Hij is een meesterverteller én een begenadigd schrijver van historische gebeurtenissen. In 2017 verpakte hij de Eerste Wereldoorlog in Zwevezele en Wingene in 356 bladzijden en dit jaar doet hij dat opnieuw met een nieuw Jaarboek over de Tweede Wereldoorlog. We hebben het over Jo Patteeuw (70), voorzitter van de Brugse afdeling van Familiekunde Vlaanderen en mede-stichter van de heemkundige kring Wingene. “Dat boek heeft me honderden uren opzoekingswerk gekost”, lacht Patteeuw. “Maar ik kan het niet helpen. Dit is pure passie.”
Patteeuw interviewde zeven jaar lang getuigen, kenners en onderzoekers, dook in verschillende archieven en vond unieke foto’s en documenten, om een waarheidsgetrouw beeld te krijgen van wat de Tweede Wereldoorlog tussen 1938 – het jaar van de eerste mobilisaties – en 1945 voor onze regio betekende. Het is een kroniek, een historisch feitenrelaas, geen persoonlijk uitgewerkt oorlogsverslag. “Deze Tweede Wereldoorlog was van een heel ander kaliber dan de ‘Groote Oorlog’,“ weet Patteeuw. “Ditmaal stond West-Vlaanderen niet centraal in het slagveld en werd de strijd met meer geavanceerde wapens uitgevochten, wat zorgde voor minder schade en minder slachtoffers. Maar dat neemt niet weg dat de mensen in Zwevezele en Wingene toch hard geleden hebben onder de Duitse bezetting.”
Geheim hoofdkwartier
Wat is de kroniekschrijver het meest bijgebleven na al dat opzoekingswerk? “Vooreerst iets wat weinig mensen beseffen: dat Wildenburg hoorde bij de West-Europese top van het oorlogsverzet. In 1944 was landhuis De Varens aan de Polderdreef in Wingene het provinciaal hoofdkwartier van het Geheim Leger. Maurits Mortier was de plaatselijke agent van de inlichtingendienst Beagle. Zijn marconist Jean Aerts – schuilnaam Honoré – installeerde zijn transmissiepost in het kasteel van Wildenburg, van baron Conrad van der Bruggen! Christian Jooris van de inlichtingendienst ZIG organiseerde verbindingen met Londen en seinde de Duitse stellingen door, van Bretagne tot Zeeland. De zendinstallaties werden verborgen op verschillende plaatsen in Wildenburg. André en Pierre Debaene en Albert Casaert werkten bij de inlichtingendienst Luc-Marc. Gaston Verleye was de leider van de Zwevezeelse verzetsbeweging, die onder meer telefoonpalen saboteerde.”
Spionnen en saboteurs
Intensief onderzoek toont aan dat het in Wingene én Zwevezele wemelde van verzetslui, spionnen, marconisten en saboteurs. Eenmaal aan de praat is verteller Jo Patteeuw niet meer te stuiten. “Christian Jooris’ neef Frederic de Penaranda – bijgenaamd Breydel – leidde de Brugse ZIG-afdeling en die wierf Roger Morsa aan. Dat is een naam als een klok. Morsa wordt dé belangrijkste agent voor de Engelsen, voor de regio Bretagne-Amsterdam. Die man slaagde erin meer dan duizend gedetailleerde plannen te kopiëren en door te seinen van Duitse hoofdkwartieren, radarinstallaties, mijnenvelden, verdedigingspunten en legeropstellingen. Zelfs Winston Churchill roemde de Belgen in zijn oorlogsmemoires als cruciale informanten! En wat opvallend is: Morsa werd regelmatig door de Duitsers opgepakt, maar kon zo voortreffelijk de simpele angsthaas spelen, dat ze hem telkens weer vrijlieten. Zijn netwerk is nooit ontdekt.”
Massaal hulp
Een ander opmerkelijk fenomeen, is de lokale solidariteit onder de Wingense bevolking in tijden van oorlog en crisis. Ondanks de vele controles en het juk van de lokale Ortskommandantur, probeerden de Wingenaren er toch het beste van te maken.
“In kasteel van Wildenburg zat een geheime transmissiepost”
“De lokale solidariteit is een van de grootste verrassingen van mijn onderzoek”, bevestigt Jo Patteeuw. “Je had hier talloze hulporganisaties zoals Winterhulp, het Comité voor Hulpbetoon, het Rode Kruis, het Hulpcomité voor arbeiders in den vreemde… Liefst 80 procent van onze lokale landbouwers hielp mee voedselpakketten verstrekken aan noodlijdenden. De hulp nam hier soms onvoorstelbare proporties aan. Echt indrukwekkend. Ook als de lokale Feldpolizei op werkweigeraars joeg, werd die massaal tegengewerkt. Zonen van families werden in kelders verstopt en de lokale tamtam was goed georganiseerd.”
Het Jaarboek ‘Kroniek WO II Wingene & Zwevezele’ kan gekocht worden tijdens de tentoonstelling in de Parochiezaal of door overschrijving van € 36 (+ € 7,30 verzendingskosten) naar BE 59 8508 1331 8726 van de heemkundige kring ‘Ons Wingene’, met vermelding van naam en adres.
Ontdek volgende week het eerste deel van onze driedelige reeks over WO II in Wingene.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier