Arbeider amputeert ei zo na eigen hand met slijpschijf op Oostendse werf: duo riskeert zes maanden cel voor zwartwerk en welzijnsinbreuken

Themabeeld van iemand aan het werk met een slijpschijf. © Unsplash
Redactie KW

Twee Roemenen uit Brussel riskeren voor de Brugse rechtbank zes maanden cel, eventueel deels met uitstel, en een fikse boete voor zwartwerk en inbreuken op de welzijnswet. De feiten kwamen aan het licht na een gruwelijk ongeval met een slijpschijf op een Oostendse werf.

Op 14 februari 2020 snelden de hulpdiensten naar een werf op de hoek van de Fortuinstraat en de Lijndraaierstraat in Oostende. Een arbeider had er met een slijpschijf bijna zijn hand bijna volledig afgesneden van zijn voorarm. In het ziekenhuis werd de hand terug vastgenaaid, maar het Roemeense slachtoffer kan sindsdien geen vuist meer maken. Dat toonde de man ook vrijdag op het proces. “Maar een schadevergoeding hoef ik niet. Zij treffen geen schuld”, stelde hij.

Niet in orde

Met ‘zij’ bedoelde het slachtoffer werkgever Niculae D. (63) en diens schoonzoon Ionut-Mihai V. (39). De arbeidsauditeur vroeg voor de Brusselse Roemenen elk 4.800 euro boete en zes maanden cel, eventueel met uitstel. “Alle werknemers werden volledig aan hun lot overgelaten”, hekelde arbeidsauditeur Viktor Dechilly het gebrek aan welzijnsbeleid. “Van een risicoanalyse of schriftelijke instructies was geen sprake. De slijpschijf was ook niet voorzien van een beschermkap.”

De inspectie stelde bovendien vast dat het slachtoffer op papier als zelfstandig bouwvakker werkte voor het bedrijf van Niculae D. Dat bedrijf werkte dan weer in onderaanneming voor nog een andere onderaannemer. Maar volgens de arbeidsauditeur was het slachtoffer in de praktijk helemaal niet zelfstandig. Zo had hij geen eigen werkmateriaal en betaalde hij geen sociale bijdragen. Zijn uurroosters kreeg hij van Ionut-Mihai V., die hij aansprak met ‘baas’.

Dom ongeval

V. ging voor de vrijspraak. “Mijn cliënt heeft zijn aandelen in het bedrijf al in 2017 verkocht”, pleitte advocate Kyana Carpels. “Toen zijn schoonvader ziek was, sprong hij belangeloos in de bres.” D. betwistte de feiten niet en vroeg opschorting van straf. De beide beklaagden benadrukten wel dat het slachtoffer veel ervaring had. “Het was een dom ongeval, zoiets kan op om het even welke werf gebeuren”, aldus V.

De uitspraak volgt op 17 mei. (AFr)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier