Brugse Museumcollecties moeten online

Jonathan Nowakowski, Nico Blontrock, Hubert De Witte en Till-Horger Borchert van de musea in de raadszaal van het stadhuis. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

Op dinsdag 26 februari legt cultuurschepen Nico Blontrock de nieuwe beheersovereenkomst tussen Vlaanderen en de stedelijke musea voor aan de gemeenteraad. Vlaanderen verhoogde de subsidies met 60 procent tot 1,33 miljoen euro per jaar. Maar aan die verhoogde toelage zijn een aantal voorwaarden verbonden. Zo moeten de Brugse musea werk maken van meer participatie én van een digitale werking rond hun collecties.

Ondanks die enorme verhoging van de Vlaamse toelage kunnen onze Brugse musea op nog meer middelen rekenen. Want museumdirecteurs Till-Holger Borchert en Hubert De Witte hebben een subsidiedossier ingediend voor de erkenning als Vlaamse culturele erfgoedinstelling. “Enkel de Vlaamse musea het Museum voor Hedendaagse Kunst (M HKA) en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (KMSK) in Antwerpen hebben nu al die erkenning. Ons dossier werd positief geadviseerd maar er werd vorig jaar geen enkele aanvraag door Vlaanderen gehonoreerd. Door dit positief advies hopen we in de volgende Vlaamse legislatuur die erkenning te krijgen, dankzij de internationale uitstraling én van de werking van de Brugse musea”, zegt Till-Holger Borchert, algemeen directeur van Musea Brugge.

Als één groep

Opvallend in het nieuwe beleidsplan is dat de Brugse musea voortaan als één groep naar buiten treden, terwijl vroeger twee museumgroepen (Groeninge en Hospitaalmuseum) elk apart op landelijk niveau erkend waren. “Dankzij die nieuwe geïntegreerde aanpak kunnen onze musea de krachten bundelen. Er zal meer overleg zijn rond de werking en programmering én ons personeel zal efficiënter ingezet kunnen worden. Dat is ook nodig, want met een waaier van avondactiviteiten zitten onze werknemers vaak aan de rand van hun mogelijkheden”, stelt Hubert De Witte.

Inhaalbeweging

In de beheersovereenkomst eist Vlaanderen een inhaalbeweging om de zwaktes uit het verleden weg te werken. “Onze collectie moet beter bewaard en ontsloten worden. Daarvoor zijn de eerste stappen gezet, met de voorziene realisatie van een erfgoeddepot in de loodsen van de voormalige kaarsenfabriek in de Kleine Pathoekeweg en het plan om een expositieruimte te realiseren op het domein van KTA of Sint-Andreasinstituut”, zegt schepen Nico Blontrock.

“Daarnaast moet onze collectie digitaal ontsloten worden”, vult Till-Holger Borchert aan. “Zoals alle grote culturele instellingen wereldwijd moeten onze musea veel beter op het internet aanwezig zijn. Een ander belangrijk aandachtspunt is participatie. Onze musea hebben daar al enigszins op ingezet, maar het betrof louter kleinschalige projecten in een of twee musea. De komende jaren willen wij op dat vlak ambitieuzer zijn.”

Nico Blontrock benadrukt: “Onze burgers moeten niet alleen cultuur consumeren in onze musea, maar echt participeren. Ik speel met de idee om hiervoor het Gezellemuseum te gebruiken.”

Onze 15de eeuwse aanwinst arriveert eind deze maand in Brugge Nico Blontrock, schepen van Cultuur

Brugse Museumcollecties moeten online

Till-Holger Borchert zegt: “Anno 2019 volstaat het voor een museum niet langer om enkel je deuren te openen. Je moet je bestaan legitimeren door de lokale bevolking te laten participeren. Gelukkig komen er veel toeristen naar Brugge én hebben wij een gedreven achterban in Brugge. Onze kleinschalige expo Schatten van Vrienden naar aanleiding van 60 jaar Vrienden van de Musea Brugge in het Arentshuis lokte 12.000 bezoekers. Vergelijk het met de 30.000 bezoekers voor de grote barokexpo in het MSK Gent.”

Jonathan Nowakovski, die de directie op zakelijk vlak zal versterken, stelt: “Vorig jaar bezochten 42.000 Bruggelingen onze musea. Dat betekent dat één op drie Bruggelingen in de loop van 2018 een voet binnen gezet heeft in een van onze stedelijke musea. Vroeger was het amper één op vijf. Door extra participatieve projecten willen we die betrokkenheid nog verhogen. We willen ook graag samenwerken met de plaatselijke horeca: als er een museum nocturne is, lijkt het mij logisch dat de museumbezoekers nadien om 9 uur nog in een plaatselijke kroeg of restaurant terecht kunnen.”

Aderlating

De museumdirectie hoopt de Onze-Lieve-Vrouwekerk op 25 mei, wanneer het Gruuthusepaleis zijn deuren heropent, opnieuw volledig te kunnen openstellen voor het publiek. “Dat het beeld van Michelangelo de voorbije maanden niet te zien was, betekent een gevoelige aderlating. De kerk zal een nieuwe museale herinrichting krijgen, met op termijn ook aandacht voor de digitale ontsluiting. Kunstwerken uit de kerk, die nu in diverse topmusea in Europa en de Verenigde Staten zitten, zouden via een eenvoudige QR-code op je smartphone kunnen opgeroepen worden. Die topstukken tijdelijk terughalen voor een expo is wellicht te hoog gegrepen”, aldus Till-Holger Brochert.

“De Brugse musea werken in 2020 mee aan de Gentse Van Eyck-expo. Als aanvulling brengen wij volgend jaar drie tentoonstellingen: een monografie over Joris van der Paele (de opdrachtgever van Van Eycks paneel in het Groeningemuseum), een tentoonstelling rond devotieobjecten in het Sint-Janshospitaal en iets rond hedendaagse kunstenaars die zich laten inspireren door die andere Vlaamse Primitief Hans Memling.”

15de eeuwse aanwinst

En geen echt grote expo’s meer? Nico Blontrock: “We bereiden tentoonstellingen voor over Filips de Goede én over Hugo van der Goes, naar aanleiding van de restauratie van zijn beroemde Dood van Maria. En trouwens, onze 15de eeuwse aanwinst een schilderij van de Meester van de Ursulalegende dat de Heilige Veronica met zweetdoek voorstelt arriveert eind deze maand in Brugge!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier