Tim Bisschop: de man die met tientallen bestsellers op Boektopia en LEES! ligt, maar zelf geen letter schreef

Bruggeling Tim Bisschop, lay-outer van menig bestseller: “Ik wil boeken visueel naar een hoger niveau tillen.” (foto TB)
Bert Vanden Berghe

Zijn werk ligt in zowat elke boekhandel of in vele boekenkasten in Vlaanderen, maar toch is de kans groot dat zijn naam u niets zegt. Tim Bisschop doet vandaag de grafische vormgeving voor toppers als Stephan Vanfleteren, Anton Corbijn of Erwin Olaf, net als voor musea in binnen- en buitenland. “Ik wil boeken visueel naar een hoger niveau tillen.”

Je kan er niet naast kijken als je binnenkomt bij Tim. Je aandacht wordt meteen gezogen naar het imposante werk van Strook, het alter ego van Stefaan De Croock die met verweerd hout prachtige stukken maakt. Het werk aan de muur is er eentje met stukken hout zoals onder meer de vloer van de vroegere drukkerij van die Keure. De vloer waar Tim zelf nog op heeft gelopen, tijdens zijn eerste job. Vandaag doet hij het als grafisch vormgever al tien jaar in zijn eentje, met de nieuwsgierige dalmatiër Stella aan zijn zijde.

In zijn bureau vallen meteen de tjokvolle boekenkasten op met boeken die hij vormgaf. Daartussenin hangt een werk van Stephan Vanfleteren, waar hij ook steevast de boeken voor maakt. Maar tussen de boeken zien we ook heel wat papierstalen. “Eigenlijk gebeurt er al heel veel vooraleer ik aan de effectieve lay-out op computer start. Mijn werkplaats wordt dan een soort van laboratorium vol met papiersoorten. Het is een fysiek moment waarop ik het papier kan voelen, verschillende lichtinvallen op het papier kan bekijken en texturen met elkaar kan gaan combineren. Dit proces heeft een grote impact op het uiteindelijke digitale ontwerp op computer. Ik vind het zeer belangrijk dat het materiaal ook nauw aansluit bij de inhoud van een boek. Het is een stijl die je zoekt, een vorm die je zet. Daarnaast selecteer ik voordien ook de beelden en maak ik vaak prints van alles is interessant om het boek in eerste instantie handmatig samen te stellen, zo kan je ook het overzicht bewaren.”

Wilde je dit altijd doen?

“Na het aso vond ik mijn gading niet in de klassieke studierichtingen. Ze verklaarden me gek op school dat ik na mijn studies iets creatiefs wilde doen. Toen ik afstudeerde, kon ik bij Die Keure heel veel technische bagage opdoen. Daarna werkte ik een tijdje voor een webdesignbureau, maar ik kreeg zoveel werk in mijn bijberoep dat ik op een gegeven moment een keuze moest maken. Ik kon heel wat werk doen voor Hannibal books en dus ook voor Stephan Vanfleteren. Gaandeweg is dat gegroeid. Je werkt samen met musea, kunstenaars, auteurs, fotografen… Je bouwt een gans netwerk op.”

Je maakte al boeken voor David Lynch, Anton Corbijn, Rinus Van de Velde…

“Dat zijn straffe namen, ja. En het is natuurlijk heel fijn en dankbaar om voor zulke mensen te kunnen werken, maar ik wil in eerste instantie een mooi boek maken. Dan doet het er niet toe voor wie het is, het resultaat is het belangrijkste. Er gebeurt ook veel voor ik effectief opmaak. Beelden selecteren, afprinten… Het is een beetje ambachtelijk, om de samenstelling te doen door de foto’s open te spreiden op tafel, maar het is makkelijk om zo het overzicht te bewaren.”

Is er een bepaald boek waar je extra trots op bent?

“Drie jaar geleden ontwierp ik het boek The Island of the Colorblind voor de Belgische fotografe Sanne De Wilde. Dit gaat over een afgelegen eilandje in de Stille Oceaan, Pingelap, waar een uitzonderlijk groot deel van de bevolking kleurenblind is. Sanne De Wilde maakte over dit eiland een serie infraroodfoto’s en zwart-witbeelden, en ze liet ook enkele foto’s inkleuren door de inwoners van het eiland. Het onderwerp bood veel mogelijkheden om te experimenteren met verschillende materialen. De keuze van het papier en de druktechnieken moesten ertoe bijdragen dat de manier van kijken (naar beelden) bevraagd wordt. Zo werden beelden met rode inkt op transparant papier gedrukt (rood is de kleur die de meeste eilandbewoners wél kunnen zien), en zwart-witbeelden werden op zilverkleurig papier gedrukt. Voor de cover werd gebruikgemaakt van UV-gevoelige vernis. Wanneer je die blootstelt aan zonlicht, dan komt de foto van het eiland tevoorschijn. Hiermee won ik datzelfde jaar ook de Henry Van De Velde Prijs en best vormgegeven boek. Een ander boek waar ik trots op ben is Hallertau van fotograaf Thomas Sweertvaegher, waar we handmatig alle covers voorzien hebben van typografie aan de hand van sjablonen. En ook Onze Vissers, een historisch boek over de Belgische visserij. Op de rand van de pagina’s liet ik een visnetpatroon printen waardoor het net lijkt of de boekblok in het net verpakt zit… De lay-out is belangrijk, maar zelf vind ik het essentieel dat het conceptueel goed zit of dat je het visueel naar een hoger niveau kan tillen. Maar eigenlijk ben ik maar gerust als het van de drukpers gerold is en ik het in handen heb. En dat blijft telkens weer fantastisch.”

Hoe is je werk veranderd ten opzichte van tien jaar geleden?

“Het uitpuren. Altijd maar weer uitpuren. In het begin was er meer ‘decoratie’. Je wil je bewijzen. Maar soms is het sterker door met minder te werken. Eén kleur, één lettertype. Als het onderwerp van het boek zich daartoe leent, natuurlijk.”

Bij een boek kent iedereen de auteur, in het beste geval de fotograaf. Krijg je als vormgever wel voldoende erkenning?

“Dat is niet per se nodig. Wat ik doe, is toegepaste kunst. Ik zie mezelf niet in die rol van kunstenaar. Het is eerder een soort dienende rol, en daar heb ik vrede mee. Ik vind het belangrijker dat mijn werk verspreid wordt en dat het op zijn beurt weer toffe nieuwe opdrachten oplevert. Moet ik daarvoor in de kijker staan? (blaast) Ik heb liever dat mijn werk in de kijker staat.”

Je werkt alleen. Mis je dan geen klankbord?

“Mijn vrouw is zeer geïnteresseerd in wat ik doe en als ik nieuwe dingen ontwerp vraag ik vaak haar mening. Daarnaast is de feedback van uitgevers, fotografen, auteurs of kunstenaars natuurlijk zeer belangrijk. Ik heb heel wat werk maar heb zeker geen behoefte om mensen in dienst te nemen. Ik wil geen manager zijn, maar mij focussen op het creatieve. Dat is een uitdaging, ja. In juli heb ik een maand verlof genomen. Nooit meer. (lacht) Sinds 1 augustus ben ik non-stop aan het werk. Vroeger was de drukste periode die voor de Boekenbeurs en voor de feestdagen, maar nu loopt dat gewoon door.”

Wat staat er nog op je verlanglijstje?

“Ik ben zeer ambitieus en zou het fijn vinden mocht ik nog meer voor internationale kunstenaars kunnen werken. Daarnaast zou ik heel graag architectuurboeken ontwerpen. Ik ben zeer geïnteresseerd in moderne bouwkunst. Dit combineren met mijn passie voor boekontwerp zou fantastisch zijn. Een boek vormgeven is ook een vorm van architectuur: selecteren van materialen, zoeken naar texturen, spelen met witruimtes… Ik ontwerp ook graag culinaire boeken. Ik maakte al boeken voor chefs als Willem Hiele, Kobe Desramaults, Hendrik Dierendonck… Momenteel werk ik aan een publicatie voor twee bekende Amerikaanse chefs uit restaurants in Los Angeles en New York. Heel tof, omdat het niet het klassieke stramien is.”

Wat doe je als ontspanning?

“Sporten. Dat is nog niet lang, nog maar een half jaar, eigenlijk. Ik dreigde eronderdoor te gaan. Rug- en nekklachten, hoofdpijn, niet meer uit bed geraken. Ik zit veel stil, er komt veel stress bij de job kijken en je eet ook niet altijd even gezond. Vorig jaar heb ik de klik gemaakt en sindsdien is het verbeterd. Ik voel me veel frisser.”

Ben je eigenlijk zelf een boekenlezer?

“Ik lees veel, maar ik word wel selectiever, door tijdsgebrek. Ik ben eerder de man van de feitelijke verhalen, niet van romans. Ik vind het ook leuk om werk te zien van collega-vormgevers. Dat kan heel inspirerend werken. En daarnaast is het ook interessant om te zien een hoe ze bepaalde problemen oplossen.”

1/9

2/9

3/9

4/9

5/9

6/9

7/9

8/9

9/9

1/9

2/9

3/9

4/9

5/9

6/9

7/9

8/9

9/9

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier