Een halve eeuw ‘Missierama’ in Deerlijk

Een groepje vrijwilligers staat voor de 50ste maal in voor de organisatie van ‘Missierama’. Zaterdagavond 23 en zondag 24 september wordt het gezellig in d’Iefte met o.a. barbecue, rad van fortuin en een bar.

Frans Kemseke was er vanaf het eerste jaar bij en herinnert zich de start nog goed: “Toen pastoor Jozef Fruytier en een equipe in 1973 op een zondagnamiddag in de toenmalige H.-Hartzaal startten met koffie, gebak en een pintje om geld in te zamelen voor de missionarissen, vroeg mijn moeder om een handje toe te steken.”

Onbekende ziekte

“Omdat ik toen als 21-jarige sceptisch stond tegenover geld voor de missies, besloot ik samen met mijn broer Marc en mijn vriend Karel Naessens om een maand naar Afrika te reizen. We wilden zien wat er met dat geld gebeurde. Ik heb ze toen gezien, die mannen en vrouwen bij de zelfgebouwde klas, in ziekenhuizen, met tuberculose- en aidspatiënten. Deze zieken mochten door ons niet bezocht worden, omdat de ziekte toen nog onbekend was en dodelijk”, vertelt Frans.

“Ik heb ook die zusters en verpleegsters gezien tussen de melaatsen, zo dankbaar omdat iemand voor hen zorgde. Die dankbare blik van die melaatsen zie ik nog altijd, en dit gaf me de moed om 50 jaar mee te werken aan Missierama, zoals de naam in de loop van de jaren is veranderd.”

Hij kent nog de pioniers: “Ik denk aan Eugeen Matthijs, Eric Desimpel, Dees Breda, Frans Benoit, Xavier Verhaeghe (recent overleden, red.) en Jozef Labeeuw. Wij konden ook rekenen op meer dan 70 vrijwilligers tijdens ons weekend om groenten te wassen en te snijden, de zaal klaarzetten en afwassen, eten en drank bestellen en afruimen. Wie herinnert zich niet de hoogtepunten van wel 750 maaltijden tijdens het weekend waarbij er de zondagmiddag een ploegensysteem moest ingevoerd worden.”

Geld schenken

“Het was aangenaam om met zovelen samen te werken om zoveel mogelijk geld in te zamelen, om daarna persoonlijk het geld te schenken aan de missionarissen. Ik mag ook de bijdrage van de missienaaikring niet vergeten en de opbrengst van de spaaractie.”