Aan de vooravond van de vijfde ‘verjaardag’ van de aanslagen in Brussel, pakt Eén vanaf dinsdag 9 maart uit met de docureeks ‘Salah’, die ongetwijfeld flink wat stof zal doen opwaaien. Kan ook moeilijk anders als een programmamaker als Eric Goens, met roots in Koksijde, een opmerkelijk portret schetst van een doodgewone jongen uit Molenbeek die uitgroeide tot een terrorist die Parijs, Brussel en de hele wereld op zijn grondvesten deed daveren. “Er bleef maar één vraag onbeantwoord: waar kwam al dat geld vandaan?”
Voor het productiehuis van Eric Goens zijn het drukke tijden, met zo’n 24 reeksen in de steigers, goed voor 172 afleveringen. Op VTM heeft Goens al Later als ik groot ben lopen, en straks ook Flikken BXL , waarbij Karel Lattrez een inkijk geeft in het meest besproken politiekorps van het land. Op Eén zit de veelbesproken reeks rond Bart De Wever er nog maar net op, of met Het Nieuwshuis stoomt hij zich alweer klaar voor het veelbelovende Salah . Net als het verhaal van de terrorist, is ook niet echt duidelijk waar het programma ontstond. “Na de aanslagen ben ik drie maanden gaan wonen in Sint-Jans-Molenbeek”, weet Eric. “Ik wilde een portret schetsen van die zo verguisde stad, die zelfs Donald Trump bestempelde als hellhole . Dat verhaal heeft me eigenlijk nooit losgelaten, net als de figuur Salah Abdeslam. Wie ben je? Wat heeft je bezield?”
Toen kreeg je daar niet echt een antwoord op.
“Het ging toen ook echt over Molenbeek zelf. Ik ben daar binnengestapt met het vaak herhaalde riedeltje dat er zich bij wijze van spreken onder elke hoeksteen een extremist bevond. Ik ben daar heel warm ontvangen geweest. Wie Salah was, vond je daar niet. (denkt na) Elk woord dat Salah ooit gezegd heeft, kennen we. We hebben de conversaties die hij had met de gerechtelijke instanties gereconstrueerd. Het valt op dat hij – zeker in het begin – heel erg wilde meewerken. Dat hij zonder omwegen of schroom vertelde waar hij zijn geld vandaan haalde, zijn ontstekingsmechanisme en waar hij wie heeft opgevist. Maar toen hadden ze in de gevangenis van Brugge het nobele idee om hem naast Mehdi Nemmouche (die een aanslag pleegde in het Joods Museum in Antwerpen, red.) te zetten. Die heeft hem duidelijk gemaakt dat hij moest zwijgen. En dat doet hij nog steeds.”
Er is veel over Salah gezegd en geschreven, maar weinig geweten.
“Er zijn twee strekkingen, en als dwarsligger zijnde lig ik daar graag tussenin. De ene zegt dat het een debiel is met het IQ van een dobbelsteen, de ander claimt dat het een genie is. Ik ga in geen van de twee mee, maar ik weet wél dat als je zo’n dingen organiseert en coördineert, dat je dat niet doet met het IQ van een dobbelsteen. En iedereen heeft het over Salah, maar velen zijn al lang vergeten dat zijn broer zich heeft opgeblazen in een Parijse brasserie. Twee zonen uit één gezin, die overigens een paar maanden voor de aanslagen met de hele familie op vakantie trok naar Marokko. Hoe ga je daarmee om als ouder? Die zonen wisten op vakantie al van a tot z wat ze drie maanden later zouden doen. Fascinerend op zijn minst.”
Hoe begin je aan zo’n portret?
“Daar zit nooit echt een begin aan. Ook al heb je grote ambities, dan nog liggen ze even snel weer tegen de vlakte. Ik wist dat ik absoluut iemand uit de familie wou, zijn favoriete leraar, zijn advocaat en zijn vriendin. Alleen die laatste is niet gelukt. Twee jaar lang bouw je dat op, steen voor steen. De ene keer jubel je, dan is je bureau plots weer te klein.”
Wat was het moeilijkste in dat proces?
“Het familielid in kwestie strikken. Dat is echt een héél lang proces geweest. Het is voor mij ook de meest cruciale getuigenis.”
Je maakt dit als journalist, maar in hoeverre kan je objectief zijn als het over zo’n beladen thema gaat?
“Los van dit, vind ik die zogenaamde objectiviteit als journalist dikke zever. Je staat met beide voeten in het leven. Je bent geen sprookjesfiguur, de heldhaftige ridder die geen eigen mening heeft. Fuck it , echt waar. Ben ik objectief? Nee, tuurlijk niet. Het gaat er alleen om hoe je omgaat met bepaalde dingen. Als ik nu links of rechts stem… als links binnenkomt, word ik rechts en omgekeerd. En in beide gevallen zal dat met evenveel overtuiging zijn. Ik geloof veel meer in die ambetante kei te zijn in de schoen, dan heel die wannabe objectiviteit. Jezus. Dat ze daar met allerlei communicatiedeskundigen hele seminaries over geven. Fijn, weten ze ook wat doen, maar dat is niet meer van deze tijd. Ik stap in elk onderwerp met een mening. Maar je moet de souplesse hebben om die bij te sturen, om je eigen mening in vraag te stellen. Net dát maakt het interessant. Toen ik naar Sint-Jans-Molenbeek ging, dacht ik ook eerst: oei . Maar toch moet je daar met een open vizier in duiken om die inzichten te verwerven.”
Welke inzichten kreeg je hier?
“Dat deze gasten totaal niet beantwoorden aan het clichébeeld: geen kansen, slechte jeugd, heel die shizzle . De vader van Abrini, de man met het hoedje, had een kruidenierswinkeltje. Ook de ouders van Salah hebben altijd hard gewerkt om hun kinderen alle kansen te geven. Salah had goeie resultaten op school. Maar op zijn zestiende probeerde hij op de meest klungelige manier een garage te overvallen. In zijn klas zaten een paar sujetten waarvan de leraar dacht dat het niet goed kwam, maar Salah hoorde daar niet bij. Die leraar is vandaag nog altijd in shock als hij die beelden terugziet en denkt aan die verstandige, jonge gast van goeie komaf. Als je heel erg links bent, dan is er maar één verklaring: het is de schuld van de maatschappij, ze kregen geen kansen. En bij rechts is het net het tegenovergestelde: krapuul de luxe die alle kansen heeft verkloot. Kijk, we hebben de afscheidsbrieven gezien die Salah heeft geschreven. Een meer plausibele uitleg ga je niet krijgen. Hij probeert aan zijn familie en zijn lief uit te leggen waarom hij het heeft gedaan. Maar het gaat ver voorbij onze logica. Als hij er mon dieu bijsleurt, dan weet je dat je nooit een antwoord zal krijgen dat voldoening geeft. Er zitten weinig rijstlepels en maagden in dat verhaal. Hij was geen fundamentalist, en al zeker geen moslim.”
Zijn er vragen waarop je géén antwoord kreeg tijdens het maken?
“Ja. Niet dat het de belangrijkste vraag is, maar waar komt het geld vandaan? Salah heeft in de maanden in aanloop naar die aanslagen echt slóten geld afgehaald, echt 40.000 euro per week. Het geld was er, maar van waar kwam het? Salah heeft in een zwembadwinkel 15 liter Bayroshock gekocht (zwembadreiniger waarmee je springstof kan maken, red.) en in een vuurwerkwinkel een ontstekingsmechanisme. Al die brol volstond om Parijs te doen ontploffen voor de ronde som van – hou u vast – 470 euro. Voor dat bedrag heeft hij de wereld op zijn grondvesten doen daveren.”
“Vijf jaar geleden wilden ze Brussel opkuisen. Ik weet niet wat ze gebruikt hebben, maar meer dan een fles javel zal het niet geweest zijn”
Je kent de situatie waarin hij opgroeide, toen en nu. Kan het nog opnieuw gebeuren?
“Absoluut.”
Zie je het negatiever in dan toen?
“Niet positiever of negatiever, maar wel realistischer. We maken nu Flikken BXL en tja… hoopvol word je daar niet van. Indertijd werd heel hard geroepen dat ze Brussel zouden opkuisen. Ik weet niet wat ze gebruikt hebben, maar meer dan een fles javel zal het niet geweest zijn. Het is niet oké. De situatie vind ik vandaag zelfs ernstiger dan vijf jaar geleden. En als we zien hoe we daarmee omgaan… Het is een detail, maar een veelzeggend detail: onlangs las ik dat Salah werd omschreven als een Fransman. Het is geen fucking Fransman, hij is geboren en getogen in Molenbeek. Hij heeft alleen maar de Franse nationaliteit omdat zijn vader indertijd van Marokko, via Algerije, naar Frankrijk kon. Zo creëer je de illusie dat hij niet van ons is. Het probleem is wél van ons. Het probleem is niet weg. Het gaat als een boemerang in ons bakkes terugvliegen als we niets doen.”
Op Twitter geef je regelmatig tegengas bij figuren als Dries Van Langenhove…
“Of andere mensen die niet gehinderd door enige kennis, n’importe quoi gaan roepen. Als je zelf al de moeite niet meer doet om je te informeren…”
Criticasters merken dan weer op dan het niet veel helpt om een hele reeks te besteden aan Bart De Wever in primetime….
(blaast) “Ik heb al lang afgeleerd om televisie te maken voor mensen die het niet willen zien. In de bruine kroeg die de sociale media altijd al geweest is, kan je altijd een pint in je nek krijgen, maar er blijft nog aangenaam volk genoeg over. Er was een tijd geleden iemand die vroeg: kan je dat wel maken, zo’n reeks over Salah? Maar ik krijg die vraag ook over een reeks rond De Wever, of als Marc Van Ranst in Het Huis stapt. In deze hele polariserende bullshit lijken er een heleboel dingen die je niet mag maken, maar ik ben van het principe dat ik ze dan wel moét maken. Ze leiden misschien tot wat meer begrip van de situatie. Of net niet, maar dan is je mening tenminste op iéts gebaseerd. Ik probeer met mijn twee voeten in het leven te staan en te zien wat er allemaal passeert. Er zijn zaken die mij verbazen, intrigeren, boos maken of ontroeren. Als al die vier gevoelens ruim voldoende aanwezig zijn, dan heb je iets om mee te maken. Ik wil niet te pastoraal klinken, maar ik vind dat toch een iets evenwichtigere manier om in het leven te staan dan je eigen toevallige politieke overtuiging.”
Kort door de bocht: of je nu Dimitri Vegas brengt of Salah… het verhaal staat centraal?
“Meer uiteenlopend kan je ze inderdaad niet noemen, maar het vertrekt inderdaad vanuit dezelfde reflex. Het verhaal van Mike en Dimi vond ik heel fascinerend.”
Het is momenteel een van de best bekeken reeksen op Streamz. Nog een kanaal erbij voor je content, maakt dat je job moeilijker of makkelijker?
“Misschien moeten er niet te veel meer bijkomen, nee. (lacht) Ik denk dat we nu voor een achttal platformen werken. Toen Streamz ontstond, wisten we dat we daar moesten bij zijn. Ons DNA van docu past daar ook bij. Ik voel me niet aan een zender of platform verbonden, nee. In het verleden kreeg ik die vraag wel heel vaak, maar dat heb ik altijd geweigerd. Eigenlijk is het zelfs onbespreekbaar. De laatste keer dat ik weigerde, was drie jaar geleden. Ze zeiden: Goens, zijt gij nu zot geworden? Maar ik wil per definitie voor iedereen kunnen werken. Soms werk ik meer voor één zender, een tijd later is dat dan weer een andere zender. Ik ben altijd mee met die golfbeweging, voorbereid op eb en vloed. Als jongetje van de zee kan dat ook niet anders.” (lacht)
Zal deze crisis voor een ander parcours zorgen voor Het Nieuwshuis?
“Van dag één hebben we Corona 2020 gemaakt en zijn we blijven ons ding doen. Velen sloten toen uit zekerheid de deuren, maar een journalist ben je in goeie én slechte tijden. Voor mij was dat een no-brainer . Ik zeg niet dat iedereen in mijn omgeving daar even blij mee was, maar er was geen andere optie. Het vervelende gevolg is dat programma’s vandaag nog veel vroeger worden opgevraagd door de zenders. Voor elk programma dat we de afgelopen zes maanden hebben gemaakt, is er één zekerheid: de zender die na drie maanden belt als het wat rapper kan. (denkt na) Dat laatste vind ik geen fijne evolutie. We hebben nu twee jaar gewerkt aan Salah en ik wil dat niet maken op zes maanden, want dan heeft het niet dezelfde impact. Maar voor de rest is alles wat we doen al vrij coronaveilig. Voor een nieuwe editie van Het Huis moesten we maar weinig aanpassen, in wezen beantwoordt dat al aan alle voorschriften. Hetzelfde geldt voor Later als ik groot ben .”
Plan je nog een nieuw seizoen van ‘Het Huis’? Programmamakers vallen doorgaans niet graag in herhaling, maar dit blijft wel potten breken.
“Wat had je gedacht? (lacht) 1,3 miljoen kijkers, dat is complete waanzin voor een praatprogramma op dinsdagavond. Ik heb het ooit gepitcht als een late night-programma op Canvas. Ik had iets voor de late avond, niet voor primetime, dacht ik. Gelukkig vergis ik mij al eens. (lacht) Op zondagavond bereik je doorgaans veel volk, maar op dinsdagavond…”
Je hebt ook het geluk dat er altijd interessante mensen opduiken.
“Drie jaar geleden zou het vreemd zijn om iemand als Wout van Aert of James Cooke daar in te steken, maar nu is dat haast logisch. De helft van mijn gasten is redelijk vers . De grootste valkuil van Het Huis was dat het een soort ultiem carrière-interview zou worden, maar dan was het verhaal heel snel op. Maar op je 25ste kan je rugzak ook al aardig gevuld zijn. Dat bewijzen veel van die gasten keer op keer.”
Salah, vanaf dinsdag 9 maart om 21.30 uur op Eén.
Flikken BXL, vanaf donderdag 18 maart om 22 uur op VTM.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier