Door corona herontdekte iedereen het plezier van het wandelen. Wie de Brugse binnenstad doorkruist, passeert achteloos honderden details met een bijzonder verhaal. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van een bijzonder object. Vandaag: de mand van de tegeldekkers.
Het is misschien niet zo bekend, maar op de Markt staan een paar ambachtshuizen. Eén ervan is dat van de visverkopers die tot in de 18de eeuw hun waar aan de voet van hun ambachtshuis verkochten. In 1745 moesten ze die plek ruilen voor de huidige Vismarkt.
Het huis (Mark 33) is herkenbaar aan een paar gevelstenen die naar het ambacht verwijzen. Het andere ambachtshuis is dat van de tegeldekkers (Markt 28), nu bekend als Le Panier d’Or (De Gouden Mande). De top van de trapgevel is versierd met een mand.
Vroeger was dat een rieten mand, maar recentelijk is ze vervangen door een vreselijk uitziend modern exemplaar die eerder aan een vuurkorf doet denken. Het ambachtshuis van de tegeldekkers dateert van 1662, maar het ambacht zelf is ouder.
Stenen gevel
Volgens een lijst van de weerbare mannen van 1340 blijkt dat er toen in de stad ongeveer evenveel tegeldekkers (37) als strodekkers (38) waren. Geleidelijk aan wonnen de eersten aan belang omdat het stadsmagistraat verbood om in bepaalde stadsdelen nog verder huizen van strobedekking te voorzien.
In het laatste kwart van de 15de eeuw kochten de tegeldekkers het huis ’t huus ten Wilden Kuenijnc op de Markt. Kort na de aankoop wijzigde de huisnaam in ’t Rood Huis, mogelijk omdat het een van de eerste huizen van de Markt was die een tegeldak kreeg. Het huis had oorspronkelijk een houten gevel, maar die was in 1659 dringend aan herstel toe.
Het stadsbestuur weigerde echter de restauratieplannen en eiste dat de tegeldekkers een stenen gevel bouwden. Omdat het ambacht over onvoldoende financiële middelen beschikte, duurde het tot 1662 vooraleer die gevel er kwam. Rijst de vraag waar die mand vandaan komt. Wel een mand was vroeger een belangrijk hulpmiddel voor de tegeldekkers. Liever dan tientallen keren de ladders op een neer te gaan, maakten zij gebruik van een rieten mand om de tegels naar omhoog te tillen. Vandaar…
Bekende bezoekers
In de 19de eeuw was het voormalige ambachtshuis een bekendboerencafé waar belangrijke verkopen van boerderijen plaatsvonden. De buitenlieden die naar de stad kwamen, konden met hun paarden terecht in de stallingen van de herberg Het Mandetje. Die lagen achter het café in het Rozemarijnstraatje en waren via de Eiermarkt bereikbaar.
Omstreeks 1900 werd de herberg een restaurant dat de naam Le Panier d’Orkreeg. Heel wat bekende bezoekers kwamen er tafelen. Onder hen onder andere de Franse zanger Maurice Chevalier, de Brusselse burgemeester Adolphe Max en de Britse premier Randolph Churchill. Velen van hen schreven hun naam in het guldenboek van het restaurant.
(CW)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
