De 32-jarige man van Slovaakse afkomst uit Izegem die op 25 april 2025 uit het niets Christophe Van Coillie (54) en zijn echtgenote Anja met een mes aanviel aan het gemeentehuis van Ingelmunster, vliegt vijf jaar de cel in. Dat besliste de Kortrijkse strafrechter. De aanvaller had geprobeerd er zonder straf vanaf te komen, maar kreeg het deksel op de neus.
Die vrijdagavond trokken Christophe en zijn echtgenote naar café Riva, vlak bij de kerk en het gemeentehuis van Ingelmunster. Toen ze naar huis terugkeerden, dwarste hun pad dat van Robert H. (32). Hij deed vreemd en brabbelde onverstaanbaar. Zonder aanleiding liep hij plots op Christophe af meteen mes en stak het in zijn hals. Met een gapende wonde van 7 centimeter en heel wat bloed tot gevolg. Het koppel keerde naar het café terug, waar een klant met een zakdoek op de wonde drukte, in afwachting van een ambulance. In het ziekenhuis moest Christophe met spoed geopereerd worden. De dader kon meteen door andere klanten van het café overmeesterd worden.
Toerekeningsvatbaar
Robert H. verklaarde eerst dat hij zelf was aangevallen, dat er sprake was van een geweer. Maar duidelijke camerabeelden toonden aan dat dit helemaal niet het geval was. Meer zelfs: op de camerabeelden was het bizarre gedrag van H. duidelijk te zien. “Hij lag op de grond, danste, bokste in de lucht, sloeg zomaar in het rond”, schetste zijn advocate Mieke Byttebier. “Het is duidelijk dat hij onder invloed van de drugs hallucineerde en een psychose deed. Hij was dus ontoerekeningsvatbaar en handelde volgens artikel 71 uit een onweerstaanbare dwang.”
Wat zou betekenen dat hij vrijgesproken zou worden. De openbare aanklager verzette zich daar echter tegen en vroeg een effectieve celstraf van vijf jaar. “Totaal zinloos geweld, onder invloed van drugs”, klonk het tijdens het proces.
De rechters wilden daarop van de gerechtspsychiater een duidelijker verslag over de geestestoestand van H. toen en nu. Volgens het verslag dat in september voorradig was, was er geen sprake van een geestesstoornis. Maar als zou blijken dat hij zowel toen als nu ontoerekeningsvatbaar is, kon het zelfs tot een internering komen.
De gerechtsdeskundige bleef vorige maand, ook na het bekijken van de camerabeelden en de resultaten van zijn bloedtest, bij haar standpunt. “Hij leed niet aan een geestesstoornis, niet op het moment van de feiten en niet op het moment van het onderzoek”, luidde het.
Spijt
“Maar het is duidelijk dat hij zijn daden niet kon inschatten”, liet ook advocate Mieke Byttebier zich niet vermurwen. “Op vandaag is er geen stoornis meer. Zonder gebruik van drugs is er geen risico.”
Robert H. zit ondertussen nog altijd in voorhechtenis in de cel. “Ik heb heel veel spijt”, klonk het helder. “Ik schrik van mezelf, kan niet geloven dat ik die persoon op de camerabeelden ben. Ik snap nog altijd zelf niet wat er is gebeurd. Geef me een nieuwe kans, zodat ik kan herbeginnen. Ik wil geen drugs meer gebruiken en een normaal leven leiden.” Aan de rechter moest hij schoorvoetend wel toegeven dat hij in de gevangenis wel nog cannabis had gebruikt.
De rechters oordeelden dat er geen sprake was van onweerstaanbare dwang, onder meer omdat hij door zijn drugsgebruik zelf aan de basis lag van een tijdelijke drugspsychose. “Geen duurzame geestesstoornis, dus geen vrijspraak op basis van artikel 71”, oordeelden de rechters. Het slachtoffer kreeg een voorlopige schadevergoeding van 5.000 euro toegekend. Een deskundige moet de precieze schade en omvang vaststellen. (LSi)