Een grootschalige controleactie van woensdag zindert na binnen de allochtone gemeenschap in de Ieperse binnenstad. Handelaars voelen zich geviseerd. “Dergelijke controles zijn niet bedoeld om te viseren, maar om te beschermen”, stelt het stadsbestuur.
“We voelen ons ongelijk behandeld”, stelt Khaled Ghanem (42). Hij staat achter de toonbank van Slagerij Ieper in de Boterstraat. Woensdag kreeg hij inspecteurs over de vloer. Tijdens een grote controleactie werden zeven handelszaken bezocht, aldus het stadsbestuur “in het kader van leefbaarheid, veiligheid en eerlijke concurrentie in de handelssector”.
Veel politie
“Ik ben van Palestijnse afkomst, maar was er slachtoffer van racisme en vertrok in 2012 vanuit Jordanië voor werk en een mooier leven in een vrij Europa”, zegt Khaled die een medisch document op zijn toonbank legt. “Hier had ik een arbeidsongeval. Na een operatie werd ik invalide verklaard. Toch wou ik niet voortdurend binnen zitten en niks doen. Ik stopte mijn uitkering en begon in deze winkel in het jaar voor corona. Begrijp mij niet verkeerd: ik heb geen probleem met controles, maar wél met de manier waarop. Zoveel politie. Dan kwam het nieuws dat één handelszaak onmiddellijk werd gesloten en daarbij kwam de voedselveiligheid aan bod. Dan kwamen veel vragen of mijn zaak gesloten was.”
“Ik wil dit land helpen door te werken en belastingen en sociale bijdragen te betalen, maar gaat men mij helpen?”
Het stadsbestuur spreekt van “gerichte controles” na “eerdere signalen of meldingen over mogelijke onregelmatigheden”. Zonder in detail te gaan haalt het bestuur na deze controles “onregelmatigheden” aan “bij verschillende handelszaken”, “hoofdzakelijk op vlak van voedselveiligheid”. “Wie gaat mijn verloren woensdag compenseren? En het verlies van mijn klanten door die slechte reclame? Ik wil dit land helpen door te werken en belastingen en sociale bijdragen te betalen, maar gaat men mij helpen? Ik zie hoe gemeentebesturen wel eens openingen bijwonen van handelszaken of op een andere manier hun steun tonen.”
Zelfs controle bij klanten
Om de hoek gingen inspecteurs woensdag ook binnen in ‘Afghans Bakkerij’ in de Tempelstraat. “Ook klanten werden gecontroleerd, is dat normaal of niet”, vraagt Jamal Naser (34) zich af. “Iedereen op straat keek toe en vroeg zich af wat er gebeurd was. Ik verkoop geen drugs of alcohol, maar de mensen denken nu het slechtste. Deze controle was enkel voor de buitenlanders. Ik vertrok 13 jaar geleden uit Afghanistan en vroeg hier asiel aan. Intussen ben ik Belg.”
In de Diksmuidestraat ligt Mr Barber. Daar was woensdag geen controle, maar het is een van de barbiers op de inventaris van een nieuw reglement dat volgens oppositiepartij Vooruit handelaars van allochtone afkomst viseert. “Ik weet nog van niks”, bekent Yousef Ghanem (36), broer van Khaled. “Controles kunnen nuttig zijn, ik probeer te doen wat ik kan om in orde te zijn.”
“Geen racisme”
“Ik aanvaard niet dat ik beticht word van racisme”, herhaalde schepen van Economie Peter De Groote (Team Ieper) meermaals in de gemeenteraad van afgelopen maandag. “In Oostende en andere steden gaan ze nog verder. We willen een overaanbod aanpakken. De goeie blijven bestaan, de slechte gaan we eruit halen. We hebben heel wat criminaliteit, witwaspraktijken, sociale en fiscale fraude in onze stad. Het heeft niks te maken met racisme maar met juist ondernemen.”
“We willen een eerlijke en leefbare stad, waar ondernemers met respect voor de regels kunnen werken”, stelde burgemeester Katrien Desomer (Team Ieper) in een persbericht na de controle van woensdag. “Dergelijke controles zijn niet bedoeld om te viseren, maar om te beschermen: de consument, de buurt én de vele correcte handelaars. Wie zich niet aan de regels houdt, moet erop kunnen rekenen dat er wordt opgetreden.” (TP)
