Onze stad zag in de voorbije eeuwen veel mensen passeren die in hun tijd grote bekendheid genoten maar daarna in de nevelen van de geschiedenis verdwenen. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van die ‘vergeten’ Bruggelingen. Vandaag: François Rapaert, een realistische stadsgeneesheer.
François Rapaert werd in het begin van de 16de eeuw in Brugge geboren als zoon van Willem Rapaert en Marie Schaep. Nadat hij in 1550 de titel doctor in de geneeskunde behaalde aan de universiteit van Pisa, vestigde hij zich in Brugge. Hij trouwde er in datzelfde jaar met Elisabeth De Busschere. Na haar overlijden in 1576 hertrouwde hij op 29 januari 1577 met Marie Reyngheers. François lag aan de basis van vier generaties geneesheren die tussen 1550 en 1634 in Brugge actief waren.
Lucratieve taak
Dat Rapaert een begenadigd geneesheer was, bewijst het feit dat al kort na zijn terugkomst uit Pisa het stadsbestuur hem tot geneesheer-pensionaris van de stad, geneesheer-pensionaris van het Brugse Vrije en geneesheer van het Sint-Janshospitaal benoemde. Dat was blijkbaar een lucratieve taak, want uit erkentelijkheid kreeg hij voor de diensten die hij aan de stadsbevolking bewees van de overheid vrijstelling van de stadstaks op wijn en bier. In 1583 woonde Rapaert in de Twijnstraat, meer bepaald in een huis dat toebehoorde aan het Kanunnikse van Sint-Donaas. Later verhuisde hij naar een herenhuis in de Sint-Jansstraat. Daar overleed hij op 14 juli 1594, waarna hij in de oude Sint-Walburgakerk werd begraven.
Almanak
Behalve geneesheer was François ook een publicist. Het behoorde tot diep in de 17de eeuw tot de traditie dat geneesheren jaarlijks een almanak uitgaven met allerhande geneeskundige raadgevingen, maar ook met astrologische voorspellingen, weersvoorspellingen en dergelijke meer. François Rapaert zette zich echter af tegen vele van dergelijke almanakken en in het bijzonder tegen deze die door geneesheer-astrologen werden gepubliceerd. Volgens Rapaert waren de gegevens in hun almanakken om twee redenen gevaarlijk. Ten eerste veralgemeenden zij gegevens die moeilijk veralgemeenbaar waren. Daarnaast spoorden geneesheer-astrologen mensen aan tot therapeutische tussenkomsten zoals bloedlaten, baden of purgeren en dat op specifieke dagen en uren. Rapaert vond dit, gezien de specificiteit van de ziekte, zot en zelfs nadelig.
Naastenliefde
Rapaert raadde de mensen ook aan om zelf hun urine voor onderzoek naar de geneesheer te brengen in plaats van een bode in te schakelen die valse mededelingen kon doen. Tevens hoefden volgens Rapaert armen de hulp van een goede geneesheer niet te missen. Geneeskunde betekende voor hem naastenliefde en als armen niet konden betalen, zou God het in het hiernamaals wel vergelden. (CW)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier