Het kinderboek ‘Boven op de toren. Met Manten en Kalle op stap door Kortrijk’ vertelt het verhaal van een tiental eeuwenoude en beeldbepalende monumenten in de historische binnenstad van Kortrijk. Met het boek wil de stad haar erfgoed op een originele manier ontsluiten voor kinderen rond de leeftijd van tien jaar.
Geschreven door Kortrijkzane Gerda Dendooven en geïllustreerd door Lukas Verstraete laat het boek kinderen kennismaken met de betekenis en functie van eeuwenoude gebouwen en brengt ‘Boven op de toren. Met Manten en Kalle op stap door Kortrijk’ ook het verhaal van hoe de stad is gegroeid en veranderd.
“Voor mij was het een ‘terug naar mijn jeugd’-wandeling. Langs gebouwen die ik kende, maar die ondertussen nieuw lijken door de zorg die eraan besteed werd. De grootste moeilijkheid was: hoe hou ik de aandacht van kinderen vast? De keuze voor de blik van Manten en Kalle was snel gemaakt, maar er moest ook een personage bijkomen dat het verhaal zou voortstuwen. De hond was hierbij een geschikte figuur: aaibaar, nieuwsgierig, volgt snuffelend zijn weg en is een soort alter-ego voor een kind op ontdekkingstocht”, vertelt auteur Gerda.
“Omdat ik zelf niet zo goed ben wat architecturale tekeningen betreft, heb ik Lukas Verstraete gevraagd. Hij kan grappige personages en situaties bedenken, maar tegelijk ook correct gebouwen tekenen zonder ze saai te maken. Hij was de spreekwoordelijke ‘jus’ voor het boek.”
Het boek telt 44 pagina’s en tien hoofdstukken: Het Belfort, De Sint-Maartenskerk, Het Begijnhof, De Artillerietoren, De Onze-Lieve-Vrouwekerk, De Broeltorens, De Groeningeabdij, Het Onze-Lieve-Vrouwhospitaal, De Molens en Het Stadhuis. Manten en Kalle, de klokkenluiders van het Belfort, gidsen de lezer langs de Kortrijkse monumenten. Ze vertellen het verhaal van elk gebouw en volgen daarbij het parcours van een hondje dat zich een weg baant doorheen hedendaags Kortrijk.
Het boek is niet te koop, de stad staat in voor de verspreiding en verdeling. “Er is een oplage voorzien van 5.000 boeken. “De boeken zullen door de stad jaarlijks verspreid worden via de scholen onder de kinderen van het vierde leerjaar. Het gaat over ongeveer 1.000 leerlingen per jaar. De boeken worden kosteloos aangeboden, zo wordt geen enkel kind uitgesloten”, aldus Philippe De Coene, schepen van Onroerend Erfgoed.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier