Van de Duivelsput tot het Paradijs: dit zijn de mysteries van West-Vlaanderen

(foto Florizoone)
Philippe Verhaest

Is er nog iets over van de Meli Parken? Wat zit er in de Duivelsput van Oostduinkerke? En hoe komt het dat er een Ostende bestaat in Argentinië? Het zijn maar enkele van de vele raadsels die Radio2 in het boek ‘Mysteries van Vlaanderen’ probeert te ontrafelen. Wij zoomen in op zes op en top West-Vlaamse enigma’s die ongeduldig op een antwoord wachten.

Is er nog iets over van de Meli Parken?

Meer dan zestig jaar lang was Meli Park in Adinkerke een begrip in West-Vlaanderen en ver daarbuiten. In 2000 toverde Studio 100 het park om tot Plopsaland en verdwenen de iconische bijen.

Bij de verbouwing zijn heel wat decoratiestukken en attracties in de container beland, maar toch zijn er nog sporen van terug te vinden. Zo heeft De Reus opnieuw een plekje gekregen en doet hij in alle rust zijn dutje, broederlijk naast Kabouter Plop en Samson. Ook het Meli-huisje, waar enkele attributen van weleer verzameld zijn, lokt vooral bij (groot)ouders nog de nodige verwondering en nostalgische gevoelens op.

Af en toe duiken er op tweedehandssites nog bijtjes uit de legendarische attractie Apirama op en die klokken meestal af op meer dan 1.000 euro. Verzamelaar Fabien Vandenbruwaene uit Beveren-Leie heeft enkele bijen in zijn collectie, naast de Papiereter, de Gelaarsde Kat en de Burgemeester van Hamelen. “Gevonden via het internet, op rommelmarkten, maar ook gewoon opgehaald tijdens de afbraak in 2000”, zegt hij. “Als ik ze morgen te koop zou zetten, zijn ze meteen allemaal weg.”

De meest in het oog springende erfenis van Meli zijn dan weer de naar schatting 40.000 halsbandparkieten die in ons land leven. “In 1980 werden zo’n veertig vogels losgelaten aan de Brusselse afdeling van Meli, op de Heizel”, herinnert Robert Florizoone, zoon van stichter Albéric, zich.

“Een kleine misrekening, want die hebben zich heel snel en breed vermenigvuldigd.” Maar de meest tastbare nalatenschap kan je gewoon in jouw keukenkast zetten: de overheerlijke Meli-honing. De hoofdvestiging in Veurne draait nog altijd op volle toeren en produceert waarmee het in 1935 allemaal begon.

© Radio2

Wat zit er in de Duivelsput van Oostduinkerke?

Op amper twee kilometer van het strand van Oostduinkerke ligt een vijver waarin al zo’n duizend jaar alles verdwijnt wat er in terechtkomt. De legende zegt zelfs dat de Duivelsput ooit een rijke boer heeft opgeslokt, samen met paard en koets. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd de put gedempt en vandaag weet de gemiddelde Oostduinkerkenaar zelfs niet meer van het bestaan af.

Eeuwenlang was het echter een gevreesde en raadselachtige plek. Is het zinkgat, een restant van een waterput, een overblijfsel van een bres in een dijk? Omdat niemand de herkomst kon verklaren, kreeg de plek al snel de naam put van de Duivel. En samen met de naam doken angstwekkende verhalen op.

Tegenwoordig ligt de Duivelsput op het golfterrein Ter Hille, waar Hole 18 bekendstaat als The Devil’s Hole. Naar verluidt de moeilijkste hole van het hele terrein.

Alexander Lehouck, gemeentelijk archeoloog, kon het ontstaan van de put reconstrueren. “Tien eeuwen geleden kwam de zee tot aan de put. In het jaar 1000 besloot men een dijk aan te leggen om de boerderijen te beschermen tegen het zeewater, maar een zware stormvloed sloeg een bres in de dijk. Om die te dichten, werd aarde uit de grond geschept, maar de put die achterbleef, kregen ze met de beste wil van de wereld niet gedicht. Iets waar een lokale landbouwer zeventig jaar geleden wél in slaagde.”

En oh ironie: in 2009 werd de put weer geopend om als waterpartij op het golfterrein te dienen.

(foto Radio2)
(foto Radio2)

Hoe komt het dat er een Ostende bestaat in Argentinië?

Op zo’n 350 kilometer ten zuiden van de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires ligt Ostende, een kuststadje met zesduizend inwoners. De plattegrond is uniek: langs de kustlijn vormen de straten, meestal onverharde zandwegen, concentrische cirkels en achterin gaan ze over in dambordpatronen die door diagonalen doorsneden zijn.

Maar ook de straatnamen vallen op: een Brusselstraat, Antwerpenstraat, Anspachlaan en Rubensweg. Met dank aan een zekere Fernand Robette uit Bergen. Hij trok in 1913 naar de regio en wilde er een nieuwe stad oprichten. Met Oostende als model, dat in de belle époque een rijke en mondaine plek was. Het Termas Ostende-hotel, een verwijzing naar het Thermae Palace, opende er de deuren, maar een succesverhaal werd het idee van Robette niet. Hij keerde terug naar België en stierf in 1920.

De Franse zakenman Jean-Marie Bourel nam het project over, maar ook hij kon de stad niet tot chique badstad laten uitgroeien. De naam van de stichter vind je nog terug in het Hotel Gran Robette en de Avenida Robette en met het Belgische Oostende is een stevige vriendschapsband ontstaan. Maar een vistrap met overheerlijke garnalen is er vooralsnog niet te vinden…

(foto Johan Sabbe)
(foto Johan Sabbe) © Johan Sabbe

Welk koppel trouwde ooit op Rock Torhout?

Rock Werchter is een van de grootste festivals ter wereld, maar in 1977 startte alles met een bescheiden feestje op twee locaties: de ene dag in Torhout, de andere in Werchter. Ooit trouwde er zelfs een koppel tijdens het Torhoutse luik. In 1996 kreeg Noël Steen, organisator van Rock Torhout, de vraag of het mogelijk was om te trouwen op het festival.

“Bruid en bruidegom waren grote fans en wij vonden het wel een leuk idee. De ceremonie vond plaats in de perszaal, met Guy Mortier en Chantal Pattyn als getuigen en Norbert Bethune van Rent-a-Priest als geestelijke van dienst”, aldus Steen. Wie de tortelduifjes waren, was jarenlang een goed bewaard geheim. Tot nu.

Het koppel is in 2004 gescheiden. “Maar we komen nog goed overeen”, zegt Alice Segaert, die in Torhout zelf woont. Haar ex-man, Spanjaard Juan Marcelo Mendoza woont intussen in Brussel. Samen kregen ze twee kinderen: Pedro en Flores.

© Radio2

Waarom staat er een lam op de kerk van Wingene?

In de kleine Wingense parochie Sint-Jan heeft de toren van de Sint-Jan-Baptistkerk geen kruis, bol of windhaan, maar een lam. En daarvoor kunnen we naar de naam van de kerk kijken.

Die is gewijd aan Johannes de Doper, de man die Jezus mocht dopen. Dat deed hij met de woorden zie het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt. In het archief van de gemeente Wingene is een brief uit januari 1936 te vinden, gericht aan deken De Strooper uit Tielt. Ge vergeet niet het windvaantje: Lam Gods in sterrenkrans in plaats van een haan. Met een prijsofferte van 1.000 frank erbij.

Een andere piste is dat in de jaren dertig van de vorige eeuw een lam symbool stond voor gestorven kinderen. Het is dus best mogelijk dat de architect of aannemer van de kerk een kind was verloren.

© Radio2

Waarom ligt het Paradijs in Rekkem?

Paradijs is als gehucht een grensgeval: zowel de grens met Frankrijk als Wallonië liggen een paar honderd meter verder. De 1.600 Paradijzenaars spreken Frans en Nederlands door elkaar en telt slechts enkele straten, maar waarom draagt het die illustere naam?

Een van de theorieën is dat smokkelaars uit Frankrijk er de grens overstaken en zo de douane hadden verschalkt. Vandaar: het paradijs. Een ander verhaal handelt over ’t Hemelryck, een middeleeuwse heerlijkheid. En van de hemel naar het paradijs is slechts een kleine sprong.

Of verwijst het naar de grensarbeiders die vanuit Frankrijk met een mooi loon naar huis kwamen? De realiteit is dat we waarschijnlijk nooit zullen weten waarom Paradijs zo heet. En dat maakt de plek net extra paradijselijk…

‘Mysteries van Vlaanderen, merkwaardige verhalen achter raadselachtige feiten’ telt 208 pagina’s, is uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts en kost 22,99 euro.