Hij stond al onder voorwaarden en kan niet meer op een voorwaardelijke straf rekenen, maar toch staat een 38-jarige man uit Zwevegem opnieuw voor de rechter voor partnergeweld. “Maar we blijven bij elkaar”, klonk het.
Op 25 april 2024 zag een getuige hoe Joy D. zijn vriendin de woning in Zwevegem binnen sleurde. “Hij sloeg haar 2 tot 3 uren lang”, aldus de openbare aanklager. “Ze had kneuzingen over het hele lichaam.”
De dag nadien diende haar vader klacht in bij de politie. Hij vreesde niet alleen dat ze was geslagen, maar ook verkracht. Dat laatste kon niet hard gemaakt worden. Joy D. voelde het warm onder de voeten worden, want wist dat hij al eerder was veroordeeld en onder voorwaarden stond. Hij vluchtte weg en dook onder in Rijsel.
“Overdreven”
Tot in de nacht van 25 op 16 juli 2024 twee getuigen zagen hoe Joy D. in Kortrijk zijn vriendin opnieuw klappen gaf en hij kon opgepakt worden. Sindsdien verblijft hij opnieuw in de cel. “In mijn woning kwam het tot duw- en trekwerk, maar geen vuistslagen”, aldus D. “In Kortrijk gooide ik haar handtas op de grond, meer niet. Alles is wat overdreven, onder invloed van haar vader. Dat zegt ze zelf in enkele brieven. We blijven bij elkaar. Ze helpt me met het onderhoud van de woning, de opvoeding van mijn dochtertje, komt me in de gevangenis bezoeken, …”
“Waar haalde ze dan dat bebloed gezicht in Kortrijk vandaan en wat is dan op de camerabeelden te zien?”, vroeg de openbare aanklager zich af. Hij vroeg D. opnieuw tot een celstraf van vijftien maanden te veroordelen. Zelf vroeg hij er met een werkstraf vanaf te kunnen komen. Tegen 4 november moeten de beschikbare camerabeelden aan het dossier toegevoegd worden. (LSi)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier