Voor het prentenboek ‘Een zee van liefde’ werd Bruggeling Pieter Gaudesaboos bekroond met de allereerste Boon-boekenprijs voor het beste Nederlandstalig kinder- en jeugdboek. De auteur wil met ‘diverse’ boeken zijn steentje bijdragen tot een meer verdraagzame samenleving.
“Als tiener wou ik grafisch vormgever worden, uit bewondering voor de vader van een jeugdvriend die affiches ontwerp. Bijgevolg koos ik die studierichting in de Artevelde Hogeschool, na mijn humaniora in OLVA”, zegt Pieter Gaudesaboos (42). “Pas toen ik tijdens Brugge Europese Culturele Hoofdstad in 2002 een wandelgids voor kinderen maakte, besefte ik dat illustrator een beroep was.”
Roodlapje
“Dat jaar is het idee gerijpt om een eerste prentenboek voor kinderen te maken. Om iets origineels te creëren gebruikte ik foto’s in plaats van prenten. Na mijn studies voor grafisch vormgever had ik immers fotografie gevolgd aan het KASK in Gent.”
“Tot mijn groot geluk wou uitgeverij Lannoo Roodlapje publiceren. Mijn debuut werd in 2004 zelfs genomineerd voor de Gouden Uil, categorie jeugdliteratuur! Het was een boek voor ‘12-plus’, waarin ik het sprookje van Roodkapje demonteerde en op een eigenzinnige manier herwerkte.”
“Dat succes sterkte mij om voort te doen. Mijn eerste vier boeken waren collages: een combinatie van fotografie, digitale illustraties en waterverf. Gaandeweg ben ik overgeschakeld naar pure illustraties, eerst strak en grafisch, nu speel ik met warme kleuren. Als decor kies ik vaak meubels uit de jaren ‘50 en ‘60. Dat geeft mijn prentenboeken iets nostalgisch.”
“Aanvankelijk combineerde ik het illustreren met een brede waaier van interimjobs.”
“Ik heb Tapis Plein in Brugge mee opgericht, was huisvormgever van de Kopergietery in Gent en heb zelfs afgewassen in rusthuizen! Die klusjes gaven mij de vrijheid om op mijn eigen tempo te werken aan nieuwe boeken. Ondertussen heb ik al 29 prentenboeken geschreven. Sedert enkele jaren leef ik van mijn werk als auteur van kinderboeken, waarvoor ik zelf ook de vormgeving verzorg.”
“Fantasie en fictie spelen een belangrijke rol in mijn werk. Ik speel graag met realisme en absurditeit. De reden? Ik ben opgegroeid met de verhalen van Roald Dahl. Die auteur is trouwens nog altijd mijn held. Hij vertelt in zijn boeken iets absurds op zo’n overtuigende manier dat je er zo in mee stapt. Zelf heb ik een kinderboek gemaakt over negen schijfjes banaan die uit de koelkast ontsnappen. Als je dat met wat humor vertelt, gaan de kinderen er echt in op. Zeker kleuters en de kinderen van het eerste en tweede leerjaar staan open voor fantasie.”
Vragen van dochter
“Ik start vanuit een basisidee dat ik ofwel alleen ofwel samen met een schrijver uitwerk. Voor mijn laatste boek Een zee van liefde, dat net de Boon-boekenprijs won, vormden drie vragen van mijn dochter Suzie de inspiratiebron: wat is liefde? kun je verliefd worden op iemand die helemaal anders is? en op iemand die hetzelfde is? Ik vond dat grappige maar bizarre vragen voor een kind van vijf jaar. Ik was op die prille leeftijd helemaal niet bezig met zo’n zaken. Kinderen worden blijkbaar veel vroeger rijper.”
“Ik probeerde de vraag te beantwoorden met: je kunt niet kiezen op wie je verliefd wordt. Maar dat antwoord riep nieuwe vragen op: kun je verliefd worden op iemand die groter of kleiner is? Of iemand met een andere huidskleur? En kunnen twee jongens of twee meisjes op elkaar verliefd worden? Die vraag had ik verwacht, want mijn dochters hebben twee papa’s. Het gaf mij inspiratie tot een nieuw boek.”
Een zee van liefde gaat over een beer en een pinguïn, twee heel verschillende jongens, die op elkaar verliefd worden. Ik geef hierover vaak lezingen in lagere scholen en stel dan diezelfde drie vragen over de liefde én krijg uiteenlopende reacties. Sommige kinderen kijken ongemakkelijk weg, anderen steken enthousiast hun hand in de lucht. Onlangs zei een leerling: twee jongens die verliefd worden op elkaar, dat kan niet, dat is onbeleefd! Het viel mij op dat kinderen op hun zevende al zo gevormd zijn door de ideeën die in hun gezin leven.”
Verdraagzaam
“Ik heb er bewust naar gestreefd om de twee hoofdfiguren in mijn boek zo sympathiek mogelijk te maken, zodat de kinderen zich met hen kunnen identificeren. Tijdens elke lezing is er een magisch moment, waarop ik de hele klas muisstil krijg: het ogenblik dat de kinderen inzien dat de liefde sterker is dan alle verschillen. Op het einde van het verhaal heb ik iedereen mee, zelfs de meest kritische kinderen zijn overtuigd dat ook twee jongens of twee meisjes op elkaar verliefd kunnen worden. Dat is de kracht van een eenvoudig kinderboek!”
“Als we willen dat de wereld over dertig jaar toleranter is dan de huidige samenleving, waarin iemand graag zien nog altijd verontwaardiging en agressie uitlokt, dan moeten we onze kinderen nu opvoeden met mooie verhalen. Met boeken waarin diversiteit en verdraagzaamheid de normen zijn, zodat ze zich aan die waarden kunnen weerspiegelen”, besluit Pieter Gaudesaboos. (Stefan Vankerkhoven)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier