Na een carrière van meer dan 41 jaar bij de Politie Ieper, later zone Arro Ieper, ging Paul Carbon (66) uit de Roggestraat in Krombeke met pensioen. “Tijdens mijn hele loopbaan was mijn leuze ‘mensen spreken mensen’. Ik probeerde altijd zoveel mogelijk conflicten op te lossen door in overleg te gaan met alle betrokkenen. Dat leidde zeer vaak tot een regeling, zonder dat er veel schrijfwerk bij te pas kwam”, aldus Paul Carbon.
Paul Carbon werd geboren op 11 juni 1958. “Mijn middelbaar Latijn-wetenschappen deed ik in het internaat in Meldert (Tienen). Ik kwam slechts om de drie weken naar huis naar de ouderlijke hoeve, waar we nu nog wonen. Daarna deed ik een jaar politieke en sociale wetenschappen aan de KUL, en een jaar regentaat Nederlands-godsdienst-geschiedenis in Torhout. Daar had ik slechts één buis: voor dictie. Toen stotterde ik immers nog, maar dat heb ik kort daarna overwonnen”, vertelt Paul Carbon.
Hij trouwde in 1994 met Klodien Demolder, bediende in het Poperingse stadhuis. Hun zoon Hypoliet (27) studeert als arts nu voor psychiater, dochter Hyrokien (24) slaagde ook als arts, en volgt nu de specialisatie huisdokter.
Geen zittend gat
“Ik wilde bij de politie, maar in mijn thuisstad Poperinge waren er geen vacatures. Op 15 mei 1983 kon ik wel aan de slag bij het korps in Ieper, en ik bleef er mijn hele carrière. In die tijd kreeg je al vanaf je eerste dag een uniform en een wapen. En tijdens die eerste dag moest ik al het verkeer regelen tijdens een wielerwedstrijd. Mijn collega legde mij kort de nodige armgebaren uit, en even later stond ik midden het kruispunt. En zo is dat voortgegaan: ik leerde alles al doen, door instructies van mijn werkmakkers. Ik jeunde mij vanaf de eerste dag, en ik heb het mij nooit beklaagd. Mijn werk was mijn leven, en ik was er echt gelukkig.”
“Mensen spreken mensen was altijd mijn motto”
“Op 1 september 1983 begon ik de twee jaar durende opleiding aan de Politieschool, terwijl ik dus reeds in dienst was. In 1985 volgde ik de cursus commissaris, maar dat leidde tot een kantoorjob. Als boerenzoon was dat niets voor mij. Ik had geen zittend gat en wilde steeds buiten bezig zijn en onder de mensen zijn. Ondertussen klom ik op tot politieagent-brigadier (1985), politieagent-hoofdbrigadier (1995), hoofdinspecteur met opleiding commissaris (een examen was niet meer nodig), en in 2013 werd ik eerste hoofdinspecteur.
Vijfmaal geschoten
“In mijn hele loopbaan probeerde ik steeds zoveel mogelijk zaken op te lossen door in mondeling overleg te gaan. Mensen spreken mensen was altijd mijn motto. Alleen met dronkaards en druggebruikers valt er niet te klappen. In mijn telefoon zitten er 1.200 contacten, en daar zit van alles bij, ook criminelen. Met zo’n netwerk kan je al veel oplossen. Maar natuurlijk: als er moest geschreven worden, gebeurde dat ook. Vijf keer heb ik moeten schieten met mijn dienstwapen. De eerste keer was op een dronken drugsverslaafde, die vanop de trap van zijn appartement nabij de Schouwburg in Ieper schoot op mij en mijn collega. We droegen toen nog geen kogelwerende vesten. We konden de man immobiliseren, en meenemen naar het bureau. Twee keer moest ik een hond het genadeschot geven, na een verkeersongeval. In die tijd kwam daar nog geen veearts bij kijken. En twee keer moest ik, in opdracht van het parket, varkens doodschieten tijdens de varkenspest, om verdere verspreiding tegen te gaan”, vertelt Paul.
Politiek
“Ik was werkelijk verliefd op mijn werk. Ik voerde veel politietaken uit na mijn uren, in korte broek en op sandalen. De mensen kenden mij, en eigenlijk was ik zowat altijd ‘op dienst’. Maar dat stoorde mij helemaal niet, ik deed het graag. Ik ben nog steeds zeer actief in het verenigingsleven en waagde mij nu ook in de politiek. Voor de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen kreeg ik de zesde plaats bij Samen Vooruit. Ik behaalde 269 voorkeurstemmen. Voor de rest ben ik van plan om nog meer tijd te besteden aan vrijwilligerswerk”, besluit Paul Carbon.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier