Werelderfgoedorganisatie UNESCO heeft de Franse en Belgische kermiscultuur erkend als immaterieel cultureel erfgoed. Tot grote blijdschap van Alain Dagraed, telg van de bekende West-Vlaamse kermisfamilie. “We hebben de mooiste job ter wereld”, glundert hij.
In België zijn om en bij de 850 familiebedrijven in de kermiswereld aan de slag, goed voor zo’n 7.000 forains.
Wallonië telt 330 kermisfamilies, Brussel heeft er 75 en Vlaanderen 440. Een van hen is de familie Dagraed uit Knokke-Heist, al vier generaties op onze kermissen terug te vinden.
Geloofwaardigheid en respect
Die kermiscultuur kent trouwens zijn wortels in de middeleeuwse tradities van reizende acrobaten en kermissen. Pas aan het einde van de 19e eeuw ontwikkelen de kermissen zich tot hoe we ze vandaag kennen: met eetkraampjes, kansspelen en draaimolens.
“Dit is fantastisch nieuws”, straalt Alain Dagraed (58). “Mijn opa en vader waren al op de kermis aan het werk en ook onze kinderen zijn in de familievoetsporen getreden. “Het zit gewoon in ons dna. Net daarom is deze erkenning ook zo belangrijk. Het is een keurmerk, ónze Michelinster. Het UNESCO-label zorgt voor geloofwaardigheid en respect.”

Dagraed omschrijft zichzelf als een trotse forain. “Dit is geen job, maar een roeping. Ik ben er al mijn hele leven in actief en kan met recht en reden stellen dat we het mooiste beroep ter wereld hebben. Ik baat momenteel een eendjesviskraam uit. Wanneer een kindje lacht, is iedereen gelukkig. En wanneer het kindje huilt, legt oma bij”, knipoogt hij.
“Dit is geen job, maar een roeping. We hebben de mooiste job ter wereld” – Alain Dagraed
“Dat is ook het mooie aan onze stiel: we zijn er voor iedereen. Van jong tot oud, we zien de hele wereld op de kermis voorbijkomen. En we zijn ook erg laagdrempelig. Op de kermis bepaal je zelf wat je wil en kan uitgeven. Met 10 euro kom je al een heel eind.”
“We hebben ook een sociaal hart. Zo goed als elke kermis organiseert nu momenten voor andersvaliden, voor kansarmen… En met de prikkelarme momenten zorgen we er ook voor dat kinderen en jongeren met een autismespectrumstoornis van de kermis kunnen genieten.”

Steun van gezin
Alain zelf staat zo’n 250 dagen per jaar op de kermis. En die andere 115 dagen ben ik bezig met de opbouw, afbraak, papierwerk en het aanvullen van stocks.”
“Ik adem het hele jaar door kermis en ben erg vaak van huis, maar gelukkig heeft mijn gezin me altijd gesteund. Zonder hen zou ik dit nooit gekund hebben. Deze UNESCO-erkenning is ook de verdienste van hén, van de onzichtbare krachten achter de kermis.