“Vooraf wist ik niet eens dat deze job bestond, maar nu is het mijn droomjob.” Kortrijks regisseur Michaël Vandewalle heeft z’n draai in de artistieke wereld meer dan gevonden. Zijn sociaal-artistieke voorstellingen bij Antigone zijn een vaste afspraak geworden voor elk cultuurminnend Kortrijkzaan. De jongste jubileumvoorstelling – we zijn al aan tien edities toe – gaat over de mode-industrie. Van tweedehandskleren tot sweatshops in Bangladesh. Ze passeren allemaal over de catwalk.
“Ik ben er hier bij Antigone wat ingerold via Jos Verbiest, onze vorige artistiek leider. Jos gaf les in het RITCS in Brussel, in de periode dat ik er studeerde. Hij vertelde me dat ze iemand zochten om kampjes te geven in Antigone in de zomermaanden. Ik zag dat wel zitten. Zo is er geleidelijk aan steeds meer bijgekomen. Ondertussen zit ik hier nu twaalf jaar en doen we met Défilé PUR onze tiende voorstelling.”
En je doet het nog altijd heel graag?
“Het is mijn droomjob geworden, al wist ik vroeger gewoon niet dat de job bestond. Het blijft heel leuk en ik haal er veel voldoening uit.”
Je staat bekend om je sociaal-artistieke benadering in theater. Vanwaar komt dat precies?
“Ik ben zeker sociaal ingesteld, anders deed ik dit niet. Ik ben gewoon van nature iemand die met een grote groep wil samenwerken. We zitten ondertussen met 43 (!) acteurs in onze Antigone-groep. Toen ik nog aan het RITCS studeerde, mochten we op toonmomenten laten zien wat we konden. Dat waren doorgaans solovoorstellingen. Niet bij mij. (lacht) Ik nam heel de klas mee in mijn voorstelling! Wat ik nu bij Antigone doe, is hetzelfde, maar gewoon in het kwadraat. Elk jaar komen er ongeveer een kleine tiental nieuwe acteurs bij (al stromen er ook telkens uit, red.). Het is ook een heel gevarieerde groep. De oudste is 83, de jongste een jonge twintiger.”
Michaël Vandewalle
Werk: Geeft les aan het RITCS in de pedagogische master en aan de academie van de Brugse kunsthumaniora.
Privé: Woont in Kortrijk met zijn vriend en kunstenaar Jonas Vansteenkiste.
Antigone: Al twaalf jaar verbonden aan Antigone. ‘Défilé PUR’ is zijn tiende voorstelling.
Wie behoort er precies tot die groep?
“Het zijn op zich geen acteurs. Ze spoelen hier soms echt aan. (lacht) We hebben wel al wat connecties binnen het welzijnswerk of de psychiatrie die mensen dan doorverwijzen naar ons. Mensen in maatschappelijk kwetsbare posities kunnen bij ons terecht. Het kunnen trouwens ook effectieve nieuwkomers zijn. Zo zit er iemand in onze groep die recent in Kortrijk is komen wonen. Ze vertelde aan Giovani’s vrouw (Giovani Vanhoenacker is samen met Michaël de verantwoordelijke van het project, red.) dat ze hier moeite heeft om mensen te leren kennen. Ze is bij Antigone aangekomen en kende op slag 42 nieuwe mensen in Kortrijk!”
Hoe ziet de voorbereiding van zo’n stuk eruit?
“We starten met het traject in januari en eigenlijk komt alle input van de acteurs zelf. We doen gesprekken, improvisatie-opdrachten, oefeningen op tekst, beeld en beweging… Wat moet je je voorstellen bij zo’n oefeningen? In de voorbereiding van de voorstelling Stereo Denta Plastique was dat bijvoorbeeld: bedenk eens een naam voor een rusthuis. Een van de jongeren kwam met Huisje plas in je broek, waarop iemand die al wat ouder was reageerde: “Ooit word jij ook oud en plas je in je broek, hoor!”
“Ik schrijf het stuk, maar ik gebruik de inkt van de acteurs”
Daar kwam een geweldig gesprek uit. Je leert bij van elkaar. Kijk, als je een muziekinstrument speelt, kan je je achter je instrument verstoppen. Bij theater moet je je ergens wel blootgeven. Als je meedoet aan dit project, moet je dat zien zitten. Je moet een mensenmens zijn. Na de vele oefenmomenten en gesprekken, kom ik dan tot de tekst. Ik zeg altijd: ik schrijf het stuk, maar het is met de inkt van de groep. We bepalen voordien het thema. Vorig jaar kozen we voor politiek, omdat de voorstellingen net voor de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen kwamen. Dit jaar hebben we gekozen voor de mode-industrie.”
Wat is ‘Défilé PUR’ geworden?
“Het is veel beeldender dan vorige edities. Dat komt ook wel door de samenwerking met Giovani. Hij is scenograaf van opleiding. Normaal gezien komt hij pas in de laatste fase erbij, maar nu hebben we het echt van in het begin samen gemaakt. We waren aan het brainstormen en hadden het op een gegeven moment over een catwalk. We zijn daarbij gebleven en verwerkten dat in het stuk. Op de catwalk zullen allerhande personages passeren. Wat je draagt, zegt immers iets over je identiteit, tot welke subcultuur je behoort… Daarnaast heb je natuurlijk ook nog eens de productie van kleren. Ze worden vaak in Bangladesh gemaakt en wanneer we ze niet meer nodig hebben, sturen we ze in zakken terug op. We zijn soms geen mensen meer, maar vooral consumenten.”
Hoe waren de gesprekken tussen de acteurs voordien? Waren er conflicten tussen moraalridders die bewust met hun kleren omgaan en fervente supporters van de ultra fast fashion?
“Als je er bewust mee bezig bent, is dat omdat je er ten eerste de portefeuille voor hebt. Je moet eens een ecologische jeansbroek kopen. Dat kost 300 euro! Je merkt alleszins dat de tweedehandsmarkt populairder wordt. Soms kwamen acteurs hier toe met een hoop kleren die ze anders zouden weggooien. Aan de andere kant was er iemand die shopverslaafd bleek te zijn. Dat komt dan natuurlijk ook naar boven in de voorstelling.”
Wat voor consument ben jij?
“Ik probeer telkens stil te staan of ik het product dat ik vast heb wel echt nodig heb, en ik probeer niet te veel op het internet te kopen. Maar het lukt niet altijd, hoor! Ik denk dat ik er redelijk bewust van ben. Ik probeer ook dingen echt op te gebruiken.”
Kan je ten slotte al een tipje van de sluier lichten over Défilé PUR?
“Het is iets heel anders dan de vorige voorstellingen. Het heeft een performance-achtige inslag, is visueel, soms zelfs wat donker, kan neigen naar opera, maar er zit ook humor in. Sommige acteurs hebben verschillende kostuums, dus dat is ook een extra uitdaging voor ons.”
De voorstellingen lopen van 22 mei tot en met 7 juni. Tickets kan je verkrijgen via de website. ‘Défilé PUR’ is een voorstelling van Michaël Vandewalle en Giovani Vanhoenacker.