Tientallen locaties van een internationaal straattheaterfestival drie dagen bedienen van licht en geluid, en liefst zonder pannes: bij deze technische uitdaging kreeg De Gevleugelde Stad in Ieper hulp van leerlingen uit het Brugse VTI. “In de paasvakantie, ja, maar dat moet je ervoor over hebben.”
“Een onverwacht probleem? Dan moeten wij MacGyver spelen: knutselen tot de boel draait.” André Demarbaix (53) is theatertechnicus van het Ieperse Cultuurcentrum. Samen met vijf collega’s van de stad wordt hij elk jaar ingeschakeld voor De Gevleugelde Stad, het internationaal promotiefestival voor straattheater en circus in Ieper.
“Toch wel een uitdaging”, aldus André. “Er zijn zeker zeventig locaties en podia, binnen en buiten, van de vestingen tot de binnenstad. Deze hebben voldoende materiaal en belichting nodig. Vooraf hebben we een hoop zoekwerk naar het juiste materiaal: we moeten een enorme technische puzzel leggen. Tijdens het driedaags festival moeten we wel eens in ons haar krabben bij plotse problemen: we hebben nog vijf minuten, hoe gaan we het oplossen?”
Spots vervangen
De vaste technische ploeg van de stad Ieper kon tijdens de voorbije 22ste editie van De Gevleugelde Stad rekenen op de hulp van een groep jonge vrijwilligers: leerlingen podiumtechnieken van het VTI uit Brugge. “Ik was aan de slag op het Esplanadeplein”, vertelt Jurre Verheyen (19) uit Oostkamp. “Ik vond het een zeer uitdagende opdracht met heel wat verschillende artiesten en optredens. Ik hielp vooral mee met de opbouw en tijdens de shows was ik de back-up voor het geval iets zou misgaan. Wat ook effectief gebeurde: ik moest twee spots vervangen. Zonder ons geen show? Dat klopt, of toch geen licht- en geluidsshow.”
Vakantie?
“Ik zorgde onder meer voor licht en geluid voor de tent en podia in het Hamiltonpark”, zegt Ward Deschryvere (17) uit Brugge. “Ik leerde veel bij. In totaal zijn we er vier dagen geweest: donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag. In de paasvakantie, ja, maar dat moet je ervoor over hebben. Zo’n straattheaterfestival is voor mij de eerste keer. Een ander soort publiek en optredens die ik nooit eerder zag. Heel speciaal.”
“Die jonge gasten kennen vooral fuiven, optredens, Werchter, Pukkelpop en dancefestivals. Hier ging een andere wereld voor hen open”, stelt hun leraar Erik Sierens (61) uit Oudenburg. “Ik probeer allerlei festiviteiten voor te schotelen aan de leerlingen zodat ze overal van proeven. Zo’n festival kunnen we niet opbouwen op school, dus beschouwen we dit als les op verplaatsing. Vakantie? Dat is nu eenmaal onze sector: wanneer iedereen zich amuseert, moeten wij werken. Voor deze vakantie hadden ze wel al veertien dagen verlof, dus dit wordt gewoon op een ander tijdstip ingevuld.”
Onmisbaar
Voor Jan Victoor (73) van De Gevleugelde Stad zijn de vrijwillige VTI’ers uit Brugge onmisbaar. “Zo’n festival moet technisch haalbaar blijven”, benadrukt Jan. “Het was een prachteditie en we hadden meeval met het weer. Door de windvoorspellingen overwogen we een binnenprogrammatie op zondag, maar dat bleek uiteindelijk niet nodig. Op alle locaties was heel wat volk, problemen waren er amper.”
“De klant is tevreden, dus het is goed geweest”, stelt Erik vast. “Of deze leerlingen nu geslaagd zijn? Dat beslissen we op het einde van het schooljaar. Naast de praktijk zijn er nog algemene vakken. Voor sommigen is het werkveld toffer dan Frans, Nederlands en andere algemene vakken. Ze leerden hier wel artiesten kennen en andere talen gebruiken: Engels, Frans, Spaans, Italiaans… Leren communiceren op allerhande manieren, desnoods met handen en voeten, is ook een stuk van de opleiding. Ze amuseerden zich en leerden hopelijk wat bij.”
“Vlaamse pionier”
“Het is onze vijfde samenwerking met De Gevleugelde Stad”, aldus Erik. “Voor ons past het niet altijd, omdat we ook andere projecten hebben in dezelfde periode. In Vlaanderen zijn we pionier met het vak podiumtechnieken in het VTI van Brugge. We maakten leerplannen, onderhandelden met allerlei instanties en startten op in 2004. Intussen zijn we uitgegroeid tot een volwaardige afdeling die in heel het land gekend is. De leerlingen komen van overal. Je doet dit vak niet zomaar, maar met passie en gedrevenheid.” (TP)