Vanaf woensdag 13 december kan je in de bioscoop kijken naar ‘J’aime la vie’, de hartverwarmende film die acteur Mathias Sercu niet alleen schreef, maar ook regisseerde. En of het een pareltje is. “Ik hoop vooral dat het veel mensen aanspreekt.”
‘J’aime la vie’ draait rond Mira, een levenslustige moeder wiens leven overhoop wordt gegooid als ze te horen krijgt dat ze kanker heeft. Het spoort haar aan de familiebanden weer aan te halen, dus nodigt ze haar vervreemde broer uit voor een weekendje in de Ardennen. Mocht de synopsis enigszins zwaarmoedig klinken… het is het allerminst. ‘J’aime la vie’ is een ijzersterk geschreven en geacteerde ode aan het leven, waar verbinding en graag zien centraal staat. Is de kans op tranen groot? Ja, maar die op een lach evenzeer. Een must-see zonder meer!
Voor Mathias, die hiermee zijn regiedebuut maakt, is het een persoonlijke verhaal. De kiem voor het scenario ontstond in 2015 bij zijn broer, bij wie een paar jaar eerder kanker was vastgesteld. In 2017 kreeg Mathias een zware burn-out, om een jaar later weer in gang te schieten. Eind 2019 kregen ze een ‘go’, maar toen was er covid. En toen de opnames van start konden gaan, bleek ook zijn zoon terminaal ziek. “Je voelde aan iedereen die bij de film betrokken was, dat ze bezig waren met het verhaal van Tore”, aldus Mathias. “Op de set was er een soort extra kracht om dat verhaal zo goed mogelijk te vertellen. Achteraf gezien is het een puzzel geworden met allemaal mooie mensen, één voor één.”
Je slaagde er in om een topcast te verzamelen, met onder meer Janne Desmet en Jurgen Delnaet.
“Ze zijn fantastisch, inderdaad. Bij Janne voel je hele tijd een hele wereld achter die indringende ogen. En oorspronkelijk zou ik de rol van Jurgen vertolken. In het begin had ik hem – als maat – het scenario laten lezen, en hij zei nog om te lachen: ‘mocht je ooit iemand nodig hebben om Rocco te spelen, roep gerust!’. Eerst zou Eshref (Reybrouck, die ook Marsman regisseerde, red.) de regie voor zijn rekening nemen, maar toen hij wegviel, kwamen ze bij mij aankloppen.”
Ook de nevenpersonages worden voortreffelijk neergezet, met enkele geweldige scènes als gevolg.
“Die scène met Els Olaerts, bijvoorbeeld. Je zit daar naar te kijken en denkt: what the fuck. En na elke take kwam ze vragen of het wel goed was. En ik kon alleen maar antwoorden: ‘meen je dit nu, Els?’. (lacht) Dat was ook de magie van Anton (Mertens, cinematograaf, red.). We begonnen elke scène door iedereen naar buiten te sturen, met uitzondering van de spelers, Anton en ikzelf. We bekeken de ruimte en vroegen ons af hoe we het gingen doen. Dan kwam de hele ploeg erbij, draaiden we dat en het wérkte. Ik noem mezelf nog altijd geen regisseur, trouwens. Als Peter Bouckaert vraagt om het derde seizoen van Chantal te draaien, dan ga ik passen. Ik had heel veel vertrouwen in Anton, omdat ik wist hoe hij te werk ging. Het grote voordeel was dat de acteurs konden doorspelen. Er werd dus niet gefilmd in kleine stukjes. Dat zorgde ervoor dat de spelers altijd in het moment bleven. De scène bijvoorbeeld op het terras met Janne en Jurgen, daarbij lieten we gewoon de camera lopen en zeiden we tegen hen: neem je tijd. Al zeg je twee minuten niets, doe maar. En dan zie je als regisseur een innerlijke wereld voor je neus ontstaan, met alles wat niét gezegd wordt. Héérlijk is dat.”
Dit is ook letterlijk een heel persoonlijke film geworden. Ik zag in het openingsshot je broer passeren en binnen de tien minuten ook je andere broer en zoon.
“Ook mijn dochter en mijn petekind Emma passeren de revue. Mijn broer Sam heeft overigens een t-shirt aan met ‘oh crap’ op, eentje die hij kreeg van mij op zijn 50ste verjaardag en die hij altijd droeg toen hij naar de chemo moest.”
Wat ook fijn is: de zoon van het hoofdpersonage wil een meisje worden en dat is (terecht) de normaalste zaak ter wereld.
“In Marsman ging het eigenlijk ook niet echt over autisme. Toen we ermee de Prix d’Italia wonnen, stond in de synthese dat de belangrijkste les was dat het ok was om anders te zijn. En daar draait het om, ook hier. Een aantal jaar geleden werd Laurence Roothooft aangesproken door de muzikanten van Kids with Buns die compleet starstruck waren, omdat ze als tieners Marsman zagen met daarin een lesbisch koppel, waarbij dat heel gewoon was. Voor hen was dat een rolmodel. Dat is een fantastisch compliment. Het VAF maakte zich aanvankelijk zorgen dat een ‘jongen dat eigenlijk een meisje wil zijn’ misschien het onderwerp te veel zou zijn, maar het zou niet dezelfde film geweest zijn. Het is gewoon een deel van het leven.”
Wat verwacht je dat de film gaat doen?
“Eerlijk, ik heb gemaakt wat ik wilde maken, en ik hoop vooral dat het veel mensen aanspreekt. Want de afgelopen jaren hebben me geleerd hoevéél mensen in aanraking komen met kanker. En dan is het goed om dat bespreekbaar te maken, en het hebben over de verbinding. Ik hoop dat we vooral daarin een verschil kunnen maken.”
‘J’aime la vie’ is vanaf vandaag te zien in de bioscoop.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier