en tien slaapplaatsen was dit bij de bouw in de jaren 60 het grootste zeiljacht in het land en het werd opgenomen in de lijst van twintig mooiste jachten ter wereld.
Jacques Brel kocht het in 1974 rechtstreeks van de ontwerper en eerste gebruiker: de vermaarde een Antwerpse ingenieur-architect Hugo Van Kuyck. Brel zeilde ermee naar de Franse overzeese Markiezenarchipel en verkocht toen hij twee jaar later ziek werd en uiteindelijk in 1978 overleed. Na een aantal wissels van eigenaar – het schip werd onder meer aangeslagen tijdens drugtrafiek van Thailand naar de VS – strandde het uiteindelijk op de kust van Nieuw-Zeeland. Daar lag het tien jaar onder zand en zee te verkommeren.
“We vernamen van het trieste lot van het jacht tijdens een tentoonstelling over Jacques Brel in 2004. Hij kwam vaak bij ons in de familiale zeilenmakerij over de vloer. Toen rees het idee om zijn jacht terug te halen”, vertellen de broers Wittevrongel. Hun vzw Save Askoy II slaagde er in 2008 in van het wrak te ontgraven en op een containerschip naar België te zetten.
Investering van 800 000 euro
Na omzwervingen langs een terrein in Oostende en een scheepswerf in Rupelmonde – beiden gingen failliet – stelde het havenbestuur van Zeebrugge in 2015 een loods ter beschikking voor de restauratie. “Hier hebben we er met vrijwilligers en vakspecialisten ongelofelijk veel werk in gestoken. We durven de uren niet te tellen”, zegt Staf en Piet Wittevrongel. “Met de steun van particulieren, giften van bedrijven, overheden en benefieten investeerden we al 800.000 euro. We zijn al heel ver gevorderd en hopen van in 2022 weer te kunnen varen. De vaste ligplaats wordt de haven van Zeebrugge.”
Nu het einde van de restauratie in zicht komt, start Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) de beschermingsprocedure. “Het schip heeft historische, industrieel-archelologische en sociaal-culturele waarden. Het getuigt van de voorname rol van de Vlaamse jachtenbouw in de jaren van kort voor de Tweede Wereldoorlog tot diep in de jaren 1960.”
(RJ)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier