Brugsche vertalseltjies (11): verkeerschaos op de Torenbrug

Een tekst op de smeedijzeren zuil met lantaarn moest klaarheid brengen in de situatie. © Davy Coghe
Chris Weymeis
Chris Weymeis Medewerker KW

Als geen ander kent Brugge een boeiende geschiedenis. Die bestaat niet enkel uit grootse gebeurtenissen, maar nog meer uit vele petites histoires, kleine wetenswaardigheden die zelden of nooit worden opgerakeld. In de reeks ‘Brugsche vertalseltjies’ diept gediplomeerd stadsgids Chris Weymeis weetjes op uit een rijkgevulde historische grabbelton. Deze week: de verkeerschaos op de Torenbrug

We kunnen het ons moeilijk voorstellen, maar de Torenbrug – die de Gouden-Handstraat met de Gouden-Handrei en de Spaanse Loskaai verbindt – was in het begin van de twintigste eeuw een drukke verkeersader. De brug was toen toegankelijk vanaf beide kanten en dat zorgde geregeld voor een verkeerschaos en ongevallen. Om die reden werd op de Brugse gemeenteraad van juli 1901 voorgesteld om het verkeer van karren en rijtuigen op de brug te verbieden en zelfs twee arduinen palen te plaatsen om de toegang tot de brug te beletten.

Omdat die arduinen palen tot wrevel leidden bij de bewoners van de Torenbrug, besliste de gemeenteraad in augustus 1901 om op de brug enkel verkeer vanuit de Gouden-Handstraat toe te laten. Vanaf de kant van het Oosterlingenplein was het verboden voor karren, koetsen, automobiels en rijwielen de brug op te rijden. Wie zich niet aan de regels hield, kon een boete oplopen van 5 tot 25 frank en riskeerde een gevangenisstraf van twee tot acht dagen.

Om de nieuwe verkeerssituatie kenbaar te maken werd in oktober 1901 op de borstwering van de brug een zuiltje met een lantaarn geplaatst, met daaraan twee borden met de tweetalige tekst: Verboden doorgang voor rijtuigen / Passage interdit aux véhicules.

Omdat blijkbaar niet iedereen de tekst op de zuil zag of las, stelde een gemeenteraadslid in juli 1903 voor om het zuiltje weg te nemen vanop de borstwering en het op een sokkel te midden van de rijweg te plaatsen. De sokkel diende wel zo geplaatst te worden dat voertuigen er nog konden rondrijden, maar op een manier dat zij het verbod om in de richting van de Gouden-Handstraat te rijden altijd zouden zien.

Wat de uitvoering van die lichtstaander op de Torenbrug betreft, waren kunstliefhebbers er niet direct voor gewonnen. In 1904 stond in een kunsttijdschrift te lezen: Die lantaarn, die op een Bretons kerkhof niet zou misstaan, mist volkomen het karakter van een toestel tot verlichting van een openbare plaats, al is het kustsmeedwerk. Men heeft hem nu nog lelijker gemaakt met er een lomp voetstuk aan te geven.

De invoering van het eenrichtingsverkeer en het plaatsen van de zuil betekende niet dat iedereen, ook velorijders, zich aan dit verbod hield. In de jaren die volgden kon men nog geregeld in de krant lezen dat het verbod werd genegeerd, dit meestal tot schrik van de voetgangers.

Herlees hier alle verhalen

Lees meer over:

Partner Content