Droomscenario: dankzij ‘Chantal’ is figurante Karen nu bijna flik

Karen Passchyn: “Na elke dag heb ik het gevoel dat ik iemand geholpen heb. Dat is een zalig gevoel.” (foto Joke Couvreur) © JOKE COUVREUR
Laurens Kindt

Als dochter van een politieman droomde Karen Passchyn (30) er altijd al van om zelf inspecteur te worden, maar het duurde tot ze als figurante op de set van tv-reeks ‘Chantal’ stond voor ze de beslissende stap durfde te zetten. “Eens een echte flik mogen spelen, gaf me dat extra duwtje dat ik nodig had.”

Dit artikel maakt deel uit van De Krant van Maaike. West-Vlaams Ambassadeur Maaike Cafmeyer was een hele week hoofdredactrice van De Krant van West-Vlaanderen. Deze unieke stuntkrant ligt vanaf vrijdag 27 oktober in de krantenwinkel.

Eind dit jaar heeft politiezone Spoorkin (Veurne, Alveringem, Lo-Reninge) er een vrouwelijke inspecteur bij. Momenteel loopt aspirant-inspecteur Karen Passchyn nog stage in de zone, maar als alles goed gaat, komt ze nog dit jaar in vaste dienst. “Ik werkte al als burger op de logistieke dienst van de zone, toen productiehuis Eyeworks bij ons aanklopte met de vraag om samen te werken voor een nieuwe tv-reeks. De korpschef vroeg me om dit project te trekken en ik heb die opdracht met veel plezier aanvaard. Voertuigen en kledij aanleveren, maar ook intern op zoek gaan naar collega’s die wilden figureren. Uiteindelijk heb ik ook aan een van de operationele collega’s een uniform gevraagd en heb ik zelf ook meegedaan”, zegt Karen.

Starstruck

Als niet-acteur plots tussen toppers als Mathias Sercu, Wim Opbrouck en Maaike Cafmeyer staan, deed haar wel iets. “In het begin was ik wat starstruck. Ik wist niet goed hoe ik me moest gedragen tussen die mensen, die je uiteindelijk ook alleen maar van televisie kent. Maar ze waren supervriendelijk en zorgden ervoor dat wij, figuranten, ons heel welkom voelden. Tussen de opnames door lachten we veel, dronken we koffie en aten we samen aan één lange tafel. Het waren stuk voor stuk lieve mensen”, vertelt Karen.

Extra duwtje

Het figureren leverde haar niet alleen leuke foto’s met de acteurs op, maar leidde er ook toe dat een ietwat ondergesneeuwde ambitie weer de kop opstak. “Ik heb altijd wel met het idee gespeeld om bij de politie te gaan. Mijn vader is ook politieman, het is me met de paplepel ingegeven. Maar toen ik mijn middelbaar onderwijs afgerond had, voelde ik me nog niet klaar. Ik was nog niet matuur genoeg, vond ik. Toen ik tijdens de opnames dat uniform en die wapengordel aanhad, voelde dat plots heel goed. In zo’n valse setting eens een echte flik kunnen spelen, gaf me dat extra duwtje dat ik nodig had. Collega’s zeiden me ook dat ik glunderde in dat uniform. Toen heb ik besloten om ervoor te gaan. Kort nadien ben ik aan de opleiding tot inspecteur begonnen en het valt nu al zeer goed mee. Na elke dag heb ik het gevoel dat ik iemand geholpen heb, dat ik de maatschappij iets bijgebracht heb. Dat is een zalig gevoel. Echt, ik zie mezelf dit voor de rest van mijn leven doen”, zegt Karen.

Maaike Cafmeyer: “Een goeie figurant is heel belangrijk op een set, terwijl ze eigenlijk niet mogen opvallen. Bij Chantal bestond het merendeel van de figuranten uit flikken, wat heel handig was omdat je altijd op hun expertise kon rekenen. Karen is een heel lief meisje en deed dat ook heel goed. Blij om te zien dat ze haar droom achterna is gegaan. Mijn respect voor de job van agent is trouwens alleen maar groter geworden door Chantal. Het is een job waar menselijkheid echt de kern is van wat ze doen.”

Korpschef Peter Billiouw glundert wanneer hij dat hoort. “Dat is de mentaliteit die we nodig hebben in een klein korps als het onze. Voor elkaar door het vuur gaan, op en top professioneel zijn. Ik weet dat het korps van Loveringem (de fictieve gemeente in Chantal, red.) er in de reeks nogal knullig uitkomt, maar dat is allerminst de realiteit. Akkoord: dit is een landelijke zone, op nachtelijke patrouilles zie je soms niet meer dan een haas door de velden lopen maar al onze medewerkers zijn bijzonder polyvalent. Wie hier komt werken, kan van alle diensten proeven. Recherche beats verkeerspolitie? Daar lachen wij eens mee. Laten we zeggen dat er een gezonde concurrentie is tussen onze mensen, maar voor alle duidelijkheid: de chef van de recherche draagt hier geen cowboylaarzen.” (lacht)

Geen plafond

De politie van Loveringem blinkt in het eerste seizoen van Chantal niet meteen uit in vrouwvriendelijkheid. Wanneer Chantal Vantomme – het personage van Maaike Cafmeyer – ambitie toont om commissaris te worden, reageert korpschef Huyghe – gespeeld door Kurt Defrancq – nogal meewarig. Dat is goed. Voor een vrouw, laat hij zich ontvallen in de reeks. “Voor alle duidelijkheid: die mentaliteit is hier in de realiteit niet aanwezig. In onze zone hebben we vrouwelijke wachtofficieren en als je de capaciteiten, de ambitie en de wil hebt om door te groeien, dan kan je elk mogelijk plafond doorbreken. Niemand wordt hier geremd”, bevestigt Karen Passchyn.

Nieuwe kleedkamer

Het tegendeel blijkt waar te zijn. “Wij stellen momenteel vijf plaatsen open via de werfreserve. We hebben daar momenteel al vijf kandidaten voor en het zijn voorlopig allemaal vrouwen. Binnenkort mogen we ook onze kleedkamers verbouwen want momenteel is die van de mannen de grootste”, lacht korpschef Peter Billiouw. Of dat een gevolg is van Chantal? “Dat weet ik niet. Ik stel alleen vast dat mensen graag bij ons komen werken. Onze interventiedienst zal in de toekomst bijna voor de helft uit vrouwelijke medewerkers bestaan. Toen ik hier als korpschef startte in 2020 zei de burgemeester me dat hij graag een 50/50-verhouding in het korps zou hebben. En kijk: ik heb er niets speciaals moeten voor doen en het lijkt toch te gaan lukken”, klinkt het.

Vrouwen nog altijd in de minderheid bij politie

Dat de interventiedienst bij de politiezone Spoorkin binnenkort voor een groot deel uit vrouwelijke inspecteurs en hoofdinspecteurs zal bestaan, is eerder een uitzondering. Uit de meest recente cijfers blijkt dat vrouwen nog altijd ruimschoots in de minderheid zijn bij de lokale politie. Zeker in de hogere functies is dat het geval. West-Vlaanderen telde eind vorig jaar in totaal 2.775 politiemensen in een operationele functie, waarvan 2.020 mannen en 755 vrouwen. Onze provincie telde toen 24 vrouwelijke (hoofd-)commissarissen, tegenover 127 mannen in die functies. Ook het middenkader – de hoofdinspecteurs – is hoofdzakelijk mannelijk: 436 tegenover 105 vrouwen. Alleen in de laagste uniformfunctie – de agenten van politie met een beperkte politionele bevoegdheid – zijn de vrouwen in de meerderheid. Dat is ook het geval bij het burgerpersoneel dat aan de slag is bij de politie. Onze provincie telde vorig jaar 541 zogenaamde CaLog-personeelsleden bij de politie, 464 daarvan waren vrouwen. Opvallend: de hogere functies binnen het burgerpersoneel worden wél hoofdzakelijk door vrouwen bemand. Of bevrouwd, zoals u wil. (LK)