Koksijdenaar Roger De Cadt presenteert debuutroman op zijn 94ste

Roger De Cadt met een exemplaar van zijn debuutroman. © MVQ
Myriam Van den Putte
Myriam Van den Putte Journaliste Het Wekelijks Nieuws

Hij heeft een groot deel van zijn leven gewijd aan het schrijven van (woorden)boeken vol spreuken en gezegden in het West-Vlaams dialect, maar aan een roman had Roger De Cadt zich nog nooit gewaagd. Tot nu, op zijn 94ste. In zijn debuut ‘Stalag XI B’, een historische oorlogsroman, graaft hij in het bewogen verleden van zijn achterneef. Roger schreef het boek in 52 dagen.

Hoewel Roger het grootste deel van zijn leven buiten West-Vlaanderen heeft doorgebracht, waaronder 32 jaar als hoofddocent aan de faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie van de Universiteit Antwerpen, blijft hij trots op zijn West-Vlaamse roots, die als een rode draad door ‘Stalag XI B’ lopen.

“Ik heb nooit de intentie gehad om een roman te schrijven”, vertelt Roger. “Maar ik móét bezig zijn! Eind 2021 zat ik even zonder werk, want ik wachtte op correcties van het woordenboek. Op een ochtend schoot het door mijn hoofd: als ik nu eens een roman schreef? Maar wat kies ik als thema? Zo kwam ik op het idee om het verhaal van mijn achterneef – in het West-Vlaams ‘eegn regtsweir’ – op papier te zetten.”

“Zijn vader was een boerenzoon uit Alveringem die was uitgeweken naar Frankrijk om er te gaan werken. Zijn zoon – Arthur, in het boek – moest kiezen of hij de Franse of Belgische nationaliteit wilde. De Franse nationaliteit vond hij geen optie, want dan moest hij gaan ‘vechten’. Arthur beschouwde zich als een ‘Belzjiekenoare’ en koos dus voor de Belgische nationaliteit. In 1939 werd hij gemobiliseerd, maar zijn opportunistische keuze heeft hem niet geholpen. In het kader van de Duitse ‘Flamenpolitik’ lieten de Duitsers veel Vlamingen vrij en vlogen veel Walen naar de kampen. Zo bezegelde Arthur, die amper ‘Vlamsch’ kende, zijn eigen lot met de woorden ‘comprends pas’ toen een Duitse officier hem vroeg waar hij vandaan kwam. Hij werd naar het krijgsgevangenenkamp Stalag XI B gestuurd, in Fallingbostel. Daar heeft hij een jaar gezeten, dan bij het Arbeitskommando en daarna belandde hij op een hoeve waar hij vier jaar bleef.”

“Over die periode heb ik een dik pak brieven ‘Kriegsgefangenenpost’ gevonden, die hij van daaruit naar zijn ouders en tante stuurde. Omdat die werden gecontroleerd door de Duitse censuur, schreef hij stukken in cryptische taal. Zo schreef hij dat tante Amalie op bezoek was gekomen. Tante Amalie was de Amerikaanse luchtmacht. Wat later schreef hij dat tante Amalie aan anorexia leed. Dat betekende: de Duitse bevolking lijdt honger. Er waren geruchten over een affaire met de boerin van de hoeve, maar dat was een onschuldige platonische verhouding. Later werd Arthur naar het front gestuurd in Walcheren, en dan aan de Rijn om tegen het Britse leger te vechten.”

Tante Maates hotel

“Een tweede aspect van mijn boek is dat het ook een weer-standsverhaal is. Mijn grootmoeder – in het boek Tante Maate – was de tante van Arthur en zij gaf in haar hotel onderdak aan neergeschoten Amerikaanse en Britse piloten, die via een ontsnappingsroute door Frankrijk naar Spanje en Portugal werden teruggeleid naar hun basis. De plaatsing van de hoofdfiguren in Normandië is niet authentiek, maar die belangrijke historische feiten wilde ik wel aan bod laten komen.”

Roger heeft de 62 hoofdstukken in 52 dagen geschreven. “Elke avond zat ik na te denken over mijn volgende hoofdstuk, en ‘s morgens kroop ik in de pen!” Hij zit al met een tweede boek in zijn hoofd. Daarin zal de periode aan bod komen toen hij in zijn jonge jaren voor een koloniale firma in Congo werkte.

20,50 euro, in alle goede boekhandels, bij Visit Veurne (Grote Markt), of bij Uitgeverij de Vries-Brouwers (thuisbezorging) voor 26,17 euro op rek. BE58 2200 0312 7779.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier