De uitbater van het voormalige politiemuseum in Brugge heeft achttien maanden voorwaardelijke celstraf gekregen omdat hij uitgeleende wapens en kostuums doorverkocht. Voor oplichting werd Tony G. (46) evenwel vrijgesproken. “Drank en drugs deden hem de das om.”
Met veel bombarie opende het Brugse politiemuseum in het najaar van 2021 de deuren. Met tal van attributen – van kostuums tot authentieke wapens – nam initiatiefnemer Tony G. (46) de bezoeker mee in 160 jaar politiegeschiedenis. Maar amper een jaar na de opening viel het doek over het project. Volgens Dirk Van Nuffel, toenmalig korpschef van de Brugse politie, was de samenwerking met de Torhoutenaar stopgezet toen hij plots zijn museum had leeggehaald.
Begin 2023 kwam aan het licht dat een gerechtelijk onderzoek liep naar G. wegens onfrisse praktijken. De man zou onder andere meerdere attributen uit het museum, die niet van hem waren maar die hij in bruikleen had gekregen, doorverkocht hebben. Het zou niet alleen over kostuums gaan, maar over wapens en badges. Sommige verkochte spullen zou hij nooit hebben geleverd en bij een huiszoeking werden ook vergunningsplichtige wapens aangetroffen, vooral wapenstokken maar ook een paar vuurwapens.”
Schaamteloos misbruik
De veertiger werd uiteindelijk vervolgd voor oplichting, misbruik van vertrouwen, schriftvervalsing en inbreuken op de wapenwet. Op het proces voor de Brugse strafrechtbank vroeg het Openbaar Ministerie twintig maanden cel voor de man. “De beklaagde verwijst naar problemen met drank, drugs en medicatie”, zei procureur Jinmin Arnou. “Maar dat neemt niet weg dat hij schaamteloos misbruik maakte van het vertrouwen van politieambtenaren die hem stukken ter beschikking hadden gesteld.”
Een man die onder meer een oud rijkswachtuniform in bruikleen gaf aan G., stelde zich burgerlijke partij. “Ik weet niet wat er juist misliep, want ik heb altijd correct samengewerkt met die man”, stelde hij. “Ik koester geen wrok.” De man vroeg wel een voorlopige schadevergoeding van 10.000 euro.
De verdediging noemde dit bedrag uit de lucht gegrepen. “Die man was van alles op de hoogte en gebruikte mijn cliënt als tussenpersoon om spullen te verkopen”, pleitte advocaat Jan De Groote. “Als politieman kon hij naar eigen zeggen zelf die attributen niet verkopen.”
G. verkocht ook spullen die hij van anderen in bruikleen had gekregen. “Van sommige dacht hij dat het om schenkingen ging en dat hij ze mocht verkopen. Van enkele tientallen andere wist hij wel degelijk dat dat niet mocht.”
Geen omkadering
Meester De Groote schetste een tragisch beeld van zijn cliënt. “From hero to zero“, opende hij zijn pleidooi. “Via zijn toenmalige partner kwam hij in contact met de politiediensten en ging een nieuwe wereld voor hem open. Hij begon alles te verzamelen dat met de politie te maken had. Poppen, kostuums, wapens en zelfs armbanden. Dat begon op den duur uit de hand te lopen.”
G. koesterde plannen voor een museum en kreeg van het Brugse stadsbestuur en de toenmalige korpschef de nodige ruimte in het oude politiecommissariaat aan de Lodewijk Coiseaukaai. “Maar hij kreeg geen enkele hulp voor de uitbating”, ging meester De Groote verder. “Er was zelfs geen samenwerkingscontract en mijn cliënt stond er moederziel alleen voor. Intussen kende het museum wel succes en kwamen de bezoekers in bussen toe.”
Op de dool
Volgens De Groote kampte G. ook met grootheidswaanzin. “Hij schreef zelfs naar de koning met de vraag of hij aanwezig kon zijn bij de opening.” Een zenuwziekte zou G. uiteindelijk in een neerwaartse spiraal hebben geduwd. “Hij raakte verslaafd aan medicatie en uiteindelijk ook drugs en alcohol. Zijn levensdroom was als een vuurpijl omhoog geschoten, maar spatte door die verslaving snel uiteen.”
G. kwam in een echtscheiding terecht. “Hij verkocht die spullen om wat geld bij te verdienen”, stelde meester De Groote. “Hij is momenteel wat op de dool, maar vond opnieuw werk. Dat hij klanten oplichtte, ontkent hij wel met klem. En de vuurwapens die bij hem thuis werden aangetroffen, waren onklaar gemaakt. Hopelijk kan een werkstraf volstaan. Twintig maanden cel is veel te zwaar.”
Geen oplichting
De rechtbank veroordeelde G. donderdag tot achttien maanden voorwaardelijke celstraf. De man moet onder meer zijn verslavingsproblematiek aanpakken. Voor oplichting werd hij vrijgesproken. “Er was geen bedrieglijk opzet”, stelde de rechter. “Relationele en psychische problemen, al dan niet in combinatie met een verslavingsproblematiek, zorgden ervoor dat hij bepaalde zaken niet terugbetaalde of aangekochte stukken niet verzond.”
Aan twee burgerlijke partijen moet G. in totaal 3.500 euro schadevergoeding betalen. (AFr)