De tijden veranderen, dus kan zelfs Freddy De Vadder, het alter ego van Bart Vanneste, niet achterblijven. Met zijn nieuwe show ‘Mindfulness’ heeft hij het over woke, corona en feminisme, waarbij hij slaat en zalft tegelijkertijd. Een gesprek over relevant zijn, ‘Bevergem’, zijn plannen voor een mockumentary en de impact van sociale media. “Vroeger zaagden mensen nog op café. En als je dat te vaak deed, smeten ze je gewoon buiten.”
We stellen meteen de vraag die achteraan op zijn T-shirt prijkt: hoe ist met gie? Koud, grijnst hij, maar dat vindt hij geenszins erg. Bart Vanneste ziet er goed en opvallend vrolijk uit. Hij geniet weer van het podium en probeert niet meer te drinken tijdens de week. Waarop hij toch een oude Geuze opentrekt. Een tijd geleden ging Bart in première met een nieuwe zaalshow in Menen – waar anders? – maar voor de komende weken en maanden is het trekken en sleuren om zalen te vinden. “Schrijf maar op dat verenigingen en zelfs studenten mij nog kunnen boeken. Want het is niet simpel, nee. Er is een overaanbod in de cultuurcentra door corona met uitgestelde stukken, waar ze ook nog eens geen personeel vinden. En als je zelf je prijs gaat onderhandelen, ben je een geldwolf. Maar stuur je er een manager op af, dan is dat normaal. Dat ik dat eens moet proberen als Freddy? Laat maar, mijn reputatie is al zwaar genoeg.” (lacht)
‘Mindfulness’, de naam van je nieuwe show, is niet bepaald iets wat ik meteen aan je alter ego Freddy link. Hoe is deze show ontstaan?
“Het gaat eigenlijk over Freddy in de periode van corona, waarbij hij net een nieuw lief had: een felle feministe. Gebaseerd op mijn lief, met wie het ondertussen gedaan is, maar we zien elkaar wel nog altijd graag. Ik had altijd discussies met haar over hoe de slinger wat doorsloeg over al die woke-toestanden die constant in het nieuws waren. En dan ging het niet zozeer over gender of rollenpatronen, want ik ben net als Freddy altijd een feminist geweest die streed voor gelijke rechten van de vrouwen. Maar bij haar ging het vooral over het gebruik van bepaalde woorden, zoals euh… het synoniem van Afrikanen. Daar gaat de show eigenlijk over: dat ik er de hele tijd op gewezen word, en geld in een potje moet steken als hij het n-woord gebruikt, maar dat het een dure grap wordt. (denkt na) Maar vooral dat het in wezen eigenlijk een generatieconflict is. Ik ben van ‘70 en toen ik jong was, was dat een heel normaal woord om te gebruiken. Ze zagen daar niets pejoratief in.”
Scheelde je veel qua leeftijd met je lief?
“Dertien jaar. Maar dat is eigenlijk al een andere generatie, die van de sociale media. Opeens word je terecht gewezen en zeggen zelfs kinderen van acht jaar wat je wel en niet mag zeggen. Alsof zij plots de geschiedenis van de slavernij hebben geleerd. Wij kennen er toch meer van dan die snotters? Hoe komt dat dan? Dat is gewoon omdat ze dat oppikken via de sociale media, waarbij dat opgepikt wordt vanuit de VS en Groot-Brittannië. Waar het inderdaad niet oké is om die woorden te zeggen, want die gasten hebben daar wat uitgestoken… Wij ook trouwens, maar wij zagen het niet. Het woord neger heb ik overigens altijd al een mooi woord gevonden. Niet dat ik het tegen een Afrikaan ga zeggen, maar de meesten die ik ken, kunnen daar wel mee lachen. Je moet ook weten op welke manier je dat zegt.”
“Trouwens: het is vooral in West-Europa dat er zoveel antiracisten zijn. Elders in de wereld is dat schering en inslag. In Afrika kan er niemand de Nigerianen verdragen, in de Aziatische landen zijn dat de Chinezen en in Zuid-Amerika kunnen ze de Argentijnen niet luchten. In feite gaat mijn show over dat alles, die spanningen tussen generaties en groepen, zowat het belangrijkste thema van onze tijd. En vooral: als iedereen hardnekkig bij zijn standpunt blijft, is Freddy er om ermee te lachen. Want hij is een vijftiger, die het net als ik niet zo goed begrijpt waarom alles moet veranderen. En de term mindfulness? Dat is ook zo’n woord dat in opmars is de laatste jaren, maar niet echt iets voor gewone mensen. Masturbatie is ook mindfulness: even in het moment zijn. Misschien is dat begrijpelijker. Want dat is wat Freddy doet: de taal van de mensen spreken.”
Ben je ook zo iemand die beweert dat we niets meer mogen zeggen?
“Nee. Je mag nog altijd alles zeggen wat je wil, maar je kraamt het beter niet uit op Facebook. Ik kijk er af en toe eens op, maar na twintig minuten kom ik al slicht. Ik voel vooral ergernis omdat iedereen per se zijn gedacht wil zeggen over alles. Onlangs was er nog een maat die redelijk euh… eerlijk gereageerd had op Facebook, maar die dan achteraf verongelijkt was. Ik mag toch mijn gedacht zeggen, zei hij. Als we dat op café hadden gezegd, was er geen probleem geweest. Ewel, voilà. Maar op Facebook doe je het meteen voor duizend mensen en verneder je hem, zei ik. Natuurlijk was die in zijn gat gebeten. Daarom dat ik het zelf nooit doe. Bovendien staat het dan ook direct in de gazetten. Het is een boutade, maar vroeger kon je vooral ambetant doen op café, en als je dat te vaak deed, smeten ze je buiten. Het gaat ook allemaal zo rap. Zelfs als je de dertig gepasseerd bent, ben je al niet meer mee met TikTok en toestanden.”
Voor nuance moet je in elk geval niet op sociale media zitten…
(op dreef) “Dat cancelen, ook. Dat zijn technieken die fascisten ook gebruiken. Daar mogen op zijn minst vragen bij gesteld worden. Dat vind ik gevaarlijk, als je zo radicaal gaat. Kijk maar naar die antivaxxers. Als ik dat lees… Ik word daar zot van. Ik ken mensen die opeens niet meer babbelen daardoor. Maar how, zijt ne keer serieus. Sinds wanneer is iedereen viroloog? Dat is toch te belachelijk om rond te lopen? Ik heb toch de neiging om naar gediplomeerde mensen te luisteren die er wel iets van kennen. En is het geen corona, dan is het Poetin of een andere complottheorie. Die gasten die geloven dat de aarde plat is, vind ik wel kluchtigaards. Maar vroeger voerden ze je af, hé. Hoe kan je nog discussiëren als je de basiszaken al niet meer kan aanvaarden?”
Dat soort zaken versterkt zichzelf online.
“Puur verslavingsgedrag: al die likes geven je heel efkes een goed gevoel, maar soms ontspoort het wel gigantisch. Kijk naar die gast (Andrew Tate, red.) die is opgepakt in Roemenië, die er helemaal over gaat en vrouwen ondergeschikt wil maken. Wat een zot. Ik heb er geen begrip voor. Het is een feit dat er veel geweld wordt gepleegd tegen vrouwen of dat ze ’s nachts niet alleen over straat durven lopen. Zolang die verkeerde machocultuur bestaat… Al is er niks mis met wat macho te zijn.”
In hoeverre is übermacho Freddy De Vadder dan nog relevant? Is dat een vraag die je jezelf hebt gesteld?
“Ola. Freddy heeft wel een pak vrouwelijke fans. Ik zeg dat ook in mijn shows: het zijn de vrouwen die beslissen naar welk theaterstuk ze gaan kijken en kijk: de zalen zitten vol.”
Maar zou je een show van pakweg tien jaar geleden nog opnieuw kunnen spelen?
“Wel grappig dat je dat zegt, want onlangs heb ik dat nog eens gecheckt. Wel, eigenlijk zit daar net als nu geen racistische praat in, net omdat Freddy geen racist is. Als ik een opmerking geef over Turken in Gent, doe ik ook het omgekeerde en trek ik mezelf in het belachelijke daarvoor. Als komiek is het slaan en zalven tegelijkertijd. Ik wilde met Freddy vooral tonen hoe gewone mensen babbelen, en dat verdedigen en ook relativeren. Alles wordt zo scherp gesteld, maar de werkelijkheid is veel genuanceerder. Zeker als je met elkaar babbelt in plaats van via Facebook. Dan wordt het al snel duidelijk dat je het soms anders bedoelt dan dat het overkomt. En Freddy zet ik elke keer weer in een context, of in de wereld van vandaag. En toevallig is hij in de coronaperiode verliefd geworden op een woke feministe.”
Hoe heb je die coronaperiode doorgemaakt?
“Financieel was het een harde dobber. Ik heb zoals zoveel mensen mijn leningen een jaar uitgesteld, maar als je niet op televisie komt, ben je gescheten. Er waren gasten die filmpjes op internet zwierden, maar ik had geen zin om mijn kluchten voor niets weg te smijten. En een nieuwe show schrijven had ook weinig zin, want geen mens die wist hoe het zou uitdraaien.”
Veel mensen hebben zichzelf of hun job in vraag gesteld toen. Jij ook?
“Ik weet niet of ik op mijn 52ste nog iets anders moet doen. Les geven zou ik wel nog zien zitten, al bestaat mijn vak niet echt in een curriculum, vrees ik. Maar mijn kennis doorgeven aan jonge mensen lijkt me wel iets.”
Je bent ook nog een van de laatste komieken die enkel optreedt. Iedereen schrijft een serie, maakt een podcast of specials voor tv of online.
“Mijn handicap is dat ik een personage speel en dan ook nog in het West-Vlaams, wat niet bepaald handig is voor spelletjesshows. Alhoewel: ik ben daar eigenlijk niet rouwig om, het is ook te veel een ons-kent-onsverhaal. Maar al die jonge komieken moeten nog maar een prijs winnen of ze zijn al meteen een BV.”
Hoor ik daar een zekere frustratie?
“Ik vind het eerder ambetant, want het is oneerlijke concurrentie. Wij moesten indertijd nog ons leergeld betalen.”
Dat was ook duidelijk aan de cast van ‘Bevergem’: iedereen had dat al eens gedaan, op tv of op de planken.
“Dat is ook de reden dat ik Bevergem heb gemaakt, omdat ik nooit op televisie kwam. Maar ik wilde wel iets maken dat écht goed was. Het jaar nadien ben ik hier en daar eens gevraagd, maar dat is na een tijd gestopt. Nu, het is ook nooit mijn ambitie geweest om de plezante te gaan uithangen in een quiz.”
Had je andere verwachtingen na ‘Bevergem’?
“Het enige wat je na die lange aanloopperiode hoopte, is dat het op antenne zou geraken. En dan hoop je dat het aanslaat. Maar we kunnen niet klagen: we hebben toen heel wat prijzen gewonnen en nu het weer op internet staat (te streamen via VRT MAX, red.) merk ik weer hoe goed dat gemaakt was. Het is nooit saai en elke scène is kluchtig. Ik durf het niet luidop zeggen, maar dat niveau is nog niet echt geëvenaard.”
Hoe kijk je naar series als ‘Chantal’ en ‘Nonkels’, die het afgelopen jaar furore maakten?
“Ik moet eerlijk zeggen dat ik Nonkels nog niet gezien heb. Chantal wel omdat er daar twee goeie maten in te zien zijn: Maaike en Dries. Ik heb er wel van genoten, maar als er daar twee lagen in zitten, dan heeft Bevergem er bij wijze van spreken vier. En daar is niets mis mee, ik vond het goed gemaakt.”
De serie ‘Eigen kweek’ heeft de deur tien jaar geleden opengezet, maar met ‘Bevergem’ werd die nog extra opengestampt.
“Terwijl wij eigenlijk nog eerder bezig waren, maar kom. Voor mij ging dat ook niet over het West-Vlaams per se. Ik vroeg me vooral af waarom we nooit series in onze taal hoorden. Je moet Witse, Flikken of Windkracht 10 eens opnieuw bekijken. Niemand praat zo bij ons. Het is niet geloofwaardig en ook zo snel verouderd. Ik ben blij dat het nu wel normaal is geworden.”
Heb je het gevoel dat je daar wel genoeg appreciatie voor gekregen hebt?
“Op dat moment wel. En vandaag is iets anders, al is het nog altijd relevant. De mensen zijn mij ook niet vergeten, voel ik. De media wel, maar die moeten altijd op zoek naar nieuws. En als je niet meteen iets nieuws hebt… tja. Maar ik word nog elke keer aangesproken op café door mensen die zeggen dat Bevergem het beste was wat ze ooit gezien hebben. En dat doet deugd.”
Wannes en Dries, die mee aan ‘Bevergem’ schreven, hebben zich later op een nieuwe reeks gestort: ‘Grond’. Jij was toen aan het schrijven aan ‘Barichara’, over een groep backpackers, herinner ik mij?
“Barichara is klaar, maar door corona mochten geen reizen doorgaan, dus was dat moeilijk. Bovendien ligt mijn aandacht nu bij een ander scenario: een soort van sitcom of mockumentary, gebaseerd op Emotional Hooligan, een groep waar ik nu bij speel.”
Hoe is dat ontstaan?
“Ik kende drummer Bernd Coene van het uitgaansleven en ik was op een verjaardagsfeestje in de Charlatan waar hij moest spelen met Bert Embrechts. Ze hadden niets voorbereid en zouden gewoon maar wat jammen. Ik stelde voor om mee te doen, sprong het podium op voor een paar nummertjes en die zaal werd wild. Die nacht hebben we een eed gezworen om een band te beginnen. Vorig jaar zijn we naar Gran Canaria geweest om te brainstormen, want er zat een serie in over hoe zot je moet zijn om een groep te beginnen als je peanuts verdient. Over volwassenen die opeens sociale media moeten gebruiken, de hele tijd schulden maken en niet anders kunnen dan doordoen, want ze zitten al te ver. En die elkaar niet durven zeggen dat ze al drie jobs hebben om rond te komen. Het is een heel ander genre, waarbij het niet duidelijk is wat echt is en wat niet.”
Is dat iets als ‘Bevergem’, waarbij je denkt: we zien wel?
“Van Bevergem was ik rotsvast overtuigd en was het niet van we zien wel. Ik ben megalomaan genoeg. (grijnst) Je moet dat een beetje zijn om dit soort dingen te doen. Maar het komt er vooral op neer om de juiste mensen aan te trekken.”
Had je eigenlijk een carrièreplan?
“Vroeger wel. Vanaf mijn dertigste is mijn carrière gestaag gestegen tot mijn 45ste, waarbij Bevergem een hoogtepunt was. En een vergiftigd geschenk, want hoe moet je daar in godsnaam over gaan? Het is moeilijk om dat te herhalen. Mensen vragen me nog altijd of er een vervolg komt op Bevergem, maar dat ligt niet alleen aan mij. En wil je ook nog eens hetzelfde vertellen? (haalt schouders op) Dan doe ik liever iets compleet nieuws.”
Zit je op je plaats in je leven en carrière?
“Ze zeggen altijd dat je op je top bent op je 45ste en ik ben blij dat ik daarin geslaagd ben. Alles wat daarbij komt, is bonus. Zolang ik content ben van wat ik maak en mij amuseer… Je moet het voor jezelf goed vinden. Mijn enige frustratie is dat ik door mijn optredens genoeg financiële zekerheid had om tijd te maken voor Bevergem. Omdat mijn optredens nu een knauw kregen door corona, ligt dat wat moeilijker.”
Is dat de belangrijkste les die je zou meegeven aan jonge gasten? Niet opgeven?
“Dat is geen gemakkelijke vraag. Het hangt er ook vanaf hoe realistisch je verwachtingen inschat. Bij de start van Bevergem was het devies dat we het niet zouden maken voor een klein publiek. Het moest écht goed in elkaar zitten, en daarvoor moesten we veel afwegen. (denkt na) Maar het belangrijkste is mensenkennis. Zien met wie je in zee gaat. Ik herinner mij nog in het begin dat Dries en Wannes de hele tijd wat tegenwerkten, maar toen ze zagen dat ik er echt in geloofde, raakten ze ook overtuigd. Als je bij elkaar gaat zitten, kom je sneller tot een resultaat. Je moet het geluk hebben dat mensen elkaar goed aanvullen. Ik was goed in het overzicht bewaren, terwijl Wannes heel goed was in dialogen en Dries in de psychologie van alles. Natuurlijk hebben we veel vragen gesteld én ruzie gemaakt, maar op den duur apprecieerden we elkaar.”
Zijn er zaken die je anders zou aanpakken als je terugblikt?
“Er is wel één show waar ik spijt van heb: Freddy for President. Die viel minder goed bij het publiek. Ik zat die periode ook niet goed in mijn vel, door een gebroken relatie. Die show stond ook niet op punt. Ik heb ook diep gezeten toen mijn ex-vriendin gestorven was, maar ik had toen gelukkig geen optredens maar moest enkel mee monteren aan Bevergem. (denkt na) Het is geestig, dit leven, maar je bent altijd maar zo goed als de laatste keer dat ze je zagen. Dus moet het altijd goed zijn. En met deze show is oldschool Freddy helemaal terug.”
Freddy De Vadder in het kort
Bart Vanneste (Menen, 10 april 1970) studeerde in Leuven en kwam halfweg de jaren 90 bij de radio terecht, toen hij samen met Kamagurka te horen was op Studio Brussel. Daar liet hij ook voor het eerst het typetje Freddy De Vadder horen, waarmee hij naar buiten trok. In 2001 won hij Humo’s Comedy Cup. Samen met Wannes Cappelle en Dries Heyneman schreef hij de fictiereeks Bevergem, te zien op Canvas, dat een groot succes werd. Momenteel toert hij met zijn nieuwste show Mindfulness. Komend weekend speelt hij in Kursaal Oostende. Tickets en info: www.freddydevadder.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier