De (bijna) perfecte moord (6): beerput gaf het geheim van ‘kokette Rozie’ prijs

Rozie kwam al na zeven jaar vrij. © Belga
Laurens Kindt

Hoewel heel Moerbrugge fezelde over de ‘zwarte weduwe’ en haar eigen zoon haar nu eens niet en dan weer wel beschuldigde van de moord op Roger Kerckaert, bleef Marie-Rose ‘Rozie’ Verstraete maandenlang buiten schot. Tot de onderzoeksrechter het welletjes vond, de hele boerderij liet uitkammen en het lijk van boer Roger in een sleuf tussen twee aalputten onder de grote stal werd gevonden. “We hebben ruzie gemaakt om een verkochte stier, maar ik heb hem niet vermoord.”

Elk jaar blijven tientallen moorden onontdekt. Ook in onze provincie zijn er heel wat voorbeelden van daders die dachten weg te komen met de ‘perfecte moord’. Tot dat ene detail, die ene kleine onoplettendheid of dat ene gelukje de speurders toch op het juiste pad bracht. Onze misdaadjournalist Laurens Kindt reconstrueert deze zomer zes cases.

Lees alle afleveringen hier

“Weet jij geen wuf voor mij? Een goed wuf vinden, dat is toch niet simpel.” Echt charmant zijn de woorden van veeboer Roger Kerckaert (toen 45) niet, in een gesprek met zijn buurman en beste vriend Willy in het voorjaar van 1990. Kerckaert stamt uit een echte landbouwfamilie. Na de dood van zijn ouders bouwde Rogertje, zoals hij in Moerbrugge bij Oostkamp gekend staat, het ouderlijk hof uit tot een volwaardig bedrijf van tientallen koeien. Maar grote luxe, dat is aan Roger niet besteed. De man blijft op zijn eentje wonen in de ondertussen behoorlijk bouwvallige hofstede, vlakbij de spoorweg in Moerbrugge. Maar Roger heeft geluk: buurman Willy kent wel een wuf voor hem. “Ze rookt als een vent, heeft handen aan haar lijf en twee zonen die op het erf kunnen werken”, glundert Willy. Met die woorden omschrijft hij Marie-Rose Verstraete, een op dat moment 40-jarige weduwe met twee zonen uit haar eerste huwelijk. Roger en Rozie spreken af in dancing De Schuere in Meetkerke (Zuienkerke) en worden verliefd.

Financiële miserie

Het gaat snel. Rozie verkoopt haar huis en trekt met haar zonen in bij Roger, die haar een nieuwbouwvilla en een nieuwe auto belooft. Roger erkent haar twee zonen en geeft hen zijn familienaam. In het najaar trouwen Roger en Rozie, Moerbrugge heeft nog nooit zo’n groot feest gezien. Het geluk kan niet op. Niet voor Roger, die eindelijk zijn goed wuf heeft, maar ook niet voor Rozie, die na haar eerste huwelijk met een agressieve alcoholist het geloof in de liefde herwint. Drie jaar later heeft de rozengeur en maneschijn echter al plaats gemaakt voor koeiendrek en geldzorgen. De pralinewinkel – Rozies droom waarvoor ze een lening afsloot – draait aan geen kanten, samen met de lening voor de nieuwbouwvilla verdrinkt het koppel in de financiële miserie.

Drie jaar na het huwelijk heeft de rozengeur en maneschijn al plaats gemaakt voor koeiendrek en geldzorgen

Op het erf van Roger draait alles vierkant, door de bemoeienissen van kokette Rozie, zoals ze in het dorp genoemd wordt. Boer Roger denkt weemoedig terug aan zijn vrijgezellenleven: de hele week noest werken, op zondag naar de mis en dan een kaartje leggen en een pintje drinken. Veel sparen ook. Niet zoals nu, met Rozie en haar zonen, waarbij het geld door ramen en deuren naar buiten vliegt. Het hele dorp ziet hoe Roger verandert, niet meer buiten komt en zwaarmoedig is.

Pannenkoeken

Op 30 juni 1993 belt Rozie in paniek naar de veldwachter. Roger is verdwenen. Vreemd: op de keukentafel ligt nog zijn portefeuille en zijn pakje sigaretten. Vreemd voor een verstokte roker. De laatste die Roger nog gezien heeft, is buurman Willy. Die ochtend zag hij de postbode stoppen met zijn autootje aan het erf van Roger en de krant afgeven. Roger zwaaide nog met de krant. Onder de krant op de keukentafel ligt een briefje, in het handschrift van Roger: ik ben naar Steenbrugge. Maar op de gepachte wei in Steenbrugge is er van Roger geen spoor.

Slachtoffer Roger Kerckaert. Negen maanden na de moord wordt zijn lichaam teruggevonden in een beerput op zijn boerderij in Oostkamp. Rechts: Rozie Verstraete tijdens het proces in overleg met advocaat Jef Vermassen.
Slachtoffer Roger Kerckaert. Negen maanden na de moord wordt zijn lichaam teruggevonden in een beerput op zijn boerderij in Oostkamp. Rechts: Rozie Verstraete tijdens het proces in overleg met advocaat Jef Vermassen. © archief EFO/KW

Het is de eerste dag van de zomervakantie, Rozies twee zonen hebben uitgeslapen en weten ook niet waar Roger uithangt. De politie doorzoekt oppervlakkig het huis en de velden, maar vinden hem niet. Met een pak landbouwers uit de streek wordt de hele omgeving uitgekamd: geen resultaat. Zou de neerslachtige Roger de hand aan zichzelf geslagen hebben? Een deel van Moerbrugge gaat mee in dat verhaal en blijft zoeken naar de boer, een steeds groter wordend ander deel kijkt met een wantrouwig oog naar zwarte weduwe Rozie. Die houdt ondertussen de teugels van de diverse zoekacties strak in de handen. Wanneer andere boeren voorzichtig het idee opperen om de aalputten van de boerderij te doorzoeken – het zou niet de eerste depressieve boer zijn die zijn eigen leven neemt door in een beerput te springen – roept ze hen snel weer naar binnen: “ik heb pannenkoeken gebakken!”.

Verkochte stier

Maanden gaan voorbij, maar Roger Kerckaert lijkt van de aardbol verdwenen te zijn. Rozie, die opgejaagd wordt door de banken om de vele leningen af te betalen, zit ondertussen niet stil. Ze verkoopt een auto, landbouwmachines en ook de tachtig koeien van Roger wisselen van eigenaar. Vreemd, voor een vrouw die naar eigen zeggen hoopt dat Roger op een dag weer opduikt. Het onderzoek naar de verdwijning belandt in een sukkelstraatje, tot het dossier verhuist naar de moordbrigade van commissaris Jean-Marie Beirnaert van de Brugse gerechtelijke politie. Zijn team vindt meteen enkele tegenstrijdigheden in haar verhaal, maar daarmee geconfronteerd kraakt Rozie niet. “Ja, we hebben ruzie gemaakt die ochtend. Om een stier die verkocht was maar die nog niet opgehaald was. Maar ik heb Roger niet vermoord”, klinkt het. Ondanks de ontkenning organiseert het gerecht een wedersamenstelling, die weinig oplevert. Een lijk wordt niet gevonden en zonder lijk is er geen moord. In jazzclub Banana Peel in Ruiselede leert Rozie ondertussen een nieuwe man kennen.

Verhaaltjes

In maart 1994 vindt onderzoeksrechter Buys het welletjes. Hij laat de grote middelen – en buurman Willy – aanrukken om de hele boerderij van onder tot boven te doorzoeken. Deze keer mét resultaat. In een sleuf tussen de twee aalputten onder de grote stal wordt een verzeept lichaam teruggevonden. Negen maanden na zijnverdwijning is Roger Kerckaert gevonden. Sporen van geweld vinden wetsdokters Piette en Timperman niet. Werd Roger in de put geduwd of is hij er zelf in gesprongen? Het is zijn aangenomen zoon Tom die daags na de vondst tot bekentenissen overgaat.

Rozie Verstraete tijdens de wedersamenstelling. (archief KW)
Rozie Verstraete tijdens de wedersamenstelling. (archief KW)

“Moeder heeft hem verdoofd met spul om kattenjongen te doden. Daarna hebben we hem samen in de koffer van de auto gelegd en hem naar de aalput gebracht. Ik heb het rooster opengedaan en Roger erin laten glijden”, bekent de jongen, op dat moment net geen zestien jaar oud. Maar nog kraakt Rozie niet. “Verhaaltjes”, doet ze de bekentenissen van haar zoon af. Eenmaal met zijn moeder geconfronteerd, trekt de jongen het hele verhaal opnieuw in.

Matlock

Wanneer het assisenproces in april 1996 start, is dat onder massale belangstelling. Op sommige procesdagen zal er letterlijk gevochten worden om een plaatsje in de zaal. Heel Oostkamp wil erbij zijn. Het proces wordt een titanenstrijd tussen de twee bekendste assisenpleiters van die tijd – wijlen Piet Van Eeckhaut en Jef Vermassen –, aanklager Jean-Luc Cottyn en de legendarisch repressieve voorzitter Paul Boudolf. Die zet Rozie Verstraete meteen op haar plaats wanneer ze, compleet in het zwart gekleed, huilend vertelt hoe graag ze Roger zag. “Laat die traantjes maar thuis, madam.”

Advocaten Natalie Aernoudts en Piet Van Eeckhaut tijdens het proces. (archieffoto KW)
Advocaten Natalie Aernoudts en Piet Van Eeckhaut tijdens het proces. (archieffoto KW)

Op de derde procesdag trekt het hele assisencircus naar het erf van Roger. Jef Vermassen – advocaat van Rozie – heft en sleurt er aan de roosters boven de aalputten om de jury aan te tonen dat het onmogelijk is dat een jongetje van 16 die alleen kan opheffen. Tegenstrever Piet Van Eeckhaut – sigaartje in de hand – reageert smalend. “Het is hier Matlock niet hé, Jef.” Van Eeckhaut kan het ook niet laten om Vermassen in de zaal te jennen. Terwijl Vermassen het vuur uit zijn toga pleit, haalt Van Eeckhaut voor de ogen van de jury ostentatief zijn krant boven. Heel Vlaanderen smult van de bitse tweestrijd tussen de pleiters.

Ridder Jef

“Het is een eenzame strijd. Eén tegen allen. Maar ik heb één belangrijke metgezel: de waarheid. Ik mag en ik zal niet falen”, pleit Vermassen. Van Eeckhaut is niet onder de indruk. “Meester Vermassen rijdt hier de zaal binnen op een groot wit paard, uitgedost als de Ridder van De Waarheid. Hij wil u verdoven, geachte leden van de jury. Niet met chloroform, zoals Rozie bij Roger gedaan heeft, maar met twijfel. Laat u niet vangen en antwoord ja op alle schuldvragen”, sneert Van Eeckhaut. Ondanks zijn heldere instructies eindigt het proces alsnog in complete chaos. Het is al bijna middernacht wanneer de jury buitenkomt. “Op de eerste vraag (is Rozie Verstraete schuldig aan doodslag?): ja. Op de tweede vraag (is de doodslag gepleegd met voorbedachten rade en dus moord?): ook ja. Met zeven tegen vijf”, zegt de hoofdvrouw van de jury. Oeps. Voorzitter Boudolf kan zich amper inhouden: bij de tweede vraag mag wettelijk geen stemverhouding bekendgemaakt worden. En dus stuurt hij de jury weer de beraadslagingskamer binnen. Even later komen ze opnieuw buiten. Het verdict: Rozie Verstraete is schuldig aan de doodslag op Roger Kerckaert, maar zonder voorbedachten rade. De jury veroordeelt haar tot 20 jaar dwangarbeid.

Voor Vermassen is de zaak van de Beerputmoord een kantelpunt in zijn carrière. Hij kondigt zelfs zijn afscheid van het assisenhof aan. Pas wanneer Rozie Verstraete in 2001, nadat ze zeven jaar heeft uitgezeten, weer op vrije voeten komt, keert hij terug. Tot vandaag blijft Vermassen overtuigd van haar onschuld. Na haar vrijlating verhuisde Rozie naar Vosseslag, bij De Haan. Daar is ze op 17 mei van dit jaar, op 70-jarige leeftijd, overleden. Op haar rouwbrief staat: weduwe van Jef Bossier, haar eerste man. Van Roger Kerckaert is geen spoor.

In het kort

Slachtoffer: Veeboer Roger Kerckaert (47) uit Moerbrugge (Oostkamp).

Dader: Echtgenote Marie-Rose Rozie Verstraete.

Feiten: Op 30 juni 1993 verdooft Rozie haar man Roger met een middel om kattenjongen te doden. Met de hulp van haar toen 15-jarige zoon dumpt ze zijn lichaam in een beerput onder de koeienstal.

Proces: Het hof van assisen veroordeelt Rozie Verstraete in 1996 tot twintig jaar dwangarbeid. In 2001 komt ze vrij, nadat ze zeven jaar heeft uitgezeten. Ze overlijdt op 17 mei van dit jaar op 70-jarige leeftijd.