Tijdens de jaarlijkse BOB-campagne heeft de politie de voorbije zes weken bijna 110.000 bestuurders aan een ademtest onderworpen. Ruim twee procent van de gecontroleerde bestuurders had te veel gedronken, in West-Vlaanderen was dit zelfs meer dan drie procent.
De voorbije zes weken hielden alle lokale politiezones én de verschillende diensten van de federale politie streng toezicht op het gebruik van alcohol achter het stuur. De jaarlijkse BOB-campagne verliep net iets anders dan andere jaren, omwille van de coronapandemie en de geldende maatregelen. Door de avondklok bijvoorbeeld vonden 90 procent van de controles overdag plaats, daar waar dit andere jaren meer gespreid is over de dag en de nacht. Opvallend: ondanks die avondklok liepen gemiddeld toch nog elke nacht 18 bestuurders tegen de lamp omdat ze met een glas te veel op achter het stuur waren gekropen.
Vreemde tijden
Op het totaal van 109.932 uitgevoerde ademtests bleken 2.458 mensen te veel gedronken te hebben. Dat is 2,2 procent. In onze provincie lag dat cijfer nog net iets hoger. Daar liepen van de 9.967 geteste bestuurders 308 dronken chauffeurs tegen de lamp. Dat is 3,09 procent. “Het blijft absoluut noodzakelijk dat de politie controles blijft doen”, zegt Stef Willems van Vias, het instituut voor verkeersveiligheid en mobiliteit. “Zelfs in deze vreemde tijden blijft een kleine groep bestuurders zeer hardleers als het gaat over de combinatie van alcohol drinken en rijden. Opvallend is dat zelfs in een periode waarin een avondklok van kracht is, er elke nacht in ons land toch nog 18 betrapt worden wanneer ze onder invloed van alcohol rondrijden”, klinkt het.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
