Brugsche vertalseltjies (9): de laatste Brugse slaaf woonde in Langestraat

Het pottenbakkersatelier van de familie De Mulder stond in de Langestraat 105-107. © Davy Coghe
Chris Weymeis
Chris Weymeis Medewerker KW

Als geen ander kent Brugge een boeiende geschiedenis. Die bestaat niet enkel uit grootse gebeurtenissen, maar nog meer uit vele petites histoires, kleine wetenswaardigheden die zelden of nooit worden opgerakeld. In de reeks ‘Brugsche vertalseltjies’ diept gediplomeerd stadsgids Chris Weymeis weetjes op uit een rijkgevulde historische grabbelton. Deze week: de laatste Brugse slaaf woonde in de Langestraat.

Een van de zeven werken van barmhartigheid heeft het over gevangenen bezoeken, maar soms staat wel eens te lezen: ‘gevangenen bevrijden’. Dat laatste lijkt bijzonder eigenaardig, maar is niet zo ongerijmd als het lijkt. Wie daar kon over meepraten, was Frans-Jozef de Mulder, ook wel bekend als de laatste slaaf van Brugge.

Verkocht door piraten

Frans de Mulder werd op 29 januari 1750 in Brugge geboren. Zijn vader was pottenbakker en had zijn atelier in het huis Sint-Jacob aan de Langestraat 105-107. Hoewel Frans een opleiding tot pottenbakker volgde, keek hij toch uit naar iets anders. Daarom verliet hij het ouderlijke huis en nam dienst bij de Oostenrijkse troepen. Na heel wat zwerftochten en veldslagen deserteerde hij in 1774, maar viel in handen van piraten die hem in Afrika op de slavenmarkt verkochten.

In 1783 schilderde Jan Garemijn voor de Sint-Gilliskerk de blijde terugkeer van Frans de Mulder.
In 1783 schilderde Jan Garemijn voor de Sint-Gilliskerk de blijde terugkeer van Frans de Mulder. © Chris Weymeis Sint-Gilliskerk, Brugge

Pas in 1779 kon Frans de Mulder een brief naar zijn vader sturen waarin hij smeekte om geld om zich vrij te kopen, of met andere woorden hem te bevrijden. In de Sint-Gilliskerk in Brugge bestond sinds 1642 het Broederschap van de Trinitariërs, opgericht om geld in te zamelen voor het vrijkopen van slaven. Voorzitter van het broederschap was toen François-Jacques Serweytens. Hij was schepen van Brugge en een succesvol reder en beloofde vader De Mulder alles in het werk te stellen om Frans vrij te krijgen op voorwaarde dat hij zich na zijn vrijlating voorbeeldig zou gedragen. Frans kwam vrij op 17 augustus 1780 en was op 22 april 1781 terug in Brugge.

Schilderij in kerk

Kroniekschrijver Jozef van Walleghem beschreef zijn thuiskomst. Hij mocht eerst twee dagen uitrusten voor hij onder grote publieke belangstelling en processiegewijs naar de Sint-Gilliskerk werd geleid waar een Te Deum voor hem en het broederschap werd gezongen. 24 soldaten begeleidden De Mulder die voor de gelegenheid opnieuw zijn versleten slavenplunje had aangetrokken en boeien droeg. Een lange baard maakte hem voor velen onherkenbaar. In 1783 schilderde kunstschilder Jan Garemijn deze blijde terugkeer. Het schilderij hangt nog altijd in de Sint-Gilliskerk.

Frans De Mulder nam het pottenbakkersatelier van zijn vader over en bleef tot 1824 in de Langestraat wonen. Hij overleed op 6 april 1828 en werd op het kerkhof van het Sint-Janshospitaal begraven.

Herlees hier alle afleveringen

Partner Expertise