Arnout Hauben brengt na 75 jaar de bevrijding in beeld: “Die West-Vlaamse vertelkracht is bijzonder”

Arnout Hauben: "De verhalen die in de reeks aan bod komen, zijn ook deze van de allerlaatste getuigen."
Bert Vanden Berghe

Precies 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog trekt Arnout Hauben nog één keer ten oorlog. In de driedelige reportagereeks ‘De bevrijding van Vlaanderen’ vertelt hij aan de hand van de allerlaatste levende getuigen aangrijpende verhalen over het einde van de oorlog. Een knappe en integere reeks die veel verhalen van toen blootlegt en een onrechtstreeks eerbetoon is aan zijn eigen (West-Vlaamse) grootouders. “Dit was voor mij een echt passieproject.”

De bevrijding bracht vreugde. Maar niet overal. Hier was er veel verdriet.” Ze zegt het zacht, breekbaar. Ze bijt in haar koekje zodat ze haar opwellende tranen kan wegslikken. Reportagemaker Arnout Hauben zit verbouwereerd aan de keukentafel van Betje Flipse, een kranige dame die de 90 gepasseerd is. In Westkapelle, net over de Nederlandse grens, hebben de inwoners indertijd een hoge prijs betaald voor de bevrijding, net zoals in de rest van onze contreien. Betje verloor dertien familieleden. Dertien graven ziet ze staan vlakbij de vuurtoren, maar zij ziet geen stenen. Ze ziet gezichten. Mensen. Verhalen.

Arnout Hauben is ook iemand die mensen en verhalen ziét. Dat bewijst hij opnieuw in het beklijvende drieluik De Bevrijding van Vlaanderen. In deze reeks volgt hij het traject van de geallieerden die Vlaanderen hebben bevrijd, nu 75 jaar geleden. Gaandeweg ontmoet hij de allerlaatste getuigen van toen, een levende brok geschiedenis die binnen pakweg tien jaar misschien niet meer bestaat.

Je bracht eerder al het indrukwekkende ‘Ten Oorlog’ uit, waarin je langs de frontlijn van WO I en WO II stapte. Vanwaar de keuze voor deze reeks?

“Eerst en vooral omdat het momentum er nu was. We zijn 75 jaar na de bevrijding. Ik had het gevoel dat ik nog niet ons verhaal verteld had. Want ik kan er niet omheen dat het ook in mijn eigen DNA zit. Ik ben net zoals veel leeftijds- en generatiegenoten opgegroeid met de verhalen van mijn grootouders. Aan mijn vaders kant kwamen ze uit Limburg, aan mijn moeders kant woonden ze in de streek van Ruddervoorde en Torhout. Ik heb er ook nog veel familie wonen. Dat zijn verhalen die als kind fenomenaal klinken en langzaam maar zeker deel worden van je DNA. Zo moest mijn grootmoeder regelmatig met de kinderwagen in een gracht in Torhout duiken om aan de bommen te ontsnappen. De broer van mijn grootvader sneuvelde dan weer bij het geheim leger in Antwerpen. Ik had steeds meer het gevoel dat ik mijn verhaal, ons verhaal, moest vertellen. Mijn grootouders zijn intussen gestorven, maar tijdens veel gesprekken voor deze reeks had ik vaak het gevoel dat ik met hen sprak. Je voelt eenzelfde soort verbondenheid.”

Hoe lang heb je hier aan gewerkt?

“De focus lag de afgelopen tijd op Rond de Middellandse Zee, een vervolg op Rond de Noordzee. Dit programma heb ik eigenlijk daar tussenin gemaakt, bijna in mijn vrije tijd, als een soort passieproject. Alles samen ben ik daar toch een half jaar mee bezig geweest. Het moeilijkste was om nog levende getuigen te vinden van toen. Mensen die het zich nog goed herinnerden én er ook over konden vertellen. De verhalen die aan bod komen, zijn ook deze van de allerallerlaatste getuigen. Mensen die een stuk voorbij de tachtig of negentig zijn.”

Hebben bepaalde zaken je verrast?

“Absoluut. Vaak zelfs. Ik was ook heel blij dat het mij bij momenten kon ontroeren. Dat ik niet afgestompt ben door wat ik al gelezen en gezien heb. Dit kon mij nog echt raken. Maar ook op historisch vlak werd ik vaak verrast. We kennen allemaal de Slag om Bastogne of het Ardennenoffensief, maar wie kent er de Slag om Geel? Die ongelooflijke strijd in het hart van de Kempen is bij weinig mensen bekend. Hoe komt dat, vroeg ik mij af? Ik ben heel blij dat ik met dit programma een stukje van die geschiedenis opnieuw kon blootleggen. Heel bijzonder om te doen. Het voelde aan als een plicht zelfs.”

Oorlog is vandaag voor veel mensen een ver-van-mijn-bed-show…

“Maar deze getuigen hebben het meegemaakt vanop de eerste rij en kunnen daar nog over vertellen. Binnen pakweg vijf of tien jaar zijn al die verhalen enkel nog terug te vinden in boeken of bibliotheken. (denkt na) Maar eigenlijk meer nog dan die verhalen blootleggen, is dit een ode aan die hele generatie. Van iedere getuige verzamelde ik telkens een foto uit die oorlogsperiode. Op die foto’s zag je hoe ze allemaal, één voor één, jonge, sterke karakters waren. Vandaag kennen we hen als oudere, breekbare mensen, maar dat is een hele generatie die een enorme kracht in zich had.”

Welke mensen of ontmoetingen hebben je het meeste geraakt?

“Er zit in elke aflevering wel iets dat bleef hangen. Zo leefden de mensen in ons land na de bevrijding nog vele maanden in onzekerheid. Een half jaar lang werden ze nog bestookt met V1- en V2-bommen, met nog eens 8.000 dodelijke slachtoffers tot gevolg. Die vielen bij de mensen thuis, op school, in de cinema… We hebben een paar jaar geleden de aanslagen op Zaventem van heel dichtbij meegemaakt. Dat was vreselijk. Maar stel je eens voor dat er op een half jaar tijd 775 bommen slachtoffers maken… Dat alleen al is amper te vatten.”

De eerste V1-bom viel in Eernegem.

“Niet ver van waar mijn grootmoeder woonde, inderdaad. Ik ben (in aflevering 3, red.) gaan praten met de lokale beenhouwer en – om in het thema te blijven – daar vielen de schellen van mijn ogen. En in Knokke had ik ook een hele fijne ontmoeting. De West-Vlaamse vertelkracht is heel bijzonder.”

De impact op een gemeente of dorp is ook veel groter dan op een stad, dat toont deze reeks ook aan.

“In zo’n dorpen worden die verhalen langer bewaard. Die worden van generatie op generatie doorverteld. In een stad gebeurt dat veel minder. Dorpen zijn voor mij een soort natuurlijke biotoop. Ik doe niets liever dan een dorp binnen stappen en mij te laten verrassen door de mensen en hun verhalen. Dat is het schoonste wat er is.”

Tijd om te lezen is er wel nu, want de huidige situatie zorgt er ongetwijfeld voor dat ‘De Chinezen’ (het productiehuis van Arnout, red.) op een laag pitje staat…

“We liggen voor een groot stuk stil, ja. Dat is heftig. Want we hebben 40 mensen in dienst. Deze sector is niet simpel. Voor deze crisis waren het al heel onzekere tijden. We waren aan het draaien voor Rond de Middellandse Zee en zijn halfweg moeten stoppen. Maar wat we nu doen, dat binnenblijven, is heel belangrijk. We moeten dit doen om de generatie te beschermen die gevochten heeft in de oorlog en gestreden heeft voor onze rechten. We zijn het aan hen absoluut verplicht.”

‘Ten oorlog. De bevrijding van Vlaanderen’, vanaf maandag 6 april om 20.40 uur op Eén en VRT NU. Van de reeks verschijnt ook een gelijknamig boek, uitgegeven bij Polis.