Jean-Claude Lacote trekt naar Europees Hof tegen veroordeling voor moord uit 1996
Jean-Claude Lacote (56) vecht zijn veroordeling tot 30 jaar opsluiting aan bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat bevestigt zijn advocaat Filip De Reuse. De Franse Ivoriaan ontkent nog steeds zijn betrokkenheid bij de moord op Marcus Mitchell (44) in 1996 in De Haan.
Spelende kinderen ontdekten het levenloze lichaam van de Brit op 28 mei 1996 in het Staatsbos in De Haan. Marcus Mitchell kon snel worden geïdentificeerd doordat zijn vrouw hem als vermist had opgegeven. Zijn echtgenote verklaarde bovendien dat de zakenman sinds enkele maanden vaak contact had met een zekere ‘John’ en een zekere ‘Hilde’. Op basis van die informatie werden Lacote en Van Acker op 2 juni opgepakt op de luchthaven van Charleroi.
Beide beschuldigden werden na enkele maanden vrijgelaten, maar het onderzoek wees uit dat ze in meerdere oplichtingszaken verwikkeld waren. Via Mitchell zou de Franse Ivoriaan 240.000 Britse pond geleend hebben met het oog op een vermeende lucratieve deal. Het slachtoffer besefte dat hij was opgelicht en eiste daarom het geld van zijn geldschieters terug.
In december 2011 werden Lacote en Van Acker door het West-Vlaamse hof van assisen bij verstek al tot levenslange opsluiting veroordeeld. Uiteindelijk konden ze pas in november 2019 in Abidjan gearresteerd worden. Beide beschuldigden tekenden verzet aan, maar ook op hun nieuwe proces in maart 2021 oordeelde de jury dus dat ze schuldig waren aan moord. In het arrest werd wel rekening gehouden met het overschrijden van de redelijke termijn. Lacote en Van Acker kregen respectievelijk 30 en 24 jaar opsluiting.
De verdediging tekende cassatieberoep aan tegen de nieuwe veroordeling. Daar werd opgeworpen dat voorzitter Bart Meganck na de preliminaire zitting besliste om meerdere voorgestelde getuigen niet op te roepen. Tegen dat preliminair arrest is echter geen cassatieberoep mogelijk. Het Grondwettelijk Hof oordeelde na een prejudiciële vraag van het Hof van Cassatie dat het gelijkheidsbeginsel daarmee geschonden wordt, want tegen beslissingen van andere rechtbanken is wel steeds cassatieberoep mogelijk. Desondanks besliste het Hof van Cassatie op 20 december 2022 toch om het beroep te verwerpen, omdat de voorzitter voldoende zou gemotiveerd hebben waarom hij de getuigen in kwestie niet liet oproepen.
Ondertussen hebben de advocaten van Lacote beslist om naar het Europees Hof van de Rechten van de Mens te trekken. Volgens meester Filip De Reuse, meester Bram Casier en meester Dimitri de Béco volstond de motivering van de voorzitter immers niet, waardoor de rechten van verdediging geschonden zouden zijn. “Anderzijds menen we ook dat de toepassing van de redelijke termijn niet correct is gebeurd, want de facto heeft hij nu dezelfde straf”, aldus meester De Reuse. Lacote kan immers nog steeds pas na 15 jaar in de cel zijn vrijlating onder voorwaarden vragen. Het is nog niet duidelijk wanneer de zaak in Straatsburg eventueel behandeld zou worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier