Moordmysteries (3): De geliefde makelaar die afgemaakt werd in de trappenhal
Ze had het allemaal: een bloeiend immokantoor in Knokke, de looks van een blonde filmster en een vaste vriend. Het leven lachte de Maldegemse Ingrid Caeckaert (26) toe. Tot ze in het voorjaar van 1991 koelbloedig afgemaakt werd met 62 messteken. De dader bekende per brief, legde wellicht ook bloemen op haar graf, maar de speurders konden er nooit een naam op plakken.
Speurders braken er jarenlang hun hoofd op, families blijven achter met meer vragen dan antwoorden. Ook in onze provincie zijn er nog ‘cold cases’, moordonderzoeken die niet opgelost raken. Onze misdaadjournalist Laurens Kindt reconstrueert deze zomer vier bloedstollende verhalen.
Het is een stralende zaterdagmiddag op 16 maart 1991 wanneer Ingrid Caeckaert de deuren van het immokantoor op de Zeedijk in Knokke-Heist afsluit. Haar eigen immo-kantoor, op amper 26-jarige leeftijd, nadat ze eerst enkele jaren voor een baas werkte maar toch besloot om op eigen benen te staan. Zelfstandig zijn, vooruit gaan in het leven: dat had ze mee van haar ouders Georges en Marie-Josephe die in Maldegem een bakkerij uitbaatten. Slim als ze is, doopt Ingrid haar immobiliënbureau Agence Atlanta, zodat ze zeker vooraan zou staan in de Gouden Gids.
De mooie, jonge, blonde vrouw is een opgemerkte verschijning in Knokke en loopt er altijd piekfijn uitgedost bij. Een goed voorkomen is in haar branche een must, en al zeker in het mondaine Knokke. Aanbidders heeft Ingrid bij de vleet, maar amoureuze escapades interesseren de jonge vrouw niet. Ze heeft een vaste vriend, met wie ze verblijft in het appartement van haar ouders in residentie Neptunus op het Heldenplein. Het koppel is net terug na een skivakantie. Nadat ze haar kantoor die middag afgesloten heeft, trekt Ingrid naar boetiek Scaramouche in de Kursaalstraat. Ze wil er enkele jurkjes passen die ze de avond voordien op een modeshow heeft zien passeren.
62 messteken
Nadien trekt Ingrid naar residentie Neptunus, met het broodje dat ze net bij de bakker is gaan halen. Normaal gaat ze elke middag bij haar ouders in Maldegem eten, maar die dag niet. In de namiddag staat nog een afspraak met een klant in de agenda en dus wil Ingrid in de buurt blijven. Rond 12.45 uur vertrekt ze bij de bakker, iets voor 13 uur neemt ze de lift naar de zevende verdieping van residentie Neptunus. Wanneer de liftdeuren daar open gaan, gebeurt het ondenkbare. In de gang wordt Ingrid aangevallen door een man die meteen snoeihard uithaalt met een mes. De jonge vrouw verweert zich hevig – dat bewijzen de afweerwonden op handen en armen later – maar is kansloos. Ze probeert nog te vluchten via de trap maar wordt ter plekke koelbloedig afgemaakt met maar liefst 62 messteken. Ingrid Caeckaert sterft in de trappenhal, tussen verdieping zes en zeven.
Neptunus
Het is een buurvrouw die haar lichaam vindt. Op dat moment bevindt de dader zich nog in het gebouw. Hij hoort de buurvrouw in paniek slaan en vlucht muisstil de trap op, naar de achtste verdieping, waar later bloed van hem gevonden wordt. Terwijl de buurvrouw met haar twee kinderen naar buiten vlucht en luid begint te roepen, maakt de man van de verwarring gebruik om weg te glippen.
Het mag een wonder heten dat hij daar in geslaagd is, want op het Heldenplein is het gezellig druk. Aan de bankautomaat staat een rij mensen te wachten om geld af te halen, maar toch slaagt de dader erin om weg te geraken. Wanneer de politie even later arriveert, vinden de agenten een bloedspoor van ruim 120 meter lang. Een dikke druppel bloed om de anderhalve meter, van aan residentie Neptunus via de Duinenstraat tot de Kardinaal Mercierstraat. Daar houdt het plots op, alsof de dader in rook is opgegaan.
Sluitend alibi
De plotse explosie van enorm geweld, in combinatie met het ongewone tijdstip voor een moord, doet de speurders in eerste instantie denken aan een passionele moord. Alleen iemand die compleet buiten zinnen is, kan zo’n beestachtige moord plegen, redeneren ze. Maar de vriend van Ingrid Caeckaert heeft een sluitend alibi en kan de moord niet gepleegd hebben. De jongeman is overmand door verdriet, net als de ouders van Ingrid Caeckaert die geen enkel idee hebben wie hun enige kind kwaad zou willen doen.
De speurders graven verder in het verleden van Ingrid en botsten op een aantal eigenaardigheden. Zo werd de jonge vrouw op 14 december 1989 op de spoedafdeling van het ziekenhuis binnengebracht met een bizarre steekwonde in de dij. “Ik ben per ongeluk op mijn koksmessen gaan zitten in de auto na een kookles aan hotelschool Spermalie”, gaf ze toen als uitleg.
Paarse anjers
En er is meer. Op Valentijn – een maand voor haar dood – kreeg Ingrid een kaartje van een anonieme aanbidder. Ze was er niet mee gediend en verscheurde het kaartje waar haar moeder bij stond. Maar er volgden nog blijken van affectie. In de koffer van haar auto vond Ingrid nog een anoniem liefdesbriefje en heel kort voor haar dood kreeg ze plots een boeket bloemen op kantoor afgeleverd. Niet zomaar bloemen, maar paarse anjers.
Ingrid Caeckaert haatte anjers, ze had liever rozen. En paars vond ze ook maar een vreemd kleur voor bloemen want paars stond symbool voor de dood. Nog opmerkelijk: enkele dagen voor haar dood werd er plots ’s avonds laat aangeklopt bij Ingrid. Niet aan de deurbel in de inkomhal van residentie Neptunus maar meteen aan de deur van het appartement op de zevende verdieping. Ingrid en haar vriend besloten – gelet op het late uur – niet open te doen.
Getrouwde apotheker
Bizarre toestanden allemaal, waar de politie in eerste instantie geen touw aan weet vast te knopen. Geen enkele bloemist uit de buurt kan zich iemand herinneren die een boeket paarse anjers bestelde, niemand van de buren weet wie er die avond aanklopte bij Ingrid. De afzender van het valentijnskaartje wordt wel gevonden. Het blijkt een getrouwde apotheker uit het Antwerpse te zijn, die heimelijk verliefd was op Ingrid en haar vaak begluurde vanop een terras in de buurt. De man heeft een sluitend alibi: op het moment van de moord zat hij op een boot in Canada. De bloemen blijven echter komen. Kort na haar dood vinden Ingrids ouders bloemen op het graf in Maldegem en ook in 1993 en 1999 is dat nog het geval. De laatste keer zelfs twee rozen en – opnieuw – een anjer.
Meermaals doen de wanhopige ouders een oproep in de media. In zowat alle opsporingsprogramma’s sinds de jaren negentig zijn Georges en Marie-Josephe – die na de moord hun bakkerij verkochten – de revue gepasseerd. Soms wordt daarbij al eens een brokje informatie uit het dossier gelost. Zo blijkt dat de politie al in de weken na de moord post krijgt van de dader. De brief, in hoofdletters en in het Frans opgesteld, is gericht aan commissaris Bob Seynhaeve. “Ik heb Ingrid vermoord. Uit liefde, pour la passion. Ik heb haar zeer goed gekend”, schrijft de briefschrijver. De politie laat het speeksel analyseren op DNA, maar vindt geen match.
Ronald Janssen
Dat DNA-onderzoek wordt nog tientallen keren toegepast want het bloed op de achtste verdieping van residentie Neptunus – en de druppels op het traject naar de Mercierlaan – kunnen alleen maar van de dader zijn. Meerdere verdachten passeren de revue. Zo is er een metselaar uit Schaarbeek die veroordeeld werd omdat hij afspraken maakte met vrouwelijke medewerksters van immokantoren en hen in het te bezichtigen huis vervolgens aanrandde.
Geen match. Er is een – ondertussen overleden – verdachte uit Waarschoot wiens lichaam in 1999 opgegraven wordt. Geen match. Er is seriemoordenaar Ronald Janssen, die in 2010 aangehouden werd voor de moord op Shana Appeltans en Kevin Paulus. Hij bekende ook de moord op Annick Van Uytsel en een vierde moord. Wie het slachtoffer daarvan was, liet Janssen in het midden. Zijn DNA werd vergeleken met dat uit de zaak-Caeckaert, maar opnieuw: geen match.
Fraude
Een andere onderzoekpiste richt zich op fraude in de vastgoedwereld. Vlak voor haar dood vertelde Ingrid Caeckaert aan intimi dat ze op de hoogte was van gesjoemel. Zo zouden er door immokantoren in Knokke gronden verkocht worden voor projectontwikkeling, terwijl de gronden alleen op papier bestonden. Dat zou kwaad bloed gezet hebben in de sector, terwijl Ingrid er niet van wilde weten en het spel zuiver wilde spelen. Mogelijk zelfs de kat de bel aanbinden en de politie verwittigen. Kostte dat haar het leven? Het gerecht zocht het uit, maar opnieuw liep het spoor dood.
De piste van een roofmoord? Uitgesloten: er was niets verdwenen uit Ingrids appartement, noch uit haar handtas. Een lustmoord? Het lichaam van de jonge vrouw vertoonde geen sporen van aanranding of verkrachting. Elke mogelijke piste werd onderzocht, maar bleek niet de juiste. Een moord verjaart na dertig jaar. En dus kon het Brugse gerecht niet anders dan op 16 maart vorig jaar de zaak afsluiten. Een bittere pil voor Ingrids ouders Georges en Marie-Josephe, beiden al in de tachtig. Of ze ooit nog gaan weten wie hun dochter om het leven hielp, blijft een vraagteken.
Laatste hoop
Alle hoop is nu gevestigd op het onderzoek van DNA-specialiste Sofie Claerhout uit Kuurne. De onderzoekster van de KU Leuven ontwikkelde een techniek om via het Y-chromosoom – een uniek stukje DNA dat enkel van vader op zoon wordt doorgegeven – daders te identificeren. DNA van een dader wordt daarbij vergeleken met het DNA van een grote groep mensen die het vrijwillig afstaan, in dit geval bijvoorbeeld de mannelijke bevolking van Knokke en Maldegem. “Ik ben er sterk van overtuigd dat de moord op Ingrid Caeckaert op die manier opgelost kan worden.
Alleen: de techniek is nog niet wettelijk geregeld in België, terwijl ze het in Nederland al tien jaar doen. Voor de ouders van Ingrid is dat wrang. Ik sta in nauw contact met hen en wil hen zo graag helpen met het vinden van een antwoord. Ik wil me niet indenken dat ze moeten sterven zonder te weten wie hun dochter vermoordde”, zegt Sofie Claerhout. Volgens het kabinet van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) is er beterschap op komst. “Het voorstel tot wijziging van de wet zal dit najaar aan de regering worden voorgelegd“, klinkt het.
De zaak Ingrid Caeckaert
• Slachtoffer: de 26-jarige vastgoedmakelaarster Ingrid Caeckaert uit Knokke-Heist.
• Feiten: Op 16 maart 1991 werd de jonge vrouw afgemaakt met 62 messteken in de gang van haar appartement.
• Onderzoek: ondanks de aanwezigheid van DNA-sporen, het ondervragen van duizenden getuigen en talloze oproepen in de media werd een dader nooit gevonden. De feiten zijn sinds vorig jaar verjaard.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier