Rechter onbevoegd om te oordelen over dispuut rond stadion KV Oostende met Marc Coucke

De liefde tussen KVO en Marc Coucke is al lang bekoeld. Een vennootschap van Coucke dagvaardde de stad Oostende en de curator van de club, omdat het een plaatsbeschrijving wil laten uitvoeren. © LAURIE DIEFFEMBACQ BELGA

De Brugse rechtbank van eerste aanleg heeft zich in kort geding onbevoegd verklaard om te oordelen over een dispuut rond het stadion van KV Oostende. Een vennootschap van Marc Coucke dagvaardde de stad Oostende en de curator van de club, omdat het een plaatsbeschrijving wil laten uitvoeren. De zaak werd naar de ondernemingsrechtbank verwezen.

Door aanhoudende financiële problemen werd KV Oostende op 4 juni failliet verklaard door de Brugse afdeling van de ondernemingsrechtbank van Gent. Het faillissement had ook gevolgen voor de nieuwe tribune die tijdens het bewind van Marc Coucke gebouwd werd. De stad Oostende besliste op 17 juni om een einde te maken aan de erfpacht, waardoor het in principe eigenaar van het stadion geworden is. Het is de bedoeling van de stad Oostende dat het Albertpark voortaan gebruikt zal worden door de nieuwe club KV Diksmuide-Oostende.

“Zolang er gevoetbald wordt door een club met Oostende in de naam kan de erfpacht niet ontbonden worden”

Maar Oostende Stadion, een vennootschap binnen de holding van Marc Coucke, legt zich niet neer bij de ontbinding van de erfpacht. Volgens advocaat Bram Stragier beroept de stad zich onterecht op een artikel in het contract. Daarbij werd benadrukt dat de vennootschap er net alles aan deed om de club te laten bestaan, bijvoorbeeld door de huur te verlagen. “Zolang er gevoetbald wordt door een club met Oostende in de naam kan de erfpacht niet ontbonden worden.” Volgens de advocaat zou er 20 miljoen euro in het stadion geïnvesteerd zijn. “Minstens moeten er een opzegtermijn en een opzegvergoeding gerespecteerd worden.”

Inboedel vaststellen

Over de grond van de zaak zal de rechtbank zich later nog moeten buigen. Stragier vroeg aan de kortgedingrechter wel om de huidige toestand van het stadion en de inboedel te laten vaststellen door een deskundige. “Wij vragen om een foto te mogen maken van het stadion en van wat erin staat. Niet meer en niet minder.” Zo werd er verwezen naar de verlichting en de geluidsinstallatie, die van Oostende Stadion zouden zijn. Maar de curator van KVO heeft een dergelijk verzoek al meermaals afgewezen. Volgens Stragier mag de curator nochtans zelf niet meer in het stadion komen, omdat het vruchtgebruik door het faillissement afgelopen is.

“Men probeert te voetballen op een tennisveld” – advocaat Patrick Content

Op de zitting stelde de curator dat de rechtbank van eerste aanleg niet bevoegd is om over de zaak te oordelen. “Men probeert te voetballen op een tennisveld”, sneerde advocaat Patrick Content. De kwestie zou volgens de curator aangekaart moeten worden bij de ondernemingsrechtbank. Bovendien werd benadrukt dat het opmaken van een inventaris net de taak is van de curator. Ten slotte wierp Content op dat de inboedel ondertussen al werd verkocht. “Ik heb zelfs geen sleutels meer van het stadion. Men is te laat.”

Molensteen rond de nek

De raadsman van de stad Oostende gedroeg zich naar de wijsheid van de rechtbank, maar benadrukte dat Marc Coucke enkel als bezoeker welkom is in het stadion. Volgens advocaat Dominique Blommaert werd de erfpacht volledig terecht ontbonden. In het contract stond dat het de doorslaggevende bedoeling was om KV Oostende in het stadion te laten voetballen. Na het vertrek van Coucke werd de nieuwe tribune door het huurgeld echter een molensteen rond de nek van de kustploeg, wat volgens Blommaert mee tot het faillissement leidde. “De maatschappelijke doelstelling gaat veel verder dan alleen het maar het financiële. Als men was gebleven, had men in Oostende een wereldploeg en was die club vandaag niet failliet”, klonk het.

Waterinsijpeling

Op het einde van zijn pleidooi kwam Blommaert nog met een opvallende tegenvordering op de proppen. “Wij wensen dat het volledige bouwdossier aan ons wordt overgemaakt.” Volgens de advocaat kampt het stadion onder andere met waterinsijpeling. Maar de raadsman van Oostende Stadion verzette zich met klem tegen de plotse tegenvordering, die ook de rechter verraste. Uiteindelijk besliste advocaat Blommaert om die tegenvordering later pas te stellen.

De rechter volgde het standpunt van de curator en verklaarde zich onbevoegd om over de zaak te oordelen. De zaak werd daarom verwezen naar de Brugse afdeling van de ondernemingsrechtbank Gent. Binnenkort zal de ondernemingsrechtbank zich in kortgeding over de kwestie moeten buigen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier