“Door Hectors dood ben ik angstiger geworden”: ex-senator Maud Vanwalleghem schrijft boek over verlies van haar zoontje

Maud Vanwalleghem: “Vrouwen aan de macht. Dat zou heel interessant zijn.” © Christophe De Muynck
Nancy Boerjan

Maud Vanwalleghem liet ruim een jaar geleden het politieke leven achter zich, nadat ze haar pasgeboren zoontje verloor. In het boek ‘Hector was hier’ keert ze terug naar de essentie. “We moeten opnieuw leren omgaan met de dood, net omdat die onlosmakelijk verbonden is met het leven. Dat was voor mij een ontnuchterende vaststelling, maar ik leer er vrede mee nemen.”

Een week lang zat Maud Vanwalleghem (35) op een roze wolk na de geboorte van haar tweede zoontje Hector, op 21 december 2021. Maar toen werd bij de baby een stofwisselingsziekte vastgesteld, waarop dokters geen antwoord hadden. Een maand van uitzichtloos lijden later overleed Hector. Maud bleef achter met een pijn die ze nooit voor mogelijk had gehouden en een waslijst vragen over de manier waarop onze samenleving vandaag omgaat met geboren worden en sterven.

Hector zette haar aan het lezen en schrijven. “Schrijven bleek een houvast. Dit boek schrijven was dan ook geen beslissing – ik hoefde niet zozeer míjn verhaal te vertellen –, het was een drang: het moest eruit om te kunnen bevatten wat er gebeurd was.”

“Ik ga zorgvuldiger om met de tijd, want die is kostbaar gebleken”

In Hector was hier vertelt Maud wat haar overkwam, wat dat bij haar opwekte en hoe ze met haar trauma probeert verder te leven. Haar verhaal is een opstap naar beschouwingen over het leven en de dood. “Geen vraag om medelijden, geen leidraad voor het ideale rouwproces. Wel een zoektocht naar begrip. En naar verbinding als een zinvolle manier om met de dood te leren leven. Geschreven op een krachtige en persoonlijke manier, voor rouw bestaat geen draaiboek. Een pleidooi voor meer menselijkheid en kwetsbaarheid ook, omdat we daar beter van worden.”

Maud groeide op in Wevelgem en werkte na haar studies geschiedenis – “ingegeven vanuit de nood aan inzicht, aan begrip vanuit een historisch kader waarbinnen onze levens zich afspelen” – in de ngo-wereld, bij Vrouw & Maatschappij en in het Europees parlement, ze was ook directeur bij de Liga voor Mensenrechten. Ze werd senator voor CD&V in oktober 2021, anderhalf jaar later nam ze ontslag en kwam ze met haar gezin in Damme wonen, op zoek naar herstel na het verlies van Hector.

Hoe zien je dagen er nu uit?

“Sinds vorig najaar ben ik opnieuw aan de slag als freelancer. Ik ondersteun ngo’s en middenveldorganisaties bij het vergroten van hun politieke impact. Want die organisaties blijken dan wel over veel expertise en kennis te beschikken, maar ze krijgen die niet altijd politiek vertaald. Ik heb het gevoel dat ik impact op dat proces kan hebben. Tegelijk kan ik werken op mijn manier en ruimte houden om te schrijven.”

Op welke manier heeft wat de voorbije twee jaar gebeurde jou veranderd?

“Ik ben geen ander mens geworden door in de weliswaar prachtige natuur rond Damme te komen wonen. Ik ben nog altijd iemand met een gapende wonde die heel traag heelt en waarvan ik de gevolgen de rest van mijn leven mee zal dragen. Net door wat me overkwam, sta ik nu wel anders in het leven. Maar ik begin opnieuw stukjes van mezelf te herkennen. Praten over iets triviaals valt me soms nog moeilijk, maar tegelijk wijst het opnieuw de weg naar de normaliteit. Ik heb mezelf volledig leren kennen.”

“De eerste maanden na Hectors dood kon ik geen smalltalk verdragen”

“Zolang je leven vrij vlot verloopt, leef je volgens bepaalde verwachtingen die je zelden in vraag stelt. Hectors dood veegde dat alles weg, niets deed er nog toe. Het enige wat overbleef was – naast mijn familie – mijn eigen kern. Ik kon niet anders dan daarop terug te vallen en er zowel de goede als de slechte kant van te erkennen. Dat heeft voor mij tot meer maturiteit geleid. Maar ik ben ook angstiger geworden. De gedachte dat ik nog erge dingen zal meemaken in mijn leven, blijft heel aanwezig. Ik heb de lelijkheid van het leven gezien en moet ook daar vrede mee leren nemen. Dat dat een gevecht is dat ik altijd zal blijven voeren, was een ontnuchterende vaststelling.”

Het hele boek is een zoektocht naar essentie.

“Ik hoopte ook dat dat naar voor zou komen. Zeker de eerste maanden kon ik geen smalltalk verdragen. Het klopte niet met wat ik voelde. Ik zat vast in een andere wereld, waarvan ik bovendien net had ontdekt dat het de échte wereld was, terwijl anderen het hadden over dingen die er op dat moment voor mij niets toe deden. Een heel bevreemdende ervaring, waaraan de meeste mensen voorbij leken te gaan.”

(lees verder onder de foto)

© Christophe De Muynck

Lukt het je nu opnieuw om meer lichtheid en schoonheid toe te laten?

“Stilaan wel, net door het zoeken naar essentie, door ballast overboord te gooien. Het besef van de fragiliteit en eindigheid van het leven stemt me enerzijds droevig, anderzijds besef ik: ik mág het leven leven, met mijn prachtige oudste zoontje, met mijn familie en de vrienden die ons fantastisch omringd hebben. Ik heb geleerd dat de betekenis die ik vroeger haalde uit prestaties of verwachtingen heel kwetsbaar en nauwelijks controleerbaar is. De lat ligt nog altijd hoog, maar ik bepaal op welke domeinen. Ik ga zorgvuldiger om met de tijd, want die is kostbaar gebleken.”

Hoe reageerden mensen om je heen op wat je overkwam? In nood leer je je vrienden kennen?

“Er zijn inderdaad mensen weggevallen, maar eigenlijk werden bestaande vriendschappen vooral bevestigd. Ik heb er vrienden bijgekregen door lotgenoten te ontmoeten. En sommige vrienden beschouw ik nu zelfs als familie. Zij gaven me de onvoorwaardelijke liefde die ik nodig had om de eerste tijd na Hectors dood door te komen, terwijl ik zelf helemaal niets terug kon geven. Dat is wat familie voor mij betekent. En dat is prachtig.”

Je schuift in het boek het belang van verbinding naar voor. Hoe belangrijk was het voor jou om je pijn te kunnen delen?

“Vanuit het gevoel dat ik zou ontploffen als ik niet kon praten over wat in me omging, kwam ik bij het Berrefonds terecht en ontmoette ik mensen die hetzelfde meemaakten. Spreken met vrouwen die dezelfde pijn kennen, bleek te helpen. Ze stelden me gerust: neen, ik was niet gek aan het worden. Ja, ik mocht mijn verdriet tonen, ook al was het al een jaar geleden. Ik werd er erkend als mama van Hector, een erkenning die ik elders niet kreeg. Er werd niet langer weggekeken van wat ik voelde. Dat werkte bevrijdend.”

Je houdt je man en zoontje zorgvuldig uit beeld. Terwijl dit alles ook op hen een enorme impact had en heeft.

“Dat heb ik heel bewust gedaan. Uiteraard verandert rouw onvermijdelijk de dynamiek binnen een gezin. Mijn man steunt me volledig in wat ik doe, maar we maakten de afspraak dat ik zijn privacy respecteer. Voor mijn zoon wil ik vooral dat hij zijn eigen band kan opbouwen met zijn overleden broer. Het leek me alsof ik hem in een mal zou duwen, als ik hem had opgevoerd.”

Je hebt diep nagedacht over de aanpak van dit boek.

“Toch is het heel intuïtief geschreven. Denken en voelen komen erin samen. Zo heb ik het toch ervaren: ik moest úit mijn hoofd komen. Want van rouwbeleving proberen we iets rationeels te maken. We hebben het over de fasen van het rouwproces, maken afspraken bij de therapeut… Terwijl verdriet niet zozeer in ons hoofd zit, het is integendeel heel fysiek. Om dit boek te kunnen schrijven moest ik de pijn echt voelen en die dan weer loslaten. Alle boeken die ik er zelf over las en alle informatie die ik opzocht, dienden om te kunnen onderschrijven hoe ik me voelde. Om het te kunnen staven en misschien ook geloofwaardiger te maken.”

(lees verder onder de foto)

© Christophe De Muynck

Het boek is ook een pleidooi voor waardig leven én sterven, voor ouderen én kinderen. Hector had geen kans op genezing, maar mocht ook niet sterven.

“We hebben op medisch en technologisch vlak de voorbije decennia een enorme vooruitgang geboekt, maar ontlopen vandaag de verantwoordelijkheid die daaraan gekoppeld zou moeten zijn. Het systeem is doorgeschoten, er blijft nog maar weinig menselijkheid over. Dat vind ik een heel kwalijke evolutie.”

“De debatten over alles wat het vrouwenlichaam aanbelangt, worden nog altijd voor het overgrote deel door mannen gevoerd”

Hoe doorbreken we die spiraal?

“Door het debat nog veel meer in de publieke ruimte te trekken. Ik kaart aan wat de situatie is, ik haal cijfers over levensbeëindiging aan. Levenskwaliteit moet bespreekbaar worden, zonder daarom alles in protocollen te willen gieten. We moeten streven naar betere oplossingen voor uitzichtloze pijn. Naar meer menselijkheid alweer, los van ideologische of politieke kleur.”

Een terugkeer naar de politiek sluit je zelf uit. Ben je ontgoocheld in wat je in je korte tijd als senator van de politieke wereld opving?

“Ik kon niet anders dan ontgoocheld zijn. De politiek is een weerspiegeling van de maatschappij en dus ook van de hardheid die daarin geslopen is. Er lopen zeker veel fijne mensen in rond, maar de dynamiek is die van altijd doorgaan, niet mogen voelen. Dat lukte me niet meer na Hectors dood.”

Mensen- en vrouwenrechten staan altijd al hoog op je agenda. Vanuit welke motivatie?

“Ik ben opgegroeid met een sterk moreel kompas, met gevoel voor menswaardigheid ook. Ik besef ook dat ik bevoorrecht ben, ondanks wat ik meemaakte. Net daarom vind ik dat ik het sociale en culturele kapitaal waarover ik beschik, moet inzetten om de wereld misschien een klein beetje rechtvaardiger te maken. Het zou wringen als ik dat niet deed.”

Actrice Sofie Decleir vraagt zich in een recent interview af wat er zou gebeuren als onze wereld geleid zou worden vanuit een vrouwelijk perspectief.

“Het matriarchaat aan de macht: dat zou heel interessant zijn! De debatten over alles wat het vrouwenlichaam aanbelangt, worden nog altijd voor het overgrote deel door mannen gevoerd. Maar hoeveel mannen hadden tot voor kort van endometriose gehoord? Alle regelgeving over fertiliteit, zwangerschap en zwangerschapsverlies wordt niét gemaakt door mensen met een baarmoeder. Daarom ook hangt het met haken en ogen aan elkaar. Dus ja, laat dat matriarchaat maar komen!” (lacht)

‘Hector was hier’, door Maud Vanwalleghem, uitgeverij Lannoo, 24,99 euro.

Lees meer over: