Het overleg tussen de vakbonden en de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie over de bewaking van minister Van Quickenborne heeft niets opgeleverd. “De stakingsaanzegging voor 1 maart wordt dan ook geactiveerd”, zegt Wesley Huysentruyt van politievakbond NSPV.
De agenten van de lokale politiezone Vlas die instaan voor de bewaking van de woning van minister Van Quickenborne (Open VLD) in Kortrijk voelen zich al een tijd onveilig. De agenten klagen over het feit dat ze geen duidelijkheid hebben over de precieze dreiging die uitgaat tegen de minister en zich dus ook niet afdoende kunnen uitrusten. Dat het dreigingsrisico het ene moment op ‘drie’ ligt en het andere moment stijgt naar ‘vier’ zonder dat daar aanwijsbare redenen voor zijn, zet kwaad bloed.
Vorige week trok een gemeenschappelijk vakbondsfront van NSPV, VSOA en ACV aan de alarmbel omdat ze maar geen inzage kregen in de risico-analyse. “Wij moeten niet alle details kennen, maar we willen meer informatie. Als ik hoor dat daar soms een wijkagent tussen de spreekwoordelijke soep en patatten de bewaking moet garanderen, dan verontrust mij dat. Onze mensen dienen niet als schietschijven”, zegt Wesley Huysentruyt van het NSPV.
Geheim onderzoek
Dinsdag werd de kwestie op tafel gebracht bij een topoverleg tussen vertegenwoordigers van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie, de korpschef van PZ Vlas, waarnemend burgemeester Ruth Vandenberghe van Kortrijk en de vakbonden. Het overleg draaide echter op niets uit. “We zijn zonder akkoord uit elkaar gegaan en dus zal de stakingsaanzegging worden geactiveerd. Dit betekent dat de mogelijkheid bestaat dat er vanaf 1 maart niemand zal opdagen om de woning van de minister te bewaken”, zegt Wesley Huysentruyt.
Het struikelblok bleek eens te meer de risico-analyse te zijn. “Men blijft ons weigeren om die in te zien. Blijkbaar staan daar details in uit het gerechtelijk onderzoek. Wij willen allerminst het geheim van het onderzoek schenden – die details mogen gerust onleesbaar gemaakt worden – maar we willen wel weten wat er in grote lijnen in staat. Dat is trouwens verplicht volgens de welzijnswet”, zegt Huysentruyt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier