Hubert Rubbens neemt na deze editie afscheid van ‘zijn’ Oostende voor Anker

Hubert Rubbens: “De volgende edities van Oostende voor Anker liggen al contractueel vast.” © Marc Loy
Marc Loy
Marc Loy Medewerker KW

Van donderdag 23 tot en met zondag 26 mei loodst Hubert Rubbens voor een laatste keer Oostende voor Anker door een erg drukke maritieme vierdaagdse. Na 23 succesvolle en twee verzopen corona-edities neemt hij definitief afscheid van zijn varend erfgoedfestival. Sinds 2000 is Oostende voor Anker de ouverture van de zomerse evenementenkalender. Samen met de grote roerganger blikken we terug.

Als pr-man van onze Marine bemant Hubert Rubbens (60) in 2000 in de vertrekhal van het treinstation een infostand over onze Zeemacht. Aanleiding van deze reünie van een aantal bewimpelde zeilende oldtimers in het Mercatordok en wat animatie op de kade is de feestelijke droogzetting van het museumschip Amandine. De volgende edities entert Oostende voor Anker definitief de toeristische zomeraffiche. Vanaf jaargang 2003 neemt Hubert, geassisteerd door Pit De Jonge, het roer definitief over van Chris Vandewalle.

“Als broekje van zeven mocht ik met mijn pa de vlootparade van onze Zeemacht meevolgen vanop de bovenste verdieping van het pas gebouwde Europacenter. Na de plechtigheid aan het Zeeliedenmonument met al die kreukvrije blauwe uniformen, behangen met medailles en sabels, wist ik het zeker: de Marine zou het halen op mijn kinderdroom om ooit loods te worden.” Als tiener kweekt Hubert zeebenen en discipline bij de Zeescouts en later bij Marinekadetten. Daar kijkt hij op naar commandant Jean-Claude Liénaert en Jan Dreesen, ooit de schipper van koning Boudewijn. “Toch raar, hé, want in mijn familie is er tot hoog in de stamboom geen zeeman te bekennen.”

Vijf uur slaap

Na een paar jaar O.-L.-V.-College lonkt een opleiding bij de Zeemacht. Maar met zijn bijna twee meter belandt Hubert willens nillens bij de artillerie. Toch weet hij zijn carrière ook op zee uit te bouwen, inclusief de operaties tijdens de twee Golfoorlogen. Twaalf jaar lang is hij later ook de gedreven organisator van de Vlootdagen op de Marinebasis van Zeebrugge. Die vakkennis komt hem goed van pas bij de drukte rond Oostende voor Anker, die zich ten huize Rubbens ieder jaar vooral manifesteert tussen januari en april, bij de aanloop naar weer een volgende editie.

“Toen ik nog werkte, stond ik in die periode om 4.30 uur op, liep mijn kilometers tot Middelkerke, douchte om 6 uur en vertrok om 7 uur richting marinebasis. Na mijn job bereidde ik Oostende voor Anker voor, tot diep in de nacht. In die beginperiode was dat nog zonder iPhone en sociale media. Gelukkig kon ik toen nog functioneren met vier à vijf uur slaap.”

Sirene

Van de vele toffe herinneringen aan voorbije edities noteert Hubert met stip in zijn logboek het incognito bezoek van het toen nog prinselijke paar Filip en Mathilde met hun kinderen en ook dat, nu precies tien jaar geleden, van de voormalige regerende vorst Albert II en koningin Paola. “Toch wel een blijk van waardering van de hoogste instanties voor onze organisatie”, vindt Hubert, die zijn vrijwilligers overigens ook had wijsgemaakt dat je de koning aanspreekt met sire en de koningin met sirene.

Het meest penibele moment was in 2002, toen de windjammer en blikvanger Sedov vanuit het Russische Moermansk het bevel kreeg de Oostendse haven niet binnen te varen omdat schuldeisers dreigden het daar aan de ketting te leggen. “Ik heb toen op de Oostendse rede nog meer dan een half uur aan boord onderhandeld met de commandant, maar het mocht niet baten. Gelukkig werd de Sedov twee jaar later dan toch een filevormende publiekstrekker.”

Wat nu?

In 2019 nam Toerisme Oostende de organisatie in handen met Hubert als gewaardeerde en onmisbare curator. “Een aantal voor mij minder boeiende taken, zoals facturatie en administratie, vielen weg. Samen met mijn Rode Broeken diende ik me alleen nog bezig te houden met de creatieve aspecten van het evenement, de pr, de praktische problemen,… En voor het eerst kreeg ik ook mijn onkosten terugbetaald!”

Maar wat nu de grote roerganger zelf het anker licht? En wat met zijn Rode Broeken? “De meesten van mijn trouwe vrijwilligers die ik in maart heb ingelicht, hadden mijn afscheid verwacht en wellicht zullen velen, gezien hun leeftijd, ook in schoonheid afsluiten. Een aantal blijft waarschijnlijk wel aan boord. Weet dat de helft van mijn ploeg er al bij is sinds de start van. Hoe het verder moet? Er liggen alvast nog een aantal edities contractueel vast en na Oostende voor Anker 2024 kunnen alle betrokken partijen eens rustig brainstormen over een nieuwe aanpak.”

Olympische Spelen

Voor Hubert dreigt alvast niet het zwarte gat. “Sinds mijn pensionering ben ik ook meer en meer betrokken bij de organisatie van de Tall Ship Race in bijvoorbeeld de havens van Duinkerke en Antwerpen. Als scheepsagent verleen ik ook mijn diensten bij havenfeesten in Vlissingen, Brussel,…” Zelfs de Franse organisator van de opening van de Olympische Spelen op de Seine in Parijs doet in juli zeven dagen lang beroep op Hubert, bij de openingsceremonie op het water. Daar zal hij in het kielzog van de vlootparade als chef de manoeuvres de circa 180 deelnemende vaartuigen coördineren.

Sinds hij met de graad Eerste Meester Chef als persverantwoordelijke en woordvoerder van de Marine afzwaaide, wandelde Hubert als Compostella-pelgrim 17.000 euro bijeen voor onder andere de vzw Lichtbaken en leidde hij drie hulpgoederenkonvooien naar Oekraïne. Hij kijkt nu verder al uit naar een zeilcampagne als stuurman aan boord van de Morgenster naar de Kaapverdische Eilanden, wil La Route Maritime tussen Oostende en St.-Nazaire fietsen, veel lezen en meer tijd maken voor de familie. Slapen kan immers later nog.