Assisen Spuikommoord: syndicus beseft dat hij beoogde slachtoffer was

Het eigenlijke doelwit van Khaldoon Al-Baghdadi (42) heeft op het assisenproces over de roofmoord op Emmy Geboers (67) verklaard dat hij beseft dat hij door het oog van de naald is gekropen. Dirk S. ontkende dat hij een amoureuze relatie had met de beschuldigde, maar moest wel toegeven dat ze een paar keer seksuele betrekkingen hadden.

De technisch beheerder van het appartementsgebouw in de Voorhavenlaan legde uit dat Emmy Geboers een rol als tussenpersoon vervulde. “Het was een hele lieve, aangename dame om mee samen te werken. Ze was bereid tot alles om te helpen.” Brigitte S. getuigde dat haar collega Dirk S. instond voor de administratieve en financiële kant van de zaak. “Op onze bureau vertelde hij allerhande verhalen. Hij zei dat hij die man (Khaldoon Al-Baghdadi, red.) begeleidde. Hij had daar blijkbaar ook een relatie mee.”

Vertrouwenspersoon

De beschuldigde had Dirk S. in 2016 al via Facebook leren kennen. “Ik was benieuwd naar zijn verhalen. Hoe hij hier terechtgekomen was en zo. En ik wilde hem helpen.” S. omschreef Al-Baghdadi als een vertrouwenspersoon en zelfs een soort broer, terwijl het onderzoek uitwees dat ze ook een seksuele relatie hadden. “We hebben één of twee keer seks gehad, maar dat stelde echt niks voor. Het was echt geen amoureuze relatie”, hield S. vol.

De getuige moest wel erkennen dat hij de beschuldigde al in maart 2017 financieel begon te helpen. “In het begin heb ik hem cash gegeven, omdat hij niet rondkwam met zijn OCMW-toelage. En dan heb ik de fout gemaakt om via de syndicusrekeningen geld te geven aan hem.” Voor het doorsluizen van in totaal ruim 18.000 euro werd S. uiteindelijk tot 60 uur werkstraf veroordeeld. “Ik ben heel erg naïef geweest. Ik dacht altijd dat het tot een goed einde zou komen, maar het is verkeerd afgelopen.”

Contact verbroken

De syndicus verbrak enkele weken voor de feiten het contact met de beschuldigde. “Voor mij is het altijd de bedoeling geweest dat hij hier een leven opbouwde en teruggaf aan de Belgische maatschappij wat hij al gekregen had.” Het was een doorn in het oog dat S. na een psychiatrische opname niet op zoek ging naar werk. In die periode deed de Irakees wel enkele opvallende uitspraken. “Hij zei dat hij schrik had dat hij mensen zou vermoorden op straat.”

Ten slotte vroeg voorzitter Antoon Boyen of hij op de hoogte was van de nieuwe verklaringen van Al-Baghdadi. “Ik weet het dat ik door het oog van de naald gekropen ben. Ik tracht de kranten wel zo weinig mogelijk te lezen.” S. verklaarde nog dat hij dergelijke feiten absoluut niet had verwacht. Ook van het druggebruik van zijn vriend was hij naar eigen zeggen niet op de hoogte.

Verklaringen buren

Een buurvrouw van de betrokkenen verklaarde hoe ze de ex-echtgenote van Al-Baghadi in 2019 eens huilend aantrof op straat. Kelly N. probeerde de vrouw wat te steunen, nadat ze klappen zou gekregen hebben van de beschuldigde. “Ik weet nog dat hij heel kwaad op mij was en hij begon te roepen in het Arabisch. Hij zei dat hij me zou vermoorden omdat ik de politie zou gebeld hebben.” Volgens N. was ook Emmy Geboers bang van Al-Baghdadi.

De dag na de feiten ging N. samen met haar huisbaas een kijkje nemen op het appartement van het slachtoffer. Ze voelden allebei onmiddellijk dat er iets niet pluis was. “Ik zag dat er een appel bruin aan het worden was en dat haar koffietas nog halfvol was. Zo was Emmy niet”, getuigde Jean-Luc Q.

Alle buren bestempelden Emmy Geboers als een punctuele, lieve, correcte vrouw. Met de beschuldigde had Eva T. wel een onaangename ervaring. “Hij stond met twee angstaanjagend brede mannen in de fietsenstalling en had een grote som geld in zijn handen. Ik denk dat ze drugs aan het dealen waren, maar hij kwam dat later heel bedeesd ontkennen.” Peter V. had amper contact met Al-Baghdadi, maar maakte uitgerekend net voor zijn arrestatie nog een praatje. “Hij heeft gevraagd wat er gebeurd was met Emmy. Dat was alles, dan heeft de politie hem meegenomen.”

Drugs

Het onderzoek wees uit dat de beschuldigde de ochtend van de feiten heroïne had gebruikt bij een kameraad in Bredene. Patrick V. kon zich daar weinig van herinneren, tot de voorzitter hem erop wees dat hij onder eed stond. “Hij kwam langs bij Ivan en hij vroeg achter een bijl. Maar hoe kan ik weten waarom? Een houtstoof had hij niet.” De getuige voegde er nog aan toe dat hij Al-Baghdadi eigenlijk een sympathieke vent vond.

Ook Michael A. kende de Iraakse Oostendenaar uit het plaatselijke drugsmilieu. Nog voor het dumpen van het lichaam kocht Al-Baghdadi cocaïne van de getuige. “Een half grammetje. Of een grammetje is ook mogelijk. Hij zag er die avond een beetje in de war uit. Bleekjes ook.” Volgens A. schepte de beschuldigde graag op over zijn drugsverslaving. “Vijf gram coke per dag kan wel, maar het is in mijn ogen niet iets om mee te stoefen.”