Ardooie/Tielt/Roeselare – Een gewonnen voetbalmatch werd door R.S. (23) uit Roeselare en zijn teamgenoten stevig gevierd. De man besloot nadien toch met de wagen naar huis te rijden. Tijdens die rit reed hij in op een voorligger en vluchtte hij weg. Na een wilde politieachtervolging konden de agenten hem staande houden. “Geen alcoholprobleem? Ik val van mijn stoel”, zei de procureur.
“De feiten zijn niet sympathiek.” Ook advocaat Bert Camerlinck stak de stommiteiten van zijn cliënt niet onder stoelen of banken. R.S. had nog maar sinds september 2023 zijn rijbewijs op zak. Na een eerste veroordeling voor alcoholintoxicatie liep het op 17 november 2024 in Ardooie opnieuw verkeerd.
S. vierde samen met zijn kameraden de winst van hun voetbalmatch. Even later reed de automobilist aan de rode lichten in op een voorligger. Het voertuig werd tegen een andere voorligger gekatapulteerd. “Nadien is mijn cliënt in paniek doorgereden.”
Stommiteit
Een agent in burger zag alles gebeuren en gaf de nummerplaat door aan zijn collega’s. Een politiepatrouille kon S. uiteindelijk in Tielt staande houden. Die achtervolging ging niet zonder slag of stoot: S. negeerde de rode lichten en reed met hoge snelheid op verdrijvingsvlakken en haalde een voertuig rechts in.
Volgens advocaat Camerlinck hebben de feiten een grote impact. “Het is een immense stommiteit”, zei hij. “Er is een tijd voor en een tijd na die feiten.”
Zo besliste S. nadien om voorlopig niet meer te rijden. Bovendien zocht hij een job waarvoor een rijbewijs niet noodzakelijk is.
Lichamelijke letsels
Het slachtoffer heeft nog altijd nek- en schouderpijn door de whiplash. De procureur wil R.S. rijongeschikt laten verklaren, al is er volgens de verdediging geen alcoholprobleem. Toch spreken de haartesten en andere analyses dat tegen. “Er is sprake van chronisch excessief drinkgedrag”, zei de procureur. “Geen alcoholprobleem? Ik val van mijn stoel.”
R.S. was zelf aanwezig tijdens de zitting en excuseerde zich uitvoerig tegenover het slachtoffer. “Ik wilde je niet bewust pijn doen”, zei S.
Uitspraak op 28 januari.
