Dinsdag trok in Blankenberge de stoet van de Vuûle Jeanetten door de straten, de afsluiter van carnaval.
Een ‘Vuûle Jeanet’ was vroeger iemand die met carnaval geen kostuum kon huren of kopen en die zich dan maar vermomde met wat hij (of zij) thuis kon vinden. Dat waren vaak de oude kleren van de echtgenote, moeder of de grootmoeder. Daar horen bontjassen, vogelkooien, pruiken en veel andere attributen bij.
Veel kijklustigen
‘Vuil’ sloeg zowel op de slordige kledij als op de vuile, gemene taal die de ‘Voil Jeanetten’ bij het verwijten gebruikten. De stoet en de Jeanetten konden in Blankenberge op heel wat belangstelling rekenen.