Franky Devos (De Vooruit): “Prestige interesseert me helemaal niet”

Franky Devos: “Ik voel dat een peloton wielrenners over mij heen is gereden. En daarna ook nog eens de volgwagens.” (foto Christophe De Muynck)
Franky Devos: “Ik voel dat een peloton wielrenners over mij heen is gereden. En daarna ook nog eens de volgwagens.” (foto Christophe De Muynck)
Bert Vanden Berghe

Nu de storm rond de naam van De Vooruit is gaan liggen, maakt algemeen coördinator Franky Devos zich niet alleen klaar om de brokstukken verder op te ruimen van de ravage die corona in ‘zijn’ kunstencentrum heeft aangericht, maar kijkt hij ook halsreikend uit naar de heropstart van de culturele sector die er eindelijk zit aan te komen. Met meer goesting dan ooit overigens. “Voortaan programmeren we niet meer per seizoen. Dat hadden we vroeger nooit gedurfd.”

Franky maakt al meteen beleefd duidelijk aan de fotograaf dat hij liever geen foto wil met een grote zwart-witfoto op de achtergrond in de vergaderzaal. Daarop zien we een betoging voor stemrecht, nu iets meer dan 100 jaar geleden, met de aanbouw van de huidige Vooruit op de achtergrond. Socialisme maakt onmiskenbaar deel uit van de geschiedenis van het gebouw in het centrum van Gent, maar het kunstencentrum probeert zo breed mogelijk te werken, verklaart Franky de weigering. Lees: los van alle partijpolitiek. Al kwam die laatste een tijd geleden toch aan de deur kloppen in de vorm van Conner Rousseau, die de naam voor zijn nieuwe partij, excuus: beweging, wilde kapen. Dat Vooruit – het kunstencentrum – daarop besloot om voor een andere naam te opteren, zorgde voor een golf van protest.

Niet in de vorm van spandoeken en volle straten, zoals op de zwart-witfoto, maar in de media en online. Daarbij werd ook op de man gespeeld. En die man, dat is dus Franky Devos. Sinds 2017 algemeen coördinator van De Vooruit en van Aalbeke bij Kortrijk afkomstig. Ook zijn West-Vlaamse roots werd hem plots ‘verweten’. “Monumentenzorg kreeg zelfs telefoontjes uit vrees dat we de naam van onze beschermde gevel zouden halen”, aldus Franky. “Waanzin. Voor ons leek het de logica zelve. Dat is alsof je het Concertgebouw in Brugge omdoopt tot CD&V. De huidige generatie zal dat verschil nog zien, maar we willen niet dat de jongeren van morgen het linken aan politiek. Is De Vooruit een politieke plek? Tuurlijk. We doen ook uitspraken die veel breder gaan dan onze werking, van gendergelijkheid tot ecologische en sociale standpunten. Maar aan partijpolitiek doen we niet. Zo simpel is het.”

Is de hele hetze al wat verteerd?

“Ik voel me nog steeds alsof een peloton wielrenners over mij heeft gereden, en daarna ook nog eens de volgwagens. Binnen een paar weken is dat wel weer beter. Maar ik heb hier wel van wakker gelegen, ja. Daar moet ik niet flauw over doen. Het is ook een zaak waar je alleen maar als verliezer kan uitkomen. Je kan ook niet voor een beetje Vooruit kiezen, hé.”

Er waren nochtans zaken genoeg om van wakker te liggen, al is er nu eindelijk licht aan het einde van de tunnel. Hoe gehavend komen jullie uit deze crisis?

“Ere wie ere toekomt. Het systeem van de technische werkloosheid van de overheid heeft ons overeind geholpen. De Vooruit kan doorgaans rekenen op 50 procent subsidies. De overige 50 procent zijn eigen inkomsten: uit de horeca (Vooruit Café, red.) , de tickets en de zaalhuur. Onze inkomsten werden dus gehalveerd. We overleven dat wel, maar als je kijkt naar de artiesten is de situatie ronduit dramatisch. En dan heb ik het nog niet over de toeleveranciers, freelance technici of bijkomend personeel. We gaan talent verliezen, bij artiesten en freelancers. Maar voor veel mensen is de betekenis van cultuur alleen maar duidelijker geworden: dat het even belangrijk is als eten of de liefde.”

De sector lag dan wel op zijn gat, maar stilzitten zat er niet in voor jullie.

“Nee, we hebben best veel kunnen doen vorige zomer. Daarnaast hebben we veel bands of theatergezelschappen gehad die tijdens de week kwamen repeteren om dan een online voorstelling te brengen in het weekend. Er is veel bespaard, heel veel, maar niet op de budgetten van artiesten. De Vooruit is een huis dat eigenlijk altijd blijft doordraaien. Al moesten we op een gegeven moment 70 van de 95 werknemers op technische werkloosheid zetten. Daar komt veel bij kijken: opeens was er hier niet altijd volk. Waardoor we zelfs moesten investeren in extra beveiliging en camerabewaking. Doorgaans is ons publiek en het personeel de beste controle.”

“Testevents? De politiek wilde ons content krijgen met een dooie mus.” (foto Christophe De Muynck)
“Testevents? De politiek wilde ons content krijgen met een dooie mus.” (foto Christophe De Muynck)

Bovendien zijn jullie ook gestart met renoveren…

“Normaal zouden die werken pas komende zomer van start gaan, maar in april van vorig jaar heb ik al mee aan de kar geduwd om alles te vervroegen. Toen was het duidelijk dat er niet meteen verbetering in de situatie zou komen. Het gaat om een restauratiedossier van 15 jaar, waarbij we in vijf fases werken. Zo zijn er 18 palen in de funderingen geboord om alles stabieler te maken. Het enige ambetante is dat we deze zomer de theaterzaal niet kunnen gebruiken, maar goed… Zulke werken komen altijd ongelegen.”

Hoe is de situatie op vandaag?

“Vanaf 13 juli pakken we uit met een uniek programma. Doorgaans ligt alles wat stil bij ons in de zomer, maar we willen onder meer vermijden dat straks én uitgestelde én nieuwe voorstellingen moeten drummen voor een plaatsje. Bovendien voel je aan alles dat de nood heel hoog is bij het publiek. Van zodra we iets programmeren, verkoopt het meteen uit.”

Zijn er zaken die jullie nu anders zullen aanpakken?

“We gaan stoppen met in seizoenen te programmeren, we zullen veel meer kort op de bal spelen. Dat opent meer mogelijkheden voor last-minute projecten. Concreet zullen we ons jaar nu onderverdelen in drie periodes van vier maanden. Dat was een idee dat al een tijdje speelde, maar we durfden de stap nooit eerder zetten. Je voelt ook dat de omschakeling naar digitale communicatie stappen vooruit heeft gezet, zeker ook in de captatie ervan. Zo is er binnen De Vooruit het panel Uitgelezen waar vier panelleden met elkaar in gesprek gaan, en waarbij de mensen dat thuis konden volgen. Natuurlijk heb je niet datzelfde gevoel als in de zaal, maar je kan nu wel een veel breder publiek aanspreken. Dat laat ons toe om op termijn pakweg internationale schrijvers te kunnen verwelkomen. En verder zijn we vooral bezig met de nieuwe beleidsplannen. Zo bekijken we om de exploitatie te doen van een nieuwe concertzaal onder het Wintercircus, vanaf 2023.”

Aan testevents doen jullie niet mee?

(lacht) “Nee. Heel dat discours daarover… ronduit hallucinant is dat. Ik ben heel benieuwd naar de wetenschappelijke resultaten van in de Colruyt of de Ikea. We gaan vijf manieren uitwerken om de publieksstroom te meten , klinkt het. Heb je een bierkaartje? Dan teken ik het meteen uit voor De Vooruit. Dat je zoiets doet voor pakweg een Lichtfestival, oké. Maar voor mensen die hun gebouw en sector door en door kennen? Daar heb je geen wetenschap voor nodig. Het lijkt erop dat de politiek iedereen content wilde maken met een dooie mus.”

Iets zegt ons dat dit de meest uitdagende periode in je carrière is…

“Absoluut. Het is ook niet de schoonste. (denkt na) Ik wil vooral niet de man zijn die dit huis door de crisis heeft geloodst. Uiteraard ga ik dat doen, maar ik wil vooral nog meer fantastische dingen kunnen doen. Ik haal mijn energie uit dingen zién, uit dat artistieke werk, uit dat babbeltje achteraf aan de toog, met de artiest én je publiek.”

In juni ben je hier nu vier jaar actief. Hoe kijk je daarop terug en welke richting wil je nog uit?

“Toen ik hier aankwam, was het intern nogal… euh, stormachtig. Ik vond het belangrijk om eerst dat op punt te krijgen en ook het vertrouwen te winnen. Mijn tweede doelstelling is die van vandaag: hoe kunnen we dit huis nog meer connecteren met de binnenstad? Als ik een gat door de muur boor, zit ik in het bureau van de rector. Die muur daar (wijst naar buiten, red.) is de zijgevel van de VOKA. En we zitten ook vlakbij de Krook. Hoe krijg je al die kennis, dat artistieke en die technologie dichter bij elkaar en vooral: hoe versterk je elkaar?”

Ondanks de recente blutsen en builen blijft De Vooruit nog altijd een instituut.

“Dat is waar, maar ik wil nieuwe dingen kunnen doen, niet teren op de goede naam of dit fantastisch gebouw.”

Is er nog een doel carrièregewijs?

“Daar ben ik eigenlijk niet zo mee bezig. Ik denk zeker niet na in de zin van carrièreplanning. Maar dit is niet mijn laatste job. Ik vind het hier geweldig, maar uit respect voor dit huis moet ik hier ook niet té lang zitten. Voor hetzelfde geld is mijn volgende job voor een vzw die maar uit drie mensen bestaat maar wel zeer relevante dingen doet. Het gaat niet om prestige. Dat interesseert me werkelijk niks.”

Wat doe je doorgaans qua ontspanning?

“Reizen. Ik ben vooral verknocht aan het gebied rond de Himalaya. Ik heb een ongelooflijke connectie met Nepal. In 2003 ben ik een vijftal maanden op reis geweest en verbleef ik er vier weken. In een noordelijk bergdorpje Kyanjin Gompa raakte ik aan de praat met een arme familie en nam ik me voor om de financiële kosten van het onderwijs van hun dochter Tsering Sangmo voor mijn rekening te nemen. Dat menselijk contact mis ik. Dat zorgt ook voor nieuwe input en creativiteit. Het maakt alles wat ik doe zo verrijkend.”

Tot slot, wanneer mogen we de nieuwe naam voor De Vooruit verwachten?

“We hebben onszelf geen deadline gesteld. Ik zou het wel graag koppelen aan ons nieuw programma. De naam is belangrijk, maar we hebben zoveel meer te vertellen. Het zou wel tof zijn als we pakweg ons programma voor dit najaar onder die naam kunnen lanceren. (snel) Maar het kan ook vroeger zijn, natuurlijk. We pinnen ons daar niet op vast.”