Gilles Coulier, producer van ‘Julie zwijgt’: “De druk kan ongelooflijk beklemmend zijn”

‘Julie zwijgt’ maakte indruk op Cannes en is de Belgische inzending voor de Oscars. Een sterk debuut voor regisseur Leonardo Van Dijl. © GF
Bert Vanden Berghe

Vanaf vandaag speelt ‘Julie zwijgt’ in de zalen. Nadat de film van Kortrijkzaan Leonardo Van Dijl al indruk maakte op het Filmfestival van Cannes is de film ook de Belgische inzending voor de Oscars. Wij spraken met de man die hem ontdekte: Gilles Coulier, zelf regisseur van onder meer ‘Bevergem’ en ‘De Dag’.

Tennistalent Julie besluit zich in stilte te hullen als haar coach wordt geschorst voor vermeend misbruik. Een verrassende, maar doordachte keuze, wat voor een interessante premisse zorgt in Julie zwijgt. Critici zijn het er al even over eens: regisseur Leonardo Van Dijl, met roots in Harelbeke, pakt uit met een debuutfilm om u tegen te zeggen. De film viel in de prijzen op het Filmfestival van Cannes, met complimenten van tennisster Naomi Osaka, ging in première op het Filmfestival van Gent én is de Belgische inzending voor de Oscars begin volgend jaar. Het is dan ook geen grote verrassing dat de ruggensteun van Leo productiehuis De Wereldvrede is, dat mee geleid wordt door Bruggeling Gilles Coulier. Hij zette zich als regisseur op de kaart met enkele kortfilms, brak door in Vlaanderen met Bevergem en scoorde nadien nog met onder meer Cargo, De Dag en War of the Worlds. De afgelopen jaren gaf hij als producent voorrang aan het werk achter de schermen, waarmee hij beloftevolle makers als Kato De Boeck en Flo Van Deuren (Roomies) en Wannes Destoop (Albatros, Holy Rosita) de broodnodige ondersteuning gaf. “De film is allerminst een therapeutisch drama geworden”, aldus Gilles. “Het is een supertoegankelijke film, fenomenaal vertolkt, heel secuur gefilmd en ook nog eens erg actueel.”

Pain in the ass

“Tien jaar geleden keken we om met ons productiehuis De Wereldvrede (dat hij runt met Gilles De Schryver en Wouter Sap, red.) ook jong talent op de kaart te zetten. Sindsdien trekken we elk jaar naar het Kortfilmfestival van Leuven. Nog voor hij in de prijzen viel met zijn kortfilm (Umpire, red.) had Gilles hem al gesproken en verteld dat hij met Leonardo een film wilden maken. Ik ben nooit op zoek naar de perfecte filmmakers, maar eerder naar een soort van Bob Dylan. De stem van de filmmaker hoeft niet de beste, luidste of meest geschoolde te zijn, maar je moet in één ogenblik weten dat hij/zij het is. Leonardo heeft die stem. Erna maakten we eerst zijn kortfilm Stephanie, die ook in Cannes in premiere ging. Een soort eerste test. Ik ga niet met iemand een langspeelfilm of reeks draaien als ik die persoon niet door en door ken. Je moet alles kunnen zeggen tegen die persoon en omgekeerd. Is het een goeie match? Kunnen we elkaar vinden? Maar ook omgekeerd, kunnen wij iets voor de maker betekenen? Soms ben ik een pain in the ass die blijft doorvragen, maar alles staat in functie van het eindresultaat. En die lat ligt hoog.”

Regisseur Gilles Coulier: “Ik kan een pain in the ass zijn, ja.”
Regisseur Gilles Coulier: “Ik kan een pain in the ass zijn, ja.” © GF

Mensen raken

“Mijn rol als producent is vooral de ruimte geven aan de maker om te excelleren in waar hij goed in is. Iedereen heeft een andere aanpak en benadering nodig. Leo bijvoorbeeld, weet verdomd goed wat hij wil. Dat er druk bij komt kijken? We proberen druk of verwachtingen zo min mogelijk te laten doorsijpelen in het maakproces. Het is ook niet zo dat pakweg een internationale prijs de standaard is. Dat is een beetje zoals je kinderen die een verschillende richting uitgaan. Je bent niet trotser omdat een van hen meer succes heeft. In het verleden hebben wij ons ook al eens blindgestaard op prijzen of publieksbereik. Maar er zijn films die een klein publiek bij ons bereiken en dan aan 27 landen verkocht worden. Wij willen zoveel mogelijk mensen raken en dat stopt niet aan de Belgische grens.”

Wat opvalt in de projecten van De Wereldvrede is dat ze vaak ook een maatschappelijk debat oproepen. “De makers die naar ons komen, zijn mensen die kritisch naar de wereld kijken, en niet alleen bepaalde zaken in vraag stellen maar die vraag ook durven stellen aan de kijker. In elk goeie film zit zo’n thematische vraag.”

Een goede filmmaker durft ook risico’s nemen, door bijvoorbeeld een niet-acteur een hoofdrol te geven. “Tessa (Van den Broeck, red.) is zonder meer verbluffend. Leo wilde een personage dat op vlak van tennis niet door de mand viel, en het voordeel aan een topsporter als Tessa is dat zij een ongelooflijke inzet voor de dag legde. Ze vond het hoger doel ook belangrijker dan zichzelf.”

Vrijuit kunnen werken

Hetzelfde valt min of meer te zeggen voor Gilles zelf, die de afgelopen jaren vooral hard achter de schermen timmerde. Hij benoemt – geheel in het thema van de film – wél waar het pijnpunt zit. “Drie weken geleden zag ik voor het eerst in zes jaar nog eens Cargo. Dat was lang geleden. Ik had in mijn hoofd gestoken dat de film de doelstellingen – die ik dacht te behalen – niet had gehaald. En hoewel de film goed onthaald werd door critici en het publiek, was er dat klein donker stemmetje in mijn achterhoofd dat focuste op de negatieve dingen. Het is niet dat ik doorgaans mezelf de hemel inprijs, maar door mezelf de hele tijd naar beneden te duwen, was die druk ongelooflijk beklemmend. Als maker moet je vrijuit kunnen werken, en dat ging niet meer in het traject nadien. Ik heb nog De Dag en War of the Worlds gedraaid, maar dat had ik niet zelf geschreven. De komst van mijn dochter heeft evenwel veel in perspectief geplaatst. (denkt na) Ik wil onze regisseurs die ik begeleid behoeden voor de fouten die ik zelf gemaakt heb, om er zo voor te zorgen dat ze geen acht jaar verliezen om een volgend project in handen te nemen.”

Dat project heeft al een paar jaar een titel: Beats of Love, waar ook onder meer Gilles De Schryver aan meeschrijft. “Ik neem de regie voor mijn rekening. De lat ligt weer hoog, maar vooral vanuit mezelf.”

‘Julie zwijgt’ speelt momenteel in de bioscoop.