Op 3 februari vorig jaar overleed Kevin Vandevyvere (37). Een cocktail van alcohol en pijnstillers zorgden ervoor dat hij stikte. Plaats van de feiten was de studio van zijn vriend Timothy V. (32) in Roeselare. In een paniekreactie verplaatste hij het lijk van zijn vriend. Daarvoor riskeert hij nu 6 maanden cel.
Een luide bonk wekte de bewoners van een appartementsgebouw in de Karnemelkstraat in het centrum van Roeselare. Het is 4.30 uur ’s morgens, 2 februari 2022. Eén van de gewekte personen ging een kijkje nemen. Beneden aan de trap naar de rokersruimte trof hij het levenloze lichaam van de 38-jarige Kevin Vandevyver aan.
De zaak riep meteen heel wat vraagtekens op. Iemand had namelijk ook nog een persoon zien op de vlucht slaan. Uiteindelijk bleek dat om Timothy V. (32) te gaan, ook een bewoner van het appartementsblok. Moord? Dat was de eerste denkpiste. Uiteindelijk bleek Vandevyver te zijn overleden aan verstikking ten gevolge van een combinatie van alcohol en zware pijnstillers. Geen moord, dus.
Paniekreactie
En toch moest Timothy V. zich maandagmorgen voor de rechtbank verantwoorden. Voor lijkverberging. Zijn advocaat Jasper Bolle schetste de omstandigheden. “Het was een paniekreactie, wat niet zo onlogisch is. Verstandig en ongelukkig, dat was het zeker.”
V. en Kevin zaten die avond samen en dronken sloten alcohol – in combinatie met twee pillen Suboxone, een zware pijnstiller voor heroïneverslaafden. “Timothy viel in zwijm in de zetel, zijn vriend op tafel. Toen Timothy wakker werd, probeerde hij zijn vriend te wekken, maar hij was inmiddels overleden. Hij probeerde nog een hartmassage, maar tevergeefs.”
Dan volgt de paniekreactie. “Hij maakte de ongelukkige beslissing de hulpdiensten niet te bellen en sleepte het lichaam onder de oksels weg. Hij probeerde hem op een stoel te zetten, maar dat lukte niet, waarna hij het op de rug op de vloer legde. Daarna ruimde hij alle alcohol op en vluchtte hij.”
Spijtig ongeluk
Geen lijkverberging, meent de raadsman van V. Hij zou nooit de intentie gehad hebben het onderzoek te willen belemmeren. Zelf noemt de beklaagde het een spijtig ongeluk. Het Openbaar Ministerie vraagt voor de feiten een celstraf van zes maanden en een boete van 800 euro, de beklaagde vroeg de vrijspraak. Uitspraak op 23 oktober. (JD)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier